Robbert Welagen – Het verdwijnen van Robbert
Nijgh & Van Ditmar, €17,50
–––––
Sinds hij 2007 debuteerde met de novelle Lipari, die werd bekroond met de Selexyz Debuutprijs, werkt schrijver Robbert Welagen (1981) succesvol aan een prachtig, ingetogen oeuvre. Na Lipari werden ook zijn volgende korte romans Philippes middagen, Verre vrienden en Porta Romana lovend ontvangen. Weinig auteurs hebben al meteen vanaf hun debuut zo’n eigen stijl en gezicht; in een ‘echte Welagen’ staat geen woord teveel, gebeurt er (meestal) weinig en wordt het verhaal gekenmerkt door een zekere raadselachtigheid, melancholie en eenzaamheid.
Het verdwijnen van Robbert, waarmee hij is genomineerd voor de Libris Literatuurprijs die op dinsdag 13 mei wordt uitgereikt, is opnieuw een ‘echte Welagen’, maar tegelijk slaat de schrijver nieuwe wegen in. Hoofdpersoon is de 25-jarige schrijver Robbert Welagen, die na het verschijnen van Lipari besluit dat hij wil verdwijnen. Maar dat blijkt minder eenvoudig dan gedacht.
Er gebeurt een stuk meer in deze roman en de toon is laconieker. Een nieuwe stap in je schrijverschap?
'Ja, ik wilde er dit keer meer humor in stoppen, meer sarcasme en ironie. Het moest iets speelser zijn. Ik hoorde weleens van mensen die me kennen: je hebt humor, maar dat aspect verwerk je helemaal niet in je boeken, alsof je de serieuze schrijver loopt uit te hangen. Ik denk dat ik nu mezelf meer laat zien: mijn humoristische kant, mijn ernstige en sombere kant, er zitten lichamelijke driften in. Eigenlijk heb ik nu voor het eerst echt over mezelf geschreven, veel directer dan ik eerder deed. De roman gaat over een jongen, Robbert, die maar één boek heeft geschreven en teleurgesteld is over wat hij tot dan toe heeft bereikt. Ik neem mezelf op de hak en bespot mijn eigen leven.'
Had je dat gevoel van teleurstelling zelf ook?
'Een beetje wel, ja. Vooral op het persoonlijke vlak. In het boek – en mijn eigen leven – is die jongen verliefd op een meisje, Chloe, maar zij beantwoordt zijn liefde niet. Dat is voor hem een grote tegenslag. Sommige mensen zetten zich daar overheen, maar deze jongen niet; hij blijft erin volharden. Ik denk niet dat zij de liefde van zijn leven is, maar iets niet kunnen krijgen maakt datgene des te aantrekkelijker. Het meisje verdwijnt langzaam buiten beeld; wat blijft, is dat onvervulde verlangen.'
Zo blijft hij zichzelf bevestigen in die afwijzing.
'Uiteindelijk moet hij zelf de stap zetten om van dat pad af te gaan. In het boek doet Robbert dat niet. Hij kan het ook niet, weet niet hoe. Dat is wel vrij autobiografisch trouwens…'
(Hij zucht.) 'Hij kan iedereen vergeten, behalve dat meisje. Het lukt hem niet om afstand te doen van haar. Maar Robbert beëindigt wel het allerlaatste contact met zijn oude leven, door zijn telefoon in zee te gooien. In mijn ogen is hij dan echt verdwenen. Hij zal wel opnieuw een stap gaan zetten, maar dat zal niemand weten, de lezer niet, niemand. Ikzelf ook niet.'
Hoe kwetsbaar is het om zo direct over jezelf te schrijven?
'Tijdens het schrijven voelde het niet kwetsbaar. Als ik in mijn kamer zit, dan bestaat voor mij de buitenwereld niet. De enige aan wie ik wel veel dacht, was de persoon op wie Chloe gebaseerd is. Aan haar is het boek gericht. Zij heeft het ook gelezen, maar reageerde totaal niet zoals ik had gehoopt. Een grote teleurstelling.'
