Tussen de groene heuvels aan de voet van de Kilimanjaro klinkt gospelgezang en ululating. De schelle vrouwenstemmen doen zich gelden tot in de bus, lang voor hij stilstaat. De komst van een buslading vol westerse journalisten is een feest. Compleet met muziek en dans, eten en cadeaus. Want westerlingen brengen geld, kennis en vooruitgang.
Het zijn landbouwjournalisten op rondreis in het noorden van Tanzania. Een reis georganiseerd door Agriterra. Met de jaarlijkse ‘Exposure-4-Development’ tour wil deze agri-agency de journalisten het andere Afrika te laten zien: geen nadruk op honger en armoede, maar op de kansen en mogelijkheden van dit continent.
En zo zien ze hier hoe blij de Marukeni Women Dairy Cooperative is met de komst van westerlingen. Want aan hen hebben ze veel te danken. Aan Land O’Lakes bijvoorbeeld. Die lieten er een computer achter, een melktank, een generator en een volledige kaasmakerij. Dat wil zeggen: 75 procent van het budget kwam van USAID, ze hoefden zelf dus maar een kwart te betalen.
Nederland grootste landgrabber
Het is het traditionele beeld van Afrika: alleen de westerling met donorgelden kan iets veranderen aan de uitzichtloze situatie van de armen in Afrika. Het continent wordt verscheurd door conflicten, kindersterfte en honger. Rond de 100 miljard dollar stroomt jaarlijks vanuit het westen naar ontwikkelingslanden. Nu het hier economisch slechter gaat, kunnen die hulpgelden op steeds meer commentaar rekenen van de westerse bevolking en een groeiende groep politici.
Zij vergeten gemakshalve dat de westerse wereld voor een groot deel draait op grondstoffen uit Afrika, zoals olie, gas, bauxiet, diamanten en ijzererts. Lekker goedkoop allemaal, wegens een gebrek aan ontwikkeling. Toch valt het kapitaal dat Afrika uitstroomt haast niet te beramen. Alleen al door belastingontduiking, belastingontwijking en belastingcompetitie lopen ontwikkelingslanden naar schatting 385 miljard dollar per jaar mis.
En dan hebben we het nog niet over de grootscheepse exploitatie van Afrikaanse akkers voor buitenlandse consumptie. Iets waar handelsland Nederland stiekem een hoofdrol in speelt.
Het rapport ‘The Great Land Heist’ uit 2013 beschrijft hoe Nederland een koppositie heeft weten te behalen op de internationale Landgrab-ranglijst met maar liefst 1,68 miljoen hectare. Da’s meer dan half Nederland. Bekende landgrabbers als Saudi-Arabië en China scoren respectievelijk ‘slechts’ 1,58 en 1,34 miljoen hectare. Veel van de Nederlandse landgrabbers zijn postbusfirma’s aan de Amsterdamse Zuidas, maar toch.
Rijkste continent
Landgrab is niks nieuws voor Afrika. Zoals nu de Chinezen hadden de Romeinen in het begin van onze jaartelling hun landbouwgrond al nodig om hun volk te voeden. Business as usual. De geschiedenis van Afrika is één continue economic drain. In het pas verschenen boekwerk ‘De Schatten van Afrika’ beschrijft Martin Meredith hoe Egypte ruim 5000 jaar geleden al groeide en bloeide dankzij de middelen uit de Afrikaanse binnenlanden. De Nijl bevloeide hun akkers en vormde een vaarweg die toegang bood tot ivoor, ebbenhout, exotische dierenhuiden, wierook en slaven.
Het boek is, zoals ik al eerder beschreef, een opeenstapeling van hebzucht en corruptie die leidden tot het rücksichtslos plunderen van Afrika. Oorspronkelijk het rijkste continent, met mansa Moussa als kampioen. Deze koning van Mali uit begin veertiende eeuw is nog steeds de rijkste mens uit de wereldgeschiedenis. Rijker dan de miljardairs van nu.
Zolang er geen sprake is van genocide wordt er tegen corrupte Afrikaanse leiders nauwelijks opgetreden
Afrika is een schatkist waar nog steeds schaamteloos uit wordt gegraaid. In rap tempo verdwijnen de schatten in onze tank, in onze mobiele telefoons, in onze energiecentrales en in onze maag. De westerse verdiensten aan Afrika zijn gigantisch. En zolang er geen sprake is van genocide wordt er tegen corrupte Afrikaanse leiders nauwelijks opgetreden.
