Anna van Praag (1967) is kinder- en jeugdboekenschrijfster. Ze schreef diverse series, zoals De Kroonverhalen en een serie over Isabel Snoek, een meisje dat moorden oplost (o.m. ‘De heks van de samba’, 2010), maar is ook bekend van andere titels zoals ‘Nooit meer lief’ (2010), de jeugdthriller ‘Vossenjacht’ (2011) en ‘Kom hier Rosa’ (2012). Ze werkt aan een Young Adult-roman. Haar werk is verschenen bij Christofoor, Leopold en Lemniscaat.
Door Jowi Schmitz
Waar begint een boek voor jou?
‘Met precies dezelfde flash als een verliefdheid. Het bouwt zich op totdat je nergens anders meer aan kunt denken en je wel moet gaan schrijven.’
Hoe ontwikkelt het zich vervolgens verder?
‘Mijn eerste boeken: volgens het boekje. Ik bedacht plot, subplot, personages en een schematische opbouw per hoofdstuk. Als ik onderweg vast kwam te zitten, moest ik van mezelf toch door op dat punt. Dat veranderde na een boek of tien. ‘Nooit meer lief’ heb ik in stukjes en beetje geschreven, heel intuïtief, geen idee waar het heen ging. Dat merk je. En daarna werd het schrijven een rommeltje: alles door elkaar.’
Maak jij al je verhalen af of liggen er ook verhalen op een plank te broeien?
‘Ik heb net als Gabriel Garcia Marquez ‘een zee van mijn verloren verhalen.’
Hoe komt het dat je kinderboeken schrijft en geen boeken voor volwassenen? Is dat een bewuste keuze?
‘Ik was bang dat ik te ijdel zou schrijven als het voor volwassenen was. Bij kinderen moet je wel eerlijk zijn, kun je niet opscheppen met prachtige metaforen.’
Wat vind jij van ‘de boodschap’ van een (kinder)boek? Moet een kinderboek een boodschap hebben?
‘Dat gaat vanzelf, want als je echt iets wilt zeggen, heb je vanzelf al een “boodschap”.’
Wat is het mooiste van je vak? Wanneer voel je dat het sterkst?
‘Dat je met niemand rekening hoeft te houden. Dat je erin kunt vluchten en verdwalen. “Art is the only way to run away without leaving home.” En dat voel ik op die zeldzame momenten dat je ‘door je papier valt’: dat het verhaal met jou aan de haal gaat in plaats van andersom. Daar doe ik het voor. Alles.’
Je woont op een berg in Spanje. Heeft dat je veranderd en maakt het uit bij het schrijven?
‘Ik heb erover geschreven, maar dat bedoel je niet. Het geeft me veel tijd en ruimte, maar dat bedoel je ook niet, denk ik. Want uiteindelijk kan ik ook in minder tijd schrijven, en midden in een stad. Het heeft me op mezelf teruggeworpen, wat goed is. Maar het geeft me ook te weinig nieuwe prikkels en verbinding met ‘mijn’ cultuur: Daarom moet ik terug naar Nederland en dat ga ik ook.’
Wat is het boek of verhaal dat je altijd nog wilde schrijven?
‘Een verhaal over mijn vader. Maar dan moet hij eerst dood zijn en hij is springlevend.’
En in dat kader: geloof je dat je op een dag klaar kunt zijn met schrijven? Dat je alles gezegd hebt?
‘Ik hoop het niet! Wat ik dan ga doen? Mijn man en kinderen knuffelen en mijn vriendinnen. En dan weet ik het niet meer.’
In de volgende aflevering interviewt Anna van Praag Floortje Zwigtman: 'Ik zou mijn lezers het liefst achterlaten met een enigszins ongemakkelijk gevoel: het besef dat ze meegeleefd hebben met schoften en zich hebben verheugd over de dood van een mens.' Mis 'm niet!
A•Quattro•Mani reist de wereld over voor recensies van de mooiste literatuur en persoonlijke, exclusieve interviews met schrijvers die ertoe doen. Ze publiceren in TPO Magazine, en op Blendle/Cafeyn, eLinea en Myjour.
Niets missen? Neem een abonnement op A•Quattro•Mani bij TPO Magazine.
Volg A•Quattro•Mani ook op Twitter en Facebook.