Ooit was Afrika het rijkste continent ter wereld. Behalve Afrika zelf, heeft vrijwel heel de wereld daar in de loop van de menselijke geschiedenis van geprofiteerd. Ik zal je niet vermoeien met een opsomming van alle plunderingen, Martin Meredith schreef er ruim 700 pagina’s over vol.
Leuk weetje trouwens, wat niet eens in dat boek staat, is dat Nederland dankzij de postbusbedrijven aan de Amsterdamse Zuid-as ‘werelds grootste landgrabber is.
Maar dat terzijde.
Punt is dat alles van waarde voor de anderen is. Voor iedereen buiten Afrika. Dat geldt zelfs voor Afrikaans intellect. Afrikaanse vluchtelingen worden met geweld geweerd, maar wie hier in Europa of in Amerika een intellectuele bijdrage kan leveren, wordt met open armen ontvangen.
Amerika heeft er zelfs een speciale greencard voor ontwikkeld. Een greencard geeft elke buitenlander het recht om te wonen, werken en studeren. Zonder beperkingen. Zo’n volledige verblijfsvergunning geeft de VS echter alleen als je ook wat kunt leveren: een bedrijf dat een miljoen dollar investeert en banen creëert of een zeldzaam talent of een vakmanschap waar in Amerika een gebrek aan is.
Een greencard is dus een kaart waarmee Amerika Afrika dom en arm houdt.
Dit is niet iets van vandaag, al in de jaren zestig had president Kennedy een speciaal fonds gesticht om Afrika te ontdoen van haar jonge, veelbelovende studenten. Een van deze studenten was Barack Obama sr. De vader van de huidige president. In 1982 overleed hij tijdens een auto-ongeluk, maar via zijn zoon heeft Amerika toch volop kunnen profiteren van deze investering uit de jaren zestig.
Trots op hun zoon
Kenianen zijn niet haatdragend. In tegendeel. Ze zijn trots op hun zoon. En laaiend enthousiast over zijn bezoek. Maar er heerst ook teleurstelling, schetst Koert Lindijer in NRC Next. De Luo in de geboorteplaats van Obama Sr. vieren zijn thuiskomst maar vinden dat hij zijn roots verloochent. Het is on-Afrikaans om met lege handen aan te komen. Zeker voor een politicus. Afrikaanse politici die hogerop komen in de politiek zullen altijd de bewoners in hun geboortestreek laten profiteren van de rijkdom die bij een dergelijk ambt hoort.
Barack Obama doet daar niet aan mee. Misschien wel terecht, want hij is tegen elke vorm van corruptie. Dat liet hij in 2009 tijdens zijn bezoek aan Ghana duidelijk weten. “Afrika heeft geen sterke mannen nodig maar sterke instituties”. En daar ontbreekt het in Kenia nog steeds aan.
Kenia tracht als presentje voor Obama om, samen met Ethiopië, de Somalische stad Bardhere te hebben ingenomen. Het laatste bolwerk van Al Shabaab. Maar ze verwachten ook een cadeautje terug: Een universiteit of zo, beschrijft Lindijer.
Mij lijkt het niet teveel gevraagd als Afrika iets terugverwacht na eeuwenlang geplunderd te zijn. Een Universiteit zou een mooi gebaar zijn van Obama. En als hij zo tegen corruptie is, dan lijkt me dat hij best een begin zou kunnen maken met een Afrikaans Strafhof. Waar een eigen vorm van gerechtigheid wordt ontwikkeld volgens Afrikaanse maatstaven. Dat kunnen ze best. Met Afrikaanse filosofieën als Ubuntu komen ze een heel eind. Daar hebben ze het Westen niet bij nodig. Wel bij een fatsoenlijke start misschien. Een basis; een gebouw, wat financiële middelen en de ruimte om zichzelf te ontwikkelen.
En het zou een mooi ding zijn als Amerika zou stoppen met het wegkapen van Afrika’s knapste koppen.
Over Marc van der Sterren
Check Farming Africa voor nieuws over landbouw in Afrika, een initiatief van journalist Marc van der Sterren. Neem een abonnement op zijn artikelen in TPO Magazine en volg @Farming_Africa voor updates.