Staatssecretaris Wiebes had het de Tweede Kamer beloofd: rond 1 oktober zou de Belastingdienst de eerste modelovereenkomsten voor zzp’ers online zetten. Die moeten in twijfelgevallen vooraf uitsluitsel geven over de arbeidsrelatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Gaat het om werk dat in loondienst gedaan moet worden, of mag het ook op basis van zelfstandigheid?
Voor elke sector alle tinten grijs
De eerste twee voorbeelden die nu openbaar zijn gemaakt, gaan over de inhuur van een ‘coördinerend stralingsdeskundige’ voor de jaarlijkse inspectie van een installatie, en van een ‘gastdocent’ voor een ‘masterprogramma’. Fiscalisten en arbeidsrecht-juristen hebben we er nog niet over gehoord, maar op het eerste gezicht valt er wel het een en ander op af te dingen.
Het eerste dat opvalt is dat het om twee erg specifieke beroepen en situaties gaat. Het idee was dat er voor alle sectoren samen rond de veertig modelovereenkomsten gemaakt zouden worden. Als het doorgaat op het detailniveau waarop de Belastingdienst nu heeft ingezet, worden het er duizenden. Kennelijk is men erop uit voor elke sector alle tinten grijs in juridische termen vast te leggen.
Evident geen loondienst
Het tweede dat opvalt is dat het hier om arbeidsrelaties gaat die zo ontzettend evident geen loondienst zijn, dat je er in de huidige omstandigheden zelfs geen VAR-wuo voor nodig zou hebben.
Het idee was dat de modelovereenkomsten uitkomst zouden bieden in twijfelgevallen. Verplicht waren ze sowieso niet, en in het geval van onmiskenbaar ondernemerschap zou er vooral geen gebruik van gemaakt moeten worden. Deze voorbeelden geven een heel ander signaal.
Maximaal oprekken
Blijkbaar wenst de Belastingdienst de reikwijdte van de modelovereenkomsten maximaal op te rekken. Als er een model moet zijn voor een stralingsdeskundige die een keer per jaar langskomt, voor welke service dan niet? De installateur die ieder voorjaar de airco komt checken? De pianostemmer?
Niemand die zijn gezond verstand gebruikt zal betwisten dat zulke professionals ondernemers zijn, met een veelheid aan klanten. Waarschijnlijk hebben die zelfs in hun naarste dromen nooit gedacht een VAR aan te moeten vragen. En nu zouden ze aan een modelovereenkomst moeten?
Gastdocenten
De tweede modelovereenkomst lijkt nog even een pikant tintje te hebben. Volgens de titel heeft hij betrekking op een ‘gastdocent masterprogramma’. Er is momenteel volop discussie over de vraag of het onderwijs zelfstandigen mag inhuren als gastdocent.
Hogescholen, universiteiten en MBO-opleidingen willen graag met gastdocenten werken, om zo de band met de praktijk te versterken. Maar de Belastingdienst zegt: als het in een erkend onderwijsprogramma is, met een officieel diploma, dan mogen zzp’ers niet meer voor de klas.
Onderwijs meer aan banden
Mag het dan nu ineens toch weer wel? Dat is te vroeg gejuicht. Bij nadere bestudering blijkt de modelovereenkomst niet te gaan over een gastdocent voor een erkende Master maar voor een ‘masterclass’. Dat is een eenmalige activiteit, buiten het curriculum om, waar deelnemers apart voor betalen – en waar wel of geen zzp nooit een issue is geweest.
In plaats van het onderwijs meer ruimte te bieden, legt de Belastingdienst de instellingen hier juist meer aan banden. Ook voor docenten die ze voor niet-erkende programma’s inhuren moeten ze voortaan een modelovereenkomst gebruiken, zullen ze daarop gecontroleerd worden, en hangen er voortaan naheffingen en boetes boven de markt.
Maatschappelijke onrust
De publicatie van deze twee modelovereenkomsten laat vooral zien hoeveel haast staatssecretaris Wiebes ineens heeft met de afschaffing van de VAR en de invoering van zijn Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties. Er is maatschappelijk veel onrust over het plan, en dat moet liever niet te hoog oplopen.
De Eerste Kamer vraagt zich hardop af of de Belastingdienst wel tijdig voldoende modelovereenkomsten gereed gaat hebben en of zij wel is toegerust op de uitvoeringspraktijk. Deze twee modelovereenkomsten moeten critici blijkbaar de wind uit de zeilen nemen.
De staatssecretaris heeft – tot nu toe tevergeefs – geprobeerd de Eerste Kamer ervan te overtuigen dat er geen vuiltje aan de lucht is. Niets zou invoering per 1 januari in de weg staan. Maar de Commissie Financiën heeft afgelopen dinsdag toch besloten om met een tweede aanvullende vragenronde te komen.
Welke vragen de senatoren precies aan de staatssecretaris gaan stellen, beslissen ze dinsdag 6 oktober. Maar reken erop dat het draait om: waarom ineens die haast, en vanwaar dat optimisme over de uitvoerbaarheid?
Erg krap
Eerder dan in de tweede week van oktober zal de staatssecretaris daar geen antwoord op kunnen geven. Dan wordt het de derde week van oktober voordat de Commissie Financiën van de Eerste Kamer er weer naar kan kijken.
Het wetsvoorstel van Wiebes kan dan vervolgens op zijn vroegst in de laatste week van oktober plenair worden behandeld. Voor opdrachtgevers en opdrachtnemers die ook in 2016 met elkaar aan de slag willen wordt dat allemaal wel heel erg krap.
Pierre Spaninks schrijft hier (bijna) iedere zondag over zzp’ers. Like zijn Facebook pagina