Voor een wereldspeler in diervoeding en aquacultuur is Afrika eigenlijk maar een kleine markt. Landen als China, Ecuador en India zijn elk groter dan het hele Afrikaanse continent. Het belang van Afrika zit hem vooral in de groei. Van een miljard inwoners nu groeit het tot 2 miljard in 2050. Een volgende verdubbeling tot 4 miljard is tegen het eind van deze eeuw voltooid.
Afrika-directeur Rob Kiers kent de cijfers uit zijn hoofd. De cijfers van de Afrikaanse bevolkingsgroei, maar ook van de omvang van de afzonderlijke Afrikaanse vismarkten en de ruimte op de vis- en veevoermarkten. ‘We staan wereldwijd voor de uitdaging om met minder recourses meer mensen te voeden. Dat geldt zeker in Afrika.’ Maar dit continent springt van oudsher al zeer efficiënt met dierlijke eiwitten om, weet Kiers. ‘Vis en kip zijn in de meeste landen de grote markten. En dat zijn precies de soorten die zeer efficiënt met eiwitten omspringen.’
Vruchtbare gebieden
De Afrika-diercteur praat snel en bevlogen. Niet gehaast, maar efficiënt. In krap een uur tijd doet hij de Afrika-strategie van Nutreco uit de doeken. ‘Groot voordeel van Afrika is dat er veel gebieden geschikt zijn voor vis. Het klimaat is gunstig; er zijn enorme vruchtbare gebieden voor de productie van grondstoffen en er is volop water beschikbaar.’ Niet overal natuurlijk, maar Afrika kent wel degelijk grote geschikte gebieden. Zoals Zambia, waar Nutreco sinds februari een meerderheidbelang van 75 procent heeft genomen in de nieuwe onderneming Skretting Zambia. De overige 25 procent is van de lokale partner African Century Foods (zie kader).
Kiers werkt bij Nutreco sinds 2008. In 2012 werd besloten meer vorm te geven aan de export naar Afrika. In 2013 kreeg hij de opdracht om een strategie voor Afrika te ontwikkelen. Vanaf toen ging het snel. Nog hetzelfde jaar volgde een overname in Egypte, in 2014 ontstond een joint venture in Nigeria met Durante, waar Skretting voor 60 procent eigenaar van was. En nu dus het meerderheidsbelang in Zambia.
Oplossingsgericht
Met de merknamen Skretting voor visvoer en Trouw Nutrition voor additieven, premixen en andere componenten, lijkt Nutreco strak in te zetten op een forse uitbreiding in Afrika. ‘De toekomst zit in lokale productie. Niet in export.’ Het lijkt Kiers makkelijk af te gaan. Volgens hemzelf staan ze in Afrika ook volledig open voor goed ondernemerschap. ‘Zolang je maar zaken doet met lokale ondernemers.’
En Nutreco wil ook niet anders. Alle personeel in Afrika is lokaal. Kiers: ‘Bij ons werken geen expats.’ Een Afrikaans bedrijf van Nutreco is dus ook echt een Afrikaans bedrijf. Met een lokale general manager en lokaal personeel op de werkvloer.
Kiers heeft alle lof voor de Afrikaanse ondernemers. ‘Er zit een drive om vooruit te gaan. Ze kampen met veel problemen, maar zijn daarom juist ontzettend oplossingsgericht. Wij zijn gewend veel te vergaderen, zij zijn vooral bezig met het oplossen van problemen.’
The best of both
In Egypte werken 150 personeelsleden, in Nigeria 75 en in Zambia werken er eind dit jaar 60. Export, sales, marketing en support zijn internationale afdelingen. Op Afrika werken 30 tot 35 mensen, waarvan een paar Nederlanders. Kiers is er daar één van: ‘Zij hebben kennis van de lokale markt, de lokale cultuur en het managen van een Afrikaans bedrijf.’ Nutreco heeft technische kennis in huis op het gebied van voer produceren en ze kunnen een internationaal bedrijf managen. ‘We maken dus handig gebruik van the best of both worlds.’
Vanuit Europa bedient Nutreco inmiddels 35 landen in Afrika. Het begint met een lokale agent die de distributie van Nutreco voor rekening neemt. Vervolgens is het een kwestie van investeren in het land. Een joint venture beginnen met een lokale speler, een bedrijf overnemen en vervolgens doorinvesteren. ‘Echt grote acquisities zijn er haast niet’, vertelt Nutreco-directeur Rob Kiers. ‘Tenzij je integraties wilt overnemen. Maar dat is niet onze corebusiness.’
