Tim Parks – De kunst van het moorden (384 p.). Vertaling Corine Kisling. De Arbeiderspers, €19,95/e-book €13,99
Verona: de stad van Romeo en Julia, van Vetruvius, Catullus en Dante Alighieri, een stad die op de werelderfgoed lijst van UNESCO staat. Tegen dit schilderachtige decor speelt zich Tim Parks roman De kunst van het moorden af, een boek waarin een belangrijke rol is weggelegd voor de schilderkunst. De Britse schrijver woont al jaren in Italië en dit land figureert in bijna al zijn boeken, zowel in zijn non-fictiewerken, zoals Italië op het spoor, Italiaanse buren en Italiaanse opvoeding (de laatste twee zijn dit jaar ook gebundeld uitgegeven onder de titel Italiaanse manieren), als in zijn romans.
De kunst van het moorden, dat eind augustus verschijnt, is min of meer een vervolg op zijn eerdere romans Nieuwe kleren voor Massimina en De geest van Massimina. Maar wie die romans niet kent, kan het prima op zichzelf lezen. Hoofdpersoon is opnieuw de zelfingenomen, succesvolle en opportunistische zakenman Morris Duckworth. Minnaar van de jonge Samira, getrouwd met de betrouwbare Antonella, vader van twee tamelijk verwende volwassen kinderen Mauro en Massimina.
Morris heeft terechtgestaan voor moord, zo wordt al snel duidelijk, maar het is niet bij één gebleven: ‘Wie had er wat aan als Morris nu zes bijna vergeten moorden zou opbiechten? Of waren het er zeven?’ De vijftiger schroomt niet iedereen die hem in weg staat, op zakelijk of amoureus vlak, uit de weg te ruimen met een of ander zwaar voorwerp.
Morris houdt van beroemde moordschilderijen, en wanneer hij tot ereburger van Verona wordt benoemd, komt hij op het idee om in het Castelvecchio een grote tentoonstelling te houden van alle schilderijen van de grote meesters die met moord en doodslag te maken hebben. Als directeur Volpi in onbetamelijke toestand opengereten wordt aangetroffen in de kelder van het museum, leiden de sporen al snel naar Morris, die geen herinneringen heeft aan de avond van de moord. Is hij schuldig… of niet?
De kunst van het moorden is een ongecompliceerde, grappige en onderhoudende roman, lekker voor tijdens de vakantie. Met een geinige, ieniemienie bijrol voor de Britse schrijver zelf, als Tom/Ted/Tim Parkes, ‘een van de vele Amerikanen de hun magere boterham verdienen met net te doen alsof ze iets van Italië afweten en die in het algemeen de hand bijten die hen voedt.’ En ach, dat zijn naam fout gespeld wordt en hij Engels is in plaats van Amerikaans, vindt Morris van weinig belang. ‘Ik denk niet dat we ons druk moeten maken over de naam van dat schrijvelaartje.’