Hij stierf in het harnas, de Colombiaanse auteur Gabriel García Márquez. De beknopte roman In augustus zien we elkaar was het boek waaraan hij werkte toen hij overleed, op 17 april 2004 in zijn woonplaats in Mexico.
García Márquez werd wereldberoemd met zijn sfeervolle, vaak magisch-realistische romans als Honderd jaar eenzaamheid, De kolonel krijgt nooit post, Kroniek van een aangekondigde dood en Liefde in tijden van cholera. In 1982 won hij de Nobelprijs voor de literatuur.
‘Weloverwogen daad van verraad’
‘Gabo’, die aan dementie leed, vond In augustus zien we elkaar te slecht om te publiceren. Maar toen zijn zoons Rodrigo en Gonzalo het jaren later nog eens lazen, zagen ze ook de kwaliteiten ervan. Het is daarom een ‘weloverwogen daad van verraad’, schrijven ze in het voorwoord, om het toch uit te geven – als de lezer er blij mee is, schenkt Gabo hen misschien wel vergiffenis.
In augustus zien we elkaar bestaat uit slechts enkele hoofdstukken, die draaien om Ana Magdalena Bach. Ana is een gelukkig getrouwde vrouw van tweede helft veertig, echtgenote van conservatoriumdirecteur Doménico, met wie ze twee volwassen kinderen heeft.
Elk jaar op 16 augustus brengt ze een bezoek aan de laatste rustplaats van haar moeder, die begraven ligt op een Caribisch eiland. Dat verloopt elk jaar volgens een vast ritueel: dezelfde veerboot, dezelfde taxi, hetzelfde hotel, dezelfde bloemen voor op het graf, dezelfde boot de volgende ochtend weer terug.
Tot Ana ineens, zomaar uit het niets, uit dat patroon breekt en een wilde nacht beleeft met een vreemde man. Vanaf dat moment verlangt Ana naar die ene dag en nacht per jaar dat ze even uit haar huid kan stappen en voor één etmaal iemand anders kan zijn. Dat blijft natuurlijk niet zonder gevolgen. Ook het eiland blijft niet hetzelfde. Zelfs het graf van haar moeder niet.
Sfeervol en suggestief
Gabo’s laatste boek is een sfeervol, onaf werk. De psychologie van de karakters, hun drijfveren en relaties, alsmede de consequenties van hun handelingen, blijven (naast een paar echte foutjes) wel erg schetsmatig. Maar suggestie is in de handen van deze schrijver nog altijd een geweldig instrument, en veel van zijn typeringen en omschrijvingen zijn nog altijd trefzeker en raak. Er valt dus ook veel te genieten. Rodrigo en Gonzalo kunnen gerust zijn; met die vergiffenis komt het wel goed.
Gabriel García Márquez, In augustus zien we elkaar (128 p.)
Vertaald uit het Spaans door Mariolein Sabarte Belacortu
Meulenhoff, € 20,99