‘Frans heeft een probleem, Frans kan niks weggooien’ kopte Trouw dit weekend. Dat trok mijn aandacht, want dit fenomeen is me niet vreemd. En wat blijkt? Volgens het artikel is maar liefst een op de veertien Nederlanders een ‘hoarder’, een hamsteraar, met andere woorden: een problematische verzamelaar, die zich omringt met spullen die in andermans ogen troep zijn. Dat is niet niks. In het nieuwe psychiatrische handboek DSM-5 heeft de hoarder zelfs zijn eigen diagnose: de verzamelstoornis…
De toenemende belangstelling voor dergelijke stoornissen vind ik goed nieuws, zeker omdat mensen daardoor speciaal op hun situatie toegespitste hulp kunnen krijgen. Dat is mooi. En nodig. Als organizer weet ik echter dat je helemaal geen al dan niet gediagnosticeerde hamsteraar hoeft te zijn om vast te lopen in je rommel. Het begrip hoarder roept in mijn ogen trouwens (helaas) te veel associaties op met programma’s waarin complete reddingsploegen nodig zijn om een huis weer begaanbaar te maken. Sensatie-tv is dat, en de vraag is of zo’n publieke interventie daadwerkelijk helpt.
Onneembare hindernis
In mijn opruimpraktijk is het eigenlijk nooit zó erg. Maar het is een gegeven dat weggooien nogal eens een onneembare hindernis lijkt. Psychiater Daniëlle Cath van de Universiteit Utrecht geeft in het artikel in Trouw een profielschets met vijf kenmerken van de hoarder. Haar laatste punt kan naar mijn idee een eyeopener zijn voor iedereen die worstelt met rommel en te veel spullen: ‘Wie iets nieuws wil, moet letterlijk en figuurlijk ruimte maken en daarvoor andere dingen loslaten, verdragen dat ze uit zijn leven verdwijnen. Als je je huis volpropt, kan daar nooit meer iets gebeuren. Je zet jezelf vast.’
Vastzittende energie
Wat we opruimen noemen gaat in de meeste gevallen vooral om loslaten. Het loslaten van materie die ons onbewust in de weg zit. Het onbewuste aspect zorgt voor een blokkade die maakt dat je vaak al na korte tijd zo moedeloos wordt van opruimen.
Mijn idee van opgeruimd leven is dat je niet de hele tijd verwijtend aangestaard wordt door spullen die je het gevoel geven dat je er iets mee moet. Alsof we niet al genoeg verplichtingen hebben. Opgeruimd leven doe je in een huis waar je tot rust kunt komen en op kunt laden. Een huis waar energie kan stromen.
Rommel is vastzittende energie en daar is niets vaags aan
Rommel is vastzittende energie. Dat klinkt misschien spiritueel, maar op zich is er niets vaags of zweverigs aan. Vastzittende energie kun je alleen lastig inzetten om met heldere blik iets aan te pakken. En daar gaat het om te beginnen mis. Je begrijpt er niets van: een beetje opruimen kan toch iedereen? Je zou het inderdaad denken, want het is beslist geen hogere wiskunde. Maar als je je daarnaast realiseert dat loslaten vaak weerstand oproept en dat je er zelfs wat angstig of emotioneel van kunt worden, heb je de twee belangrijkste redenen te pakken waarom opruimen voor veel meer mensen dan hoarders zo’n ‘ding’ is.
Emotionele lijm
Voor de oplossing is geen diagnose of handboek nodig. Alleen een beetje inzicht en begrijpen waarom je beter afscheid van iets kunt nemen. Het grootste struikelblok zijn spullen waar op de een of andere manier ‘emotionele lijm’ aan zit, een term die Yvonne de Bruin en Sonja Buijs in hun boek Opgeruimd leven in je huis gebruiken. Wat in de ogen van anderen onbruikbare troep is, kan voor jou een lading hebben die je belemmert om het weg te doen. Dat kan variëren van, ik noem maar wat, de omvangrijke verzameling verroest gereedschap van je overleden vader tot het speelgoed van je kind dat inmiddels al studeert. Of van kleren die je al jaren niet gedragen hebt tot papieren van twintig jaar geleden. Ik denk dat vrijwel iedereen meteen z’n eigen voorbeelden kan invullen.