Steekpenningen
Natuurlijk kent Afrika volop problemen. Kiers noemt corruptie, repressieve overheden, burgeroorlogen en ebola. ‘Maar als je met lokale boeren praat, dan willen ze gewoon zo goed mogelijk vis kweken. Dat is de basis.’
Toch is met name corruptie een factor waar een buitenlands bedrijf als eerste mee te maken krijgt. Om vergunningen te krijgen of overeenkomsten te sluiten zijn steekpenningen vaak heel gebruikelijk. Maar Nutreco is strikt in de leer. De directeur is heel stellig: ‘Wij hanteren een zero-tolerance-beleid.’
Corruptie is hard op z’n retour in Afrika. Steeds meer landen, zoals bijvoorbeeld Nigeria, hanteren een sterk anti-corruptiebeleid. ‘En de mensen willen het zelf niet. De lokale bevolking is het zat.’ Daar put Kiers hoop uit. ‘Want met hen moet je werken.’
In de praktijk betekent dit wel dat je als bedrijf standvastiger moet zijn. En meer geduld moet hebben. ‘De omgeving heeft daar begrip voor’, merkt hij. ‘Dan moet je soms lang wachten voor die container de haven uitkomt. Maar voor een volgende keer weten ze dat er bij jouw niks te halen valt.’ Als je wel toegeeft, kom je er nooit meer vanaf. ‘Dan blijven ze komen.’
Non-gmo-land
Nutreco drijft op de positieve krachten die van de Afrikaanse landen uitgaan. Zo stimuleert de overheid van Zambia de lokale productie van vis, ten faveure van de traditioneel sterke import. Kiers noemt dat streven zeer realistisch. ‘Zambia heeft de ideale situatie voor viskweek. Er is voldoende water; de temperatuur is goed; en er is voldoende vruchtbare grond om grondstoffen als maïs en soja te produceren.’
Zambia is een non-gmo-land. Dat beperkt de mogelijkheden, stelt Kiers, ‘maar ook dat is een manier om de lokale markt te ontwikkelen.’ Het Nutreco-bedrijf moet premixen en additieven voor de nodige vitaminen en mineralen importeren, ‘maar 80 procent van de formule kunnen we lokaal sourcen’, stelt Kiers.
Kennis
Zoals in veel Afrikaanse landen ontbreekt het aan kwalitatief goed voer. Tegelijkertijd geldt dat voor goed voer een markt ontbreekt. ‘Je moet oppassen dat je niet in een kip-ei-situatie verzeild raakt.’ De markt ontstaat heus wel, als er een goede en betaalbare kwaliteit voer komt, wil hij maar zeggen. Maar er moet meer gedaan worden om die markt te ontwikkelen. ‘Er moet geïnvesteerd worden in technieken en adviseurs. In goed management.’
Met de juiste kennis, technieken en kwaliteitsvoeders breng je een vliegwiel op gang die de sector van de grond tilt. Afrika is een continent met potentie. De opbrengsten per hectare zijn ontzettend laag, ‘maar als je er investeert met geld, maar vooral met kennis, dan kan die opbrengst vaak met gemak een factor vier omhoog’, weet Kiers. ‘Kennis is de bottleneck.’
Avontuur
Kiers zit niet stil. In Zambia wordt volop gewerkt aan de bouw van het nieuwe bedrijf, intussen kijkt Nutreco al uit naar het Oosten van Afrika. Deze regio, en dan met name Kenia, kent een redelijk ontwikkelde voermarkt met een paar grote spelers en enkele integraties. Een groeimarkt waar naast vis vooral kip en rundvee populair zijn. ‘Op termijn zie ik ons ook daar lokaal produceren’, verklapt Kiers.
Het avontuur van Kiers in Afrika is nog maar net begonnen. Na Kenia volgt Zuid-Afrika. De groei is daar minder groot en de markt zit al redelijk vol. Of, zoals Kiers het zegt: ‘Er is meer concurrentie.’ Toch denkt hij dat er voor Nutreco zeker een markt is. ‘Met 11 miljoen ton voer is het een significante markt. En wij hebben echt wel toegevoegde waarde te bieden.’
Dit artikel verscheen eerder in De Molenaar.
Lees ook: Nutreco verovert Afrika
Over Marc van der Sterren
Marc van der Sterren is journalist bij Farming Africa. Volg @Farming_Africa voor updates.
Beeld:
© Marc van der Sterren | Farming Africa