Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderzoek gedaan naar “het draagvlak voor solidariteit in de aanvullende pensioenen”. Als het over zzp’ers gaat, blijft het SCP steken in vooroordelen. Ze zouden hun pensioenopbouw uitstellen en het geld liever aan andere zaken besteden.
Koude kermis
Willen mensen nog wel gezamenlijk een pensioen opbouwen? Welke maatschappelijke trends zijn daarbij relevant? Geven mensen de voorkeur aan collectieve pensioenregelingen of juist aan individuele?
Op zich zijn het interessante vragen, die het SCP stelt. Ook in het licht van de discussie over de oudedagsvoorziening van zelfstandigen zonder personeel. Wie denkt daar iets nieuws en zinnigs over te vernemen uit het onderzoeksrapport dat deze week verscheen, komt echter van een koude kermis thuis.
Alle zelfstandigen op één hoop
Het SCP heeft voor zijn onderzoek een kleine 1500 werkende Nederlanders geselecteerd uit een panel waar vaker vragen aan worden gesteld over hun persoonlijke financiën. Iets meer dan 1000 van hen hebben ook echt de vragen beantwoord. Van hen was 90% werkzaam in loondienst en 10% als zelfstandig ondernemer.
Honderd zelfstandigen dus, onder de respondenten. Hoeveel met personeel en hoeveel zonder, valt uit het rapport niet op te maken. Het SCP veegt hen op één hoop. Eigenlijk houdt het daar dus al op, zzp-gewijs.
Welke eisen zelfstandigen zonder personeel stellen aan hun oudedagsvoorziening – of zij daar een reserve voor opbouwen, hoe zij dat doen, waar zij tegenop lopen en hoe zij dat dan weer oplossen – het SCP heeft niet de moeite genomen om dat te achterhalen.
Verplichte collectieve regelingen
Des te vreemder is het, dat het SCP in zijn pensioenrapport wel van alles roept over die zzp’ers. Zoals dat het aan de ene kant werknemers zijn die wegens faillissement of inkrimping van het personeelsbestand zijn ontslagen en die toen hebben gekozen voor het ondernemerschap.
En aan de andere kant? Daar zijn zzp’ers – volgens het SCP – mensen die van hun werkgever het advies hebben gekregen zich als zelfstandige te vestigen, zodat die hen vervolgens “flexibel” kon inhuren. Ook schrijft het SCP dat in de praktijk een fors deel van de zzp’ers te weinig of helemaal geen pensioen opbouwt. “Ze besteden het geld aan andere zaken.”
Niet aan opdracht voldaan
Even terug. Het SCP moest dus voor het ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid nagaan hoe werkende Nederlanders tegen het pensioenstelsel aankijken en welke voorkeuren zij hebben.
Voor zover het over zzp’ers gaat, hebben de onderzoekers niet aan die opdracht voldaan. In plaats van de mening van zzp’ers over het pensioenstelsel presenteren zij slechts hun eigen vooronderstellingen over zzp’ers.
Scheve schaats
Het is niet voor het eerst, dat het SCP zijn opdracht verzaakt als het over zzp’ers gaat. Vorig jaar reed het planbureau al een scheve schaats toen het achtergrondinformatie moest aanleveren voor het Interdepartementaal Beleidsonderzoek ZZP.
Dat ontaardde toen in een bespiegeling over zzp’ers die met psychologische problemen zouden kampen, omdat hun opdrachtgevers wel een financieel maar geen “psychologisch contract” met hen zouden hebben.
Bleek uit andere onderzoeken dat zzp’ers vaker gelukkig zijn dan werknemers? Dat kwam dan volgens het SCP alleen maar doordat zij voor zichzelf en hun omgeving niet zouden willen toegeven hoe ongelukkig zij eigenlijk zijn. Dan zou namelijk hun droom dat zij “eigen baas” zijn in duigen vallen.
Over het SCP
Het Sociaal en Cultureel Planbureau ontvangt jaarlijks ruim 5 miljoen euro aan subsidie van de Nederlandse overheid om wetenschappelijk onderzoek te doen, vooral voor het ministerie van Volksgezondheid en voor het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Eind 2014 waren er bij het SCP banen voor 83 fte, waarvan 79 in vaste dienst en 4 in tijdelijke dienst. Directeur is sinds 2013 prof. dr. Kim Putters, oud-lid van de Eerste Kamer voor de PvdA.
Pierre Spaninks schrijft (bijna) iedere zondag over zzp’ers. Klik hier voor een overzicht en hier voor een abonnement.