Als ergens emotionele lijm aan kleeft, heeft dat vrijwel altijd met herinneringen of verwachtingen te maken. Herinneringen aan een mooie periode, toen je jong was en alles nog mogelijk leek. Of verwachtingen over een leven dat je graag had willen leiden. Dingen die je nog zou willen doen. Zo heb ik zelf vorig jaar eindelijk mijn cursus Indonesisch met twintig cassettebandjes weggedaan. Die ik nooit gevolgd heb. Ik ben er al zeker vijftien jaar niet geweest en heb ook geen cassetterecorder meer. En er een tijd wonen, zoals ooit mijn plan was, gaat ook niet gebeuren. Dus. En de doos vol aantekeningen en syllabi uit mijn studententijd heeft ook al een tijdje geleden het huis verlaten. Een veelbelovend kunsthistoricus ben ik nu eenmaal niet geworden.
Gemiste kansen
Nog twee voorbeelden om te illustreren hoe loslaten werkt. Opruimklant Janneke had werkelijk enorme stapels tijdschriften en uitgescheurde artikelen bewaard, die prominent aanwezig waren in haar appartement. Tijdens het opruimen vroeg ik wat ze daarmee wilde. ‘Dat zijn dingen die me inspireren en waar ik nog iets mee moet’, was het antwoord. Ze bleek er echter nooit iets mee te doen. Sterker nog, het frustreerde haar als ze er alleen maar naar keek: in haar ogen allemaal gemiste kansen. Hetzelfde gold voor de plank met zelfhulpboeken die haar een opgeruimd, evenwichtig en gelukkig leven beloofden. Die boeken staarden haar verwijtend aan, wat een sufferd was ze dat haar dat allemaal niet lukte. Nadat de emotionele lijm er af gepeuterd was, wat best een klusje was, en we een en ander hadden afgevoerd, bleek dat een enorme opluchting.
Weg met die eikels
En Hans werd in zijn werkkamer omringd door niet al te prettige herinneringen, in de vorm van ordners vol met niet al te prettige herinneringen aan rechtszaken die jaren geduurd hadden. Mijn voorstel om er samen eens doorheen te lopen, wees hij in eerste instantie resoluut van de hand. ‘Dat kan écht niet, ik moet het bewaren, want wie weet heb ik het nog eens nodig.’ Het kostte even wat moeite voor ik hem ervan overtuigd had dat ‘de eikels’ waar hij ooit een conflict mee had waarschijnlijk al lang door waren gegaan met hun leven, terwijl hij zichzelf nog steeds ‘gevangen’ hield door zichzelf met die papieren te omringen. Toen we eenmaal aan tafel zaten en ik hem alles wat weg kon liet verscheuren, zag ik hem met de minuut ‘lichter’ worden. Met zes volle vuilniszakken reden we naar de papierbak. Daarna dronken we een opgeluchte borrel. De volgende dag sms’te hij dat hij zijn bureau helemaal uitgemest had. Zijn energie brak na een ongelukkige tijd weer los.
Loslaten maakt ruimte voor nieuwe dingen in je leven
Loslaten maakt dus ruimte voor nieuwe dingen in je leven, zoals Daniëlle Cath in Trouw zegt. Dat geldt voor iedereen. En als je eenmaal in de gaten hebt hoe je opruimen op een andere manier kunt benaderen, zul je ook vrij snel ontdekken dat aan veel dingen eigenlijk helemaal geen emotionele lijm zit. Dat dacht je al die tijd alleen maar…