Je hoopte stiekem toch dat ze je in de armen zou vallen…
'Op een of andere manier had ik de hoop dat er toch nog iets positiefs uit zou voortkomen, ja.' (Hij lacht.) 'Zoals ik al zei: het is heel hardnekkig. Alsof dat realistisch is met zo’n boek. Er staan ook akelige dingen in. Maar toch.
Nu het boek uit is, voel ik me wel iets kwetsbaarder, maar tegelijk ook weer niet, gek genoeg. Misschien omdat ik iets heb gedaan wat ik eerder niet durfde. Dat verdwijnen houdt me al tien jaar bezig.'
Als onderwerp voor een roman, of voor jezelf?
'Aanvankelijk was het een persoonlijk verlangen. Niet gekend worden door anderen en andere mensen niet kennen, onzichtbaar zijn – dat was een lange tijd een soort streven van mij.'
Hoe gaat dat eigenlijk samen met een beroep als schrijver?
'Ik ben denk ik gaan schrijven vanuit die verdwijnbehoefte. Schrijver-zijn is een van de beroepen die de mogelijkheid biedt om je te onttrekken aan allerlei sociale verplichtingen. Bij allerlei andere beroepen, zoals dat van advocaat of leraar, ben je onder de mensen.'
Jij dacht aan de schrijver eenzaam op zijn zolderkamertje.
'Dat zag ik wel zitten, ja.'
Tegelijk publiceer je boeken en betreed je daarmee en met interviews in de media wel degelijk het publieke domein, meer dan de gemiddelde leraar.
'Ja, maar met die boeken. Niet met…' (aarzelt, weifelt) '… mijzelf… eh… tja. Daar heb je een punt. Maar ik zit wel in de hoek van de meer teruggetrokken schrijvers. Ik heb geen Facebook of Twitter.'
Is het goed bevallen, dat teruggetrokken leven en de poging te verdwijnen?
'Nou ja, het lukt niet – verdwijnen zolang je bestaat is onmogelijk. Dat is een paradox.'
Oh, je meent het….
(Hij lacht.) 'Ja, sommige mensen worden met dat inzicht geboren, anderen moeten er gaandeweg achter komen. Je kunt verdwijnen voor jezelf, maar ook voor anderen. Dat laatste is vooral een signaal: ik wil niet meedoen. Als je hypergevoelig bent, is dat een stap waarvan je denkt dat het je rust zal opleveren. Toen ik begin twintig was, had ik weinig vrienden en kennissen, vierde ik mijn verjaardag niet, mijn familie zocht ik niet op. Ik trok me terug, las veel, daar vluchtte ik in, en ik fantaseerde over hoe dat zou kunnen: verdwijnen. Op zee, met een bootje… Die gedachte gaf me een enorm opgelucht gevoel.'
Waar je al zo lang over fantaseerde, kon je nu uitvoeren in je roman.
'Ik vond het héérlijk om die verschillende facetten van het verdwijnen heel secuur op te schrijven. Wat gooi je weg of breng je naar een winkel, en wat neem je mee; hoe maak je jezelf niet-traceerbaar; hoe verander je je naam… Het schrijven van dit boek was een macabere bevrediging. Ik vind het ook wel een donker boek.'
Maar toen kwam toch die laatste punt.
'En daarna viel ik in een gat. Die jongen weet niet zo goed om te gaan met de dagelijkse kleine dingen, juist die hoopt hij te ontvluchten. Als je stopt met het schrijven van een boek, komt dat dagelijkse des te harder weer om de hoek kijken. Daar had ik moeite mee.'
Dus toch maar volgende keer een boek van 800 pagina’s?
(Hij lacht.) ‘Ik ben een voorstander van het dunne boek, van maximaal tweehonderd bladzijden. Maar inderdaad: dat is de beste vlucht. Gewoon een heel dik boek schrijven. En anders… Het ís een open einde en Robbert is dan pas 33. Dus ik kan ook deel twee schrijven. Wat gaat hij nu doen? Misschien dat hij dan tóch nog iets krijgt met Chloe…'
Een televisie-interview van A•Quattro•Mani met Robert Welagen voor Lezentv vindt u hier.
Lees ook het interview van A•Quattro•Mani met Robbert Welagen over zijn vorige roman Porta Romana op TPO Magazine.