Netflixdocu ‘The Man With 1000 Kids’ laat zien: zó gevaarlijk is de gebrekkige registratie van spermadonoren

Je kon erop wachten: de Nederlandse seriedonor Jonathan, die wereldwijd zo rond de duizend kinderen verwekte, is de hoofdpersoon in een documentaireserie die Netflix op 3 juli lanceerde. In "The Man With 1000 Kids" volgen we Jonathan tot na de spraakmakende rechtszaak in 2023. Daarbij verbood de rechtbank hem om ooit nog als spermadonor te fungeren.

De man om wie het allemaal draait, schittert door afwezigheid. Met de nadruk op schitteren. Want al weigerde Jonathan Jacob Meijer mee te werken, de focus ligt op hém. Geïnterviewden roemen zijn ravissante verschijning, met die lange, goudblonde haren en stralend witte tanden. Zijn verbale vaardigheden en zijn innemende babbel. De twinkeling in zijn blauwe ogen. Het warme gevoel dat hij je gaf als je met hem praatte.
En al bevragen de documentairemakers hem dus niet rechtstreeks, wel zweeft er telkens een goed gecaste stand-in voorbij, met dezelfde engelachtige lokken. Bovendien is Jonathan veelvuldig in het echt te zien. Jonathan is namelijk een even vlijtig als kundig vlogger, zodat de makers konden putten uit het YouTube-kanaal waarmee hij zijn reiservaringen en levenswijsheden deelt.

Potje sperma

‘The Man With 1000 Kids’ is overzichtelijk opgebouwde, knap gemaakte documentaire in drie delen. Executive producer Natalie Hill kwam op het idee in 2020, toen er her en der al wat onderzoek naar Jonathan was gedaan, maar zijn naam nog niet was gepubliceerd. Dat kwam pas in 2021, in The New York Times. In de VS hebben ze minder scrupules als het om naming and shaming gaat.
De Britse docuserie is ook onmiskenbaar afgestemd op de Amerikaanse markt. Qua expressie is het soms wat over the top, met veel ‘Oh my gòòòsh…!’, unheimische beelden van dampende stikstofvaten en grommende onheilsmuziek. Ook danst er om de haverklap een potje sperma over het scherm, als een soort Leitmotiv. Maar ja, je wilt een breed publiek bereiken en dan is een zweempje sensatie en een vleugje oh-là-là! wel handig. Dat beoogde bereik is waarschijnlijk ook de reden dat alle Nederlandse betrokkenen hun relaas in het Engels doen, wat hun behoorlijk goed afgaat.

In deel 1 maken we kennis met de wensouders, die wat verlegen giechelend vertellen hoe ze ertoe kwamen om hun heil te zoeken bij Jonathan. Sympathiek is hun motivatie dat ze een donor wilden die voor hun kind traceerbaar en benaderbaar zou zijn. Hoewel sommige ouders Jonathan ietwat excentriek vinden, geven ze hoog op van zijn innemende babbel, zijn intelligentie, zijn brede interesse en uiteraard zijn lange blonde krullen. In een enkel geval ging de wensmoeder dan ook zonder veel aarzeling akkoord met de zogenoemde ‘natuurlijke methode’ zonder potjes en spuitjes, lees: een klassieke coïtus.

Zwendel

Geleidelijk echter daagt het besef dat Jonathan helemaal niet ‘maximaal vijf gezinnen wil helpen’ zoals hij telkens beweert. Integendeel: het blijkt dat hij al jaren diverse spermabanken frequenteert. Ook via internet laat hij zich benaderen door wanhopige wensouders, die geen peperdure behandeling kunnen betalen en toch willen dat hun kind zal weten van wie het afstamt. (Verderop in de serie komen schokkende details: over de misdadige rotgeintjes die enkele seriedonoren onderling zouden uithalen en die ik hier niet wil spoilen. Volgens een voormalige donor gaat om twee mannen die zich onder diverse namen presenteren via de website ‘Verlangen naar een kind’, die op dit moment nog steeds in de lucht is.)

De documentairemakers bezoeken klinisch embryoloog Max Curfs van de Isala Klinieken in Zwolle. Die vertelt hoe hij op een dag een waarschuwend mailtje ontving en ijlings andere klinieken contacteerde. Bekommerd kijkt Curfs in de camera terwijl hij hardop terugdenkt aan de dag dat hij Jonathan het contract liet ondertekenen. Daarin stond dat er niet meer dan 25 kinderen met zijn zaad verwekt mochten worden én dat Jonathan niet bij andere klinieken, noch privé aan wensouders zou doneren. Dat Jonathan uitbundig contractbreuk zou plegen in binnen- en buitenland, kon Curfs echt niet voorzien: ‘En ik maak me zorgen over de toekomst van die kinderen.’

Fertiliteitsfraude

Het is een relatief nieuw woord: fertiliteitsfraude. In deel 2 komt het fenomeen in bredere zin ter sprake, ook bij monde van een bevlogen Amerikaanse activiste: Eve Wiley. Zij is zelf verwekt met het zaad van een frauderende vruchtbaarheidsarts en leeft intens mee met de ouders die door Jonathan werden voorgelogen.
Anders dan je zou kunnen denken, is een zaaddonor met honderden kinderen namelijk geen uitzondering. Heel wat malafide fertiliteitsartsen hebben eindeloos dezelfde donor laten opdraven.
Nog een belangrijke verdienste van ‘The Man With 1000 Kids’ is de aandacht voor het gevaar van legale, internationale spermabanken. Met name wordt ingezoomd op Cryos International, het Deense bedrijf dat wereldwijd de grootste leverancier is van donorsperma en -eicellen. Ook Jonathan was volgens Cryos ‘a dedicated donor’ en dus een graag geziene gast; maandelijks bezocht hij hun thuisbasis in Kopenhagen.