Voor de gewone Afrikaan is er de afgelopen vijfduizend jaar nauwelijks iets veranderd. Hij delft het onderspit. Het is nu 130 jaar geleden dat Europeanen het continent onderling verdeelden en zonder rekening te houden met bevolkingsgroepen grenzen trokken en wetten oplegden waar de bevolking zich geen raad mee wist.
De meeste Afrikaanse landen zijn nu 40 tot 50 jaar onafhankelijk. Onafhankelijkheid klinkt mooi, in werkelijkheid lieten de Europeanen de landen die zij hadden onderworpen met een exotisch regime keihard vallen.
Verstedelijking
Inmiddels krabbelen ze langzaam op. Vrijwel alle Afrikaanse landen kennen een opkomende middenklasse en een groeiende groep rijken. Hoewel deze welvaart beperkt blijft tot een select gezelschap, leidt dit tot een verstedelijking die in Afrika dubbel zo hard verloopt als het wereldwijde gemiddelde. En dan nog eens vele malen chaotischer, wat miljoenen mensenlevens in gevaar brengt. Om die verstedelijking een halt toe te roepen, of op z’n minst af te remmen, is een plattelandseconomie essentieel.
Het is een weegschaal. Stad versus platteland. Slaat de balans door naar de lonkende stad, dan loopt het platteland leeg en komen de boeren, zoals nu al op grote schaal gebeurd, in sloppenwijken terecht waar hen een bestaan in de marge wacht.
Het enige dat de steden van dit rampscenario kan redden is een florerend platteland met een bloeiende plattelandseconomie. Met kleinschalige boeren die niet alleen produceren voor hun dagelijks bestaan, maar net iets meer uit hun vee en gewassen halen zodat ze hun kinderen naar school kunnen sturen en iets te besteden hebben op de lokale markt.
En dat beetje meer valt best uit de landbouw te halen. De bevolking neemt wereldwijd toe, wat de vraag naar voedsel doet stijgen. En nu in Afrika de welvaart aantrekt, wordt er ook meer voor voedsel betaald. Het komt er nu op aan dat boeren gaan produceren voor die groeiende markt.
De productie kan in Afrika verdriedubbelen
Als boeren dit op een slimme manier aanpakken, is dat goed te doen. Het enige dat ontbreekt is kennis. Afrika produceert gemiddeld 1,3 ton graan per hectare. Met extra inspanningen, zonder de productie grootscheeps te intensiveren, kan die productie verdriedubbelen naar 4 ton per hectare stelt Pablo Tittonell, hoogleraar ‘Farming Systems Ecology’ van de Wageningen Universiteit. En dan is het Afrikaanse klimaat niet eens ideaal voor graanteelt. Ook de productie van groenten en fruit en zelfs dierlijke producten kan fors worden opgevoerd.
Met een betere infrastructuur en markttoegang kan de honger worden opgelost. Tittonell stelt dat kleinschalige boeren “door een betere begeleiding in hun huidige manieren van doen aanmerkelijk hogere opbrengsten kunnen halen”. Alles staat of valt dus met kennis.
Internationale concerns
De voornaamste kennis voor betere landbouwpraktijken, voor markttoegang en logistiek, bevindt zich buiten Afrika. Hoe Afrika zich gaat ontwikkelen hangt volledig af van hoe die kennis wordt aangewend. Blijft de kennis bij internationale concerns die op grote schaal het platteland ontginnen voor de productie van goedkoop voedsel voor de wereldmarkt, of krijgt ook de kleine boer in Afrika de beschikking over kennis?
Ook hier zien we een balans. Er is goedkoop voedsel nodig voor de groeiende wereldbevolking, maar hogere prijzen voor lokale landbouwproducten zijn minstens zo belangrijk. De politieke besluitvormingen op het wereldtoneel zijn essentieel. Met het uitroepen van 2014 tot jaar van de familielandbouw maakte de VN al ruim een jaar terug een belangrijk statement.
Familielandbouw is in Afrika vooral van kwantitatief belang. Want ondanks de verstedelijking woont nog steeds 70 procent van de Afrikaanse bevolking op het platteland. Zij houden zich in leven met wat hun kleine stukje grond opbrengt.
