Gerwin van der Werf – Luchtvissers (256 p.), Atlas Contact, €19,99/€14,99 (e-book)
Joshua Loman is een man op de loop. Op de loop voor een gevoel van mislukking – hij heeft een carrière van niks –, maar vooral voor zijn verleden: de onmetelijke schuld die hij voelt en gereflecteerd ziet in de ogen van anderen. De man wier naam ‘God redt’ betekent, is namelijk medeverantwoordelijk voor de dood van zijn stiefzoontje Noah tijdens een auto-ongeluk. Dat Noah aan de handrem trok terwijl ze tweehonderd kilometer per uur reden, kan Joshua niemand vertellen. Zijn lot, dagelijks bezegeld door een kwellende migraine en de demonen van de herinnering, wil hij dragen in afzondering, en Joshua komt een eiland op het spoor waar hij naartoe kan gaan: Lundines.
Terwijl de laatste bewoners worden geëvacueerd omdat de veerdienst zal worden opgeheven, neemt Joshua een enkeltje naar het verlaten eiland. Wil hij er sterven? Misschien wel, want naast een voorraadje hoofdpijnkillers heeft hij weinig anders bij zich dan een paar pakken sultana’s en bonen. ‘Soms houd ik mijzelf voor dat ik de dood van Noah slechts gebruikt heb als eem directe aanleiding, dat het allemaal een excuus is om te verhullen dat ik al jaren een uitweg zoek.’
Tot Joshua’s schrik blijkt het eiland echter nog niet helemaal verlaten. De achtergebleven bewoners hebben ieder zo hun redenen om niet te vertrekken. Het ik-perspectief van Joshua wordt doorkruist door dat van een alwetende verteller, die licht werpt op de alle even karakteristieke tegenspelers in dit drama. Markus tobt met zijn gehandicapte en dementerende vrouw. Quast is een predikant die van zijn geloof is gevallen en er geen heil meer in ziet, nu het wnigw lichtpuntje in zijn bestaan – een jonge jongen op wie hij zijn fantasieën richtte – met de laatste boot voorgoed uit zijn leven is verdwenen. En dan is er nog Jens, die op het eiland is achtergebleven met zijn dochter Jo-Anne, en zijn verblijf wel héél erg goed blijkt te hebben voorbereid.
Tot elkaar veroordeeld moeten de achterblijvers samenwerken om in hun voedsel te kunnen blijven voorzien. De bewoners van Lundines heetten ‘Himmelsfiskeri’, hemelvissers, omdat ze de papagaaiduikers uit de lucht wisten te vangen. Markus is enige die deze kunst nog verstaat en hij leert het Joshua. Dat levert prachtige scènes op, bijvoorbeeld van Markus die een lundar vangt en hem het hart uitrukt, en Joshua die vechtend tegen de hoogtevrees op de kliffen zijn krachten meet met de natuur.
Een wisse dood
In Luchtvissers van Gerwin van der Werf zijn het niet alleen de papegaaiduikers die een vroege dood sterven. Verwachtingen van het leven, hoop en illusies worden als vogels nagejaagd, maar degenen die met het schepnet uit de lucht worden geplukt, wacht een wisse dood. Van der Werf bouwt de spanning op. Joshua blijkt niet de enige te zijn die een strijd voert met zijn demonen. De sfeer op het eiland wordt grimmiger, de situatie uitzichtlozer. De mens handelt primair uit eigenbelang, zoveel wordt duidelijk. En voor troost of hoop hoeft hij ook al niet aan te kloppen bij God, want die bestaat net zomin als de duivel, houdt de gevallen gelovige hen voor. ‘Markus, er zijn geen duivels die op ons neerdalen uit de hel. (…) Ieder mens timmert een leven kang aan zijn eigen hel en zoekt zijn eigen duiveltjes uit. Hij boetseert ze uit al zijn mislukte plannetjes, zijn eeuwige valse hoop, zijn debiele bijgeloof, en laat ze de horlepiep dansen in het stukje hel dat hij daarvoor heeft gestoffeerd.’
Uiteindelijk kiets Joshua eieren voor zijn geld en ontvlucht hij samen met Jo-Anne het eiland in een motorboot. Maar zal hij haar kunnen redden?
Luchtvissers is een boek dat een diepere reikwijdte heeft dan de spannende plot op het eerste gezicht doet vermoeden. Het boek geeft zijn geheimen niet direct prijs; de symboliek in het verhaal, en de erdoorheen geweven echo’s en spiegelingen, laten zich net als de lundar niet zomaar grijpen. Een uitnodiging van Gerwin van der Werf aan de lezer om het niet bij een enkeltje te laten.