Cryos International bedient naast individuele wensouders ook fertiliteitsklinieken. Aan zulke commerciële spermabanken, zoals ook de European Sperm Bank (ESB), kleven meerdere risico’s. Ten eerste beloven ze weliswaar dat het donorkind later de eigen biologische vader kan opsporen, maar ze geven geen garantie. Ook is het onduidelijk wat er gebeurt als een donor weigert om zich bekend te maken.
Ten tweede is er het risico op een onafzienbare hoeveelheid halfsiblings. Per land gelden weliswaar richtlijnen voor een maximum aantal nakomelingen per zaaddonor, maar wanneer je al die maxima bij elkaar optelt, kom je al gauw op honderden, zo niet duizenden kinderen van één en dezelfde donorvader. (In de aftiteling lezen we dat Cryos International inmiddels pleit voor internationale registratie van spermadonoren.)

Rechtszaak

Wat wel een unicum is: dat een spermadonor van rechtswege een voortplantingsverbod krijgt opgelegd. Advocaat Mark de Hek begaf zich met deze doelstelling ‘in een juridisch niemandsland’, zo vertelt hij in deel 3. Als doorslaggevend argument bedacht hij dat je volgens de wet niemand schade mag berokkenen.
En met een schare van honderden, merendeels onbekende halfbroers- en zussen loop je als donorkind wel degelijk risico op schade, zowel in psychisch als medisch opzicht. Sowieso kun je als donorkind identiteitsproblemen krijgen, bijvoorbeeld doordat je je een massaproduct gaat voelen. Verder kan het psychisch ontwrichtend zijn als je erachter komt dat je je halfzus of -broer best aantrekkelijk vindt of zelfs seks met diegene hebt gehad. En last but not least is er een reële kans op wat met een chique term ‘consanguïniteit’ heet en meestal inteelt wordt genoemd.

Hoewel de docuserie de indruk wekt dat alle geïnterviewde ouders officieel partij waren in deze rechtszaak, lag dat in werkelijkheid iets anders. Aldus Ties van der Meer, voorzitter van Stichting Donorkind, op mijn vraag wat hij van de serie vond. De eisers in het kortgeding waren Stichting Donorkind en een moeder die zich in de media ‘Eva’ noemt, maar zelf niet aan de docu meewerkte. Wel stuurden alle geïnterviewde ouders – en nog tientallen anderen − een schriftelijke steunbetuiging naar advocaat Mark de Hek.
‘Maar van de minstens elf Nederlandse vruchtbaarheidsklinieken, die zelf immers óók door Jonathan waren bedrogen, hebben we geen enkele reactie gekregen,’ merkt Van der Meer op.

Limiet

Stichting Donorkind komt in de serie evenmin voor het voetlicht. Wel heeft Van der Meer, zelf donorkind én voormalig zaaddonor, achter de schermen meegewerkt en de makers van uitvoerige input voorzien. En jazeker, hij is tevreden over het resultaat. Al heeft hij wel een aanvulling op het betoog van klinisch embryoloog Max Curfs uit Zwolle, die op camera bedroefd concludeert: ‘We zijn bedonderd.’
Van der Meer: ‘Dat is natuurlijk zo. Maar wat Curfs dan weer níét vermeldt, is dat ze bij de Isala Klinieken nog steeds werken met sperma van Cryos International. En dat vind ik wel een beetje hypocriet; daarover heb ik ook met Curfs zelf gepraat. Hij weet dat daarmee de limiet van 25 kinderen per donor sowieso wordt overschreden. Dus hoe terecht zijn verontwaardiging over Jonathan ook mag zijn, in feite doet zijn eigen kliniek nog steeds hetzelfde.’

Toch is Ties van der Meer per saldo heel blij met deze docuserie, vooral omdat de gedupeerde ouders zelf hun verhaal doen. ‘Je kunt als Stichting Donorkind honderd keer uitleggen waarom het erg is als één donor te veel donorkinderen heeft, maar mensen geloven het pas als ze het van de betrokkenen zelf horen.’
Hoofdpersoon Jonathan is minder gelukkig. Nog steeds noemt hij zich ‘een van de beste donoren die je je kon wensen’. Liet hij zich bij Eva Jinek al verongelijkt uit over de ‘ondankbare ouders’ en het voortplantingsverbod van de rechtbank, volgens recente berichten wil hij Netflix aanklagen voor deze ‘demonische’ documentaire: ‘Er wordt nu geld verdiend over de rug van onschuldige kinderen.’
Wordt dus wellicht nog vervolgd…

The Man With 1000 Kids (trailer). Regie Josh Allott. Netflix.

Mijn gekozen waardering € -

Van Friese afkomst, maar geboren en getogen op de Veluwe. Na het gymnasium deed ik één semester Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daarna belandde ik op het conservatorium in Zwolle (nu ArtEZ) en begon als muziekstudent met het recenseren van concerten en cd's. Na mijn eindexamen verbreedde dit schrijfwerk zich naar meerdere genres en opdrachtgevers.
Van 1991-1998 studeerde ik daarnaast psychologie in deeltijd aan de Universiteit Utrecht.
Journalistieke aandachtsgebieden: human interest, cultuur, zingeving.