Klimaatverandering
Hun vooruitzichten zijn zowel pessimistisch als optimistisch. Het is maar aan wie je het vraagt. Bij aanvang van het VN-jaar van de bodem lanceerde het Montpellierpanel (een groep Europese en Afrikaanse landbouwdeskundigen) een rapport waaruit blijkt dat 65 procent van Afrika’s landbouwgrond te beschadigd is om er voedsel te verbouwen. Zonder aangepast beheer zal tegen 2050 de hoeveelheid landbouwgrond nog slechts een vierde bedragen van 1960.
Daartegenover staan analisten die hebben becijferd dat Afrika over zestig procent van alle braakliggende landbouwgrond beschikt. Stephen Ellis, professor contemporaine Afrikaanse geschiedenis in Oxford, komt zelfs uit op 80 procent.
De bodemschatten van Afrika zijn dus nog niet uitgeput. Het Montpellierpanel is ook niet uitsluitend negatief. Al noemen ze ook de klimaatverandering als één van de belangrijkste bedreigingen voor Afrika. Volgens hen valt er wel degelijk wat te redden, mits er aandacht besteed wordt aan landmanagement, goed waterbeheer en een duurzaam mestbeleid. Het komt dus wederom neer op kennis.
Eigen initiatief
De gewone Afrikaan ploetert intussen gewoon door, zoals ze dat altijd gedaan hebben. Ondanks corruptie, ziektes, droogtes en overstromingen als gevolg van de klimaatverandering. De Afrikaanse bevolking weet zich altijd staande te houden. Sterker nog, de bevolking groeit explosief. Van ruim 130 miljoen rond 1900 telt Afrika nu een miljard inwoners. Tegen 2100 zullen dat er 3,6 miljard zijn.
Hoe ze het gaan redden in de toekomst is maar de vraag. De bevolking zelf is in elk geval flexibel genoeg. Ze wachten echt niet op donorgelden, maar richten zelfhulpgroepen op. Jeugdgroepen of vrouwencoöperaties. Om de handen ineen te slaan, kennis te vergaren en marktmacht te organiseren.
Zoals de Marukeni Women Dairy Cooperative. Zij verwelkomen buitenlandse hulp met zang en dans, maar hebben uit eigen initiatief de handen ineen geslagen. Met 17 vrouwen richtten ze 18 jaar geleden een coöperatie op om een vuist te maken richting de economische dominantie van hun mannen.
In Afrika zijn het traditioneel de mannen die zich met het geld bezig houden. De vrouw zorgt voor het gezin. Voor mannen is het gezin lang niet altijd de eerste prioriteit. De vrouw moet maar zien dat ze met haar gezin rondkomt van het kostgrondje achter het huis.
Cashcrops
Als de man in de landbouw werkt, dan verbouwt hij cashcrops. Hier net buiten Moshi is dat voornamelijk koffie. De vrouwen hebben intussen hun melkproductie op weten te voeren. Wat hun kinderen niet opdrinken gaat naar de coöperatie.
De inmiddels 350 aangesloten leden brengen dagelijks 400 tot 800 liter melk bijeen. Die verkopen ze rechtstreeks aan klanten, of ze verwerken het tot boter of mtindi – een gefermenteerde zure melk die smaakt als volle karnemelk.
Afrikanen hebben genoeg van corrupte leiders die hun rijkdommen verkwanselen en de exportvaluta in eigen zak steken
De trieste geschiedenis van Afrika staat in schril contrast met het enthousiasme van de inwoners. Vol levenslust pakken ze elke uitdaging aan. Als het aan de gemiddelde Afrikaan ligt, dan gloort het continent een mooie toekomst. Ze hebben genoeg van hun corrupte leiders die hun rijkdommen verkwanselen, de exportvaluta in eigen zak steken om die te stallen in een of ander schimmig buitenlands belastingparadijs.
Dit jaar zijn er verkiezingen in maar liefst 12 Afrikaanse landen. Dit betekent geheid politieke onrust. Want democratie is vaak een wassen neus, overwinningen worden door corrupte leiders afgedwongen of uitslagen worden gemanipuleerd.
Het electoraat komt steeds vaker in opstand, internet geeft de kiezer echter meer kennis. En kennis is macht. De komst van AfriLeaks kon wel eens een omslag betekenen. Geheime informatie over corruptie en mensenrechtenschendingen kunnen anoniem aan de kaak worden gesteld.
