Na zijn roman Zes beetwonden en een tetanusprik (2008), bekroond met de University of Johannesburg Prize for Best First Book, publiceerde Richard de Nooy bij Nijgh & Van Ditmar de romans Zacht als Staal (2010) en Zendingsdrang (2013). Zijn nieuwe roman Vreemdenliefde zal verschijnen in 2015. Naast schrijver is Richard de Nooy ook zanger/performer in de band Brandjes.
_____
Hasenschaukel
Het was een lieve jongen, dat zag Helle meteen. Te lief waarschijnlijk. Het leek alsof hij eind jaren tachtig naar de wc was gegaan en nu pas tevoorschijn was gekomen. Hij droeg een lichtblauw denim pak en had een Kraftwerkkapsel. Een hipster-homo misschien, bedacht Helle, of gewoon een trampel uit een van de satellieten – Buxtehude bijvoorbeeld, of Neumünster – waar mensen nog op thrash metal dansten in de buurthonken.
Hij zat ergens naar te staren, de retro-rodeojongen. Helle speurde naar het doelwit van zijn blik, dat vanaf de mezzanine op de dansvloer was gericht. Hij hield de kruk naast hem vrij, schudde steeds nee en wees op de twee cocktails die voor hem op balustradetoog stonden. Er was dus een vrouw in het spel, misschien wel twee, of hij was toch een homo.
De jongen had een zacht gezicht waarop een zwakke glimlach steeds zijn trieste wenkbrauwen probeerde op te krikken. Helle liep het trappetje op en ging tussen de tafels staan zodat ze beter zicht had op de stampvolle dansvloer. Nu zag ze meteen waar de retro-rodeojongen naar zat te staren. Zijn trieste blik werd veroorzaakt door een meisje dat gesmeed leek uit het mooiste DNA dat zes continenten te bieden hadden. Ze droeg een strak scharlaken jurkje met een opening op haar onderrug, die zich door haar kronkelende bewegingen als een schede opende en sloot.
Ze stond te dansen met een lul. Maar dan wel een lul die precies wist hoe het moest, vond Helle. Hij leek een oeroude gebarentaal te spreken met zijn bovenlichaam. Zijn rollende schouders dreven een draaikolk die hij met zijn handen voor zijn borst maakte, waarin elke beweging een woord werd, een lokroep om het bed te delen, de liefde te bedrijven, te buigen voor zijn zwierige macht.
Het meisje leek betoverd, gevangen in een gelukzalige hypnose, haar wellust als eb en vloed bestuurd door de lonkende en afwerende handen van de lul. Steeds dichter kwam ze bij zijn magische maalstroom, totdat ze de verleiding niet kon weerstaan om hem met vragende, zoekende vingers aan te raken. Haar gebaar werd beantwoord door de goddelijke hand van de lul, die rustig naar haar schouder zweefde om met twee licht gebogen vingers een spaghettibandje te fatsoeneren. Daarna gleden zijn vingers langs het bandje omlaag, waar twee tepels door het stof heen smeekten om verlossing. Het meisje stond nu zo goed als naakt voor de lul, schaamde zich voor haar hitsigheid en verborg zich in zijn armen.
Achter de rug van het scharlaken meisje stak de lul twee duimen omhoog en grijnsde naar de retro-rodeojongen op de mezzanine, die met een geforceerde glimlach ook zijn duim omhoog stak. Daarna wende hij zijn ogen af van het dansende stel en ving Helle’s blik.
_____
www.richarddenooy.com