Inmiddels zijn internet en mobiele telefonie zeker op het platteland onmisbare gereedschappen. Met hun mobieltje maken kleinschalige boeren geld over. Ze delen kennis over weersomstandigheden en hoe daarmee om te springen. En ze beschikken ermee over de meest recente marktprijzen. Een machtig instrument tegen handelaren die kleinschalige boeren, als het maar even kan, onder druk zetten.
Kennis is macht. En macht is als water
Kennis is macht. En macht is als water. Water zit in de bodem, de zee en in de lucht. Als het regent neemt de hoeveelheid water in de lucht af en zwelt de rivier aan. Maar de hoeveelheid water op de planeet blijft altijd hetzelfde.
Dictators en andere despoten voelen dat haarfijn aan en hebben daarom een hekel aan elke vorm van macht die het volk zich toe-eigent. Maar ze moeten ook erkennen dat de echte macht in het buitenland zit. Kennis om Afrikaanse bodemschatten te ontginnen, om de economie draaiende te houden waarvan zij profiteren, de banken waar ze hun kapitaal stallen en de vluchtoorden die ze moeten veiligstellen wegens een mogelijke coup – voor alles zijn ze afhankelijk van het buitenland.
Bavaria en Heineken
?
Kennis is macht. Het succes van westerse bedrijven in Afrika zit hem vooral in die kennisvoorsprong. De voorbeelden zijn legio. Bavaria en Heineken bedwingen samen de Ethiopische markt. Unilever heeft kantoren in 16 Afrikaanse landen en verkoopt haar producten over het hele continent. FrieslandCampina is al sinds 1954 actief in Nigeria, later ook in Ghana en sinds vorig jaar in Ivoorkust.
In Tanzania is het Rijk Zwaan die profiteert van een kennisvoorsprong. Binnen Afrisem willen ze nu de voedselzekerheid verbeteren met hybride rassen en zaden met een betere kiemkracht. “De erbarmelijke kwaliteit van het zaaizaad op de lokale markten in Afrika is een onderschat probleem”, stelt Harald Peeters van Qsem. “Het is een rem op landbouw en de voedselproductie.”
Lokaal zaaizaad is goedkoop. Maar de kiemkracht is vaak slecht en je weet nooit zeker welk ras je koopt. ‘Het is niet eens zeker om welke groente het gaat’, vertelt Peeters. Maar makkelijk is die introductie niet. Hybride zaaizaad is onbekend en duur en dus onbemind. Bovendien is de vitamine-inname traditioneel slecht. Om bij de consument en de lokale boer iets te veranderen zijn dus ook campagnes nodig.
Facebookpagina
De ontwikkeling van Afrika draait op kennis. De lokale bevolking snakt ernaar. Logisch. Ze zijn jong. Zeventig procent van de Afrikanen is jonger dan dertig. Maar kennis zit nog steeds in het buitenland. Toch sijpelen de kennis en daarmee de macht het langzaam door. Vooral digitaal. Met initiatieven als Afrileaks, met gratis toegang tot kennisbanken en gratis colleges. Maar ook met initiatieven als Mkulima Young. Een internetplatform met Facebookpagina waar jonge boeren in Kenia elkaar op de hoogte houden.
Een initiatief dat inmiddels ook tot Tanzania is doorgedrongen. Waar de vrouwen van de Marukeni Dairy Cooperative weer afscheid nemen van hun westerse gasten met gospelgezang en ululating. Na alle vrolijkheid zullen ze gewoon weer aan de slag gaan, in de hoop eindelijk winst te maken. Want dat komt er nu nog niet van.
De kaasmakerij die ze kregen van de Amerikaanse weldoeners blinkt nog net zo hard als op de foto die destijds is gemaakt om thuis aan de sponsors te tonen. Het wordt niet gebruikt, wegens een gebrek aan kennis.
Dus, mocht u zich geroepen voelen en de vrouwen echte steun willen geven. Niet in de vorm van geld of mooie spullen, maar met dat waar Afrika de meeste behoefte aan heeft: kennis. Neem dan contact op met marc@farmingafrica.net. En wie weet wordt u binnenkort in Tanzania ontvangen. Met gospelgezang en ululating.
Dit essay verscheen eerder in ingekorte vorm in Vork.
Over Marc van der Sterren
Check Farming Africa voor nieuws over landbouw in Afrika, een initiatief van journalist Marc van der Sterren. Neem een abonnement op zijn artikelen in TPO Magazine en volg @Farming_Africa voor updates.