Abaja in Frankrijk: verboden op school, maar niet verdwenen uit het straatbeeld

In Frankrijk staat de verhouding tussen de islam en de seculiere samenleving de laatste jaren steeds meer onder druk. Het abaja-verbod scherpt deze tegenstellingen nog verder aan. Ook in Roubaix is dat voelbaar, waar de meerderheid van de inwoners een islamitische achtergrond heeft. "De abaja wordt onterecht aan de islam gekoppeld." Door: Louise Lefèvre en Hendrina de Graaf

Het is half twee in de Franse stad Roubaix. Terwijl het een kwartier geleden nog rustig was in de wijk, stromen de straten nu vol. Mannen in djellaba’s met hoog opgetrokken sportsokken in sandalen vertrekken uit de moskee. De wekelijkse preek en het vrijdagmiddaggebed zijn achter de rug. Ook enkele vrouwen verlaten het gebouw. De meesten dragen de – in Frankrijk – omstreden abaja, een lang kledingstuk dat het lichaam van schouders tot enkels bedekt, en de hijab, die hoofd, haren en nek uit het zicht van vreemde ogen houdt.

Eind augustus kondigde de Franse minister van Onderwijs op televisie aan dat de abaja in het onderwijs verboden zou worden. Hij stelde dat het dragen van het lange kledingstuk een religieuze daad is, die duidelijk bedoeld was om de weerbaarheid van de Republiek te testen op de seculiere vrijplaats die de school moet zijn. Het verbod volgt een reeks eerdere maatregelen op. In 2004 werd de hoofddoek in het onderwijs verboden, evenals de boerkini in 2016.

De nieuwe wet, die vanaf het nieuwe schooljaar geldt, zet de Franse moslimgemeenschap op scherp. Vanuit diverse hoeken klinkt verontwaardiging en onbegrip. De nieuwe wet zou volgens hen racistisch zijn, ‘een vorm van islamofobie’. Dat het zo leeft, is niet gek: in Frankrijk wonen zo’n vijf à zes miljoen islamitische inwoners, waarmee ze met zo’n acht procent van de bevolking de grootste moslimpopulatie van Europa is. Ter vergelijking: in Nederland vertegenwoordigt de islamitische gemeenschap zo’n vijf procent van het inwonertal.

Textielstad

Ook in Roubaix is dit goed zichtbaar. Deze Noord-Franse stad, die volgens cijfers van INSEE – de Franse variant van het CBS – ongeveer 100.000 inwoners telt, zou voor de meerderheid islamitisch zijn. Dit komt doordat de voormalige textielstad in de vorige eeuw veel buitenlandse arbeiders trok; onder andere vanuit de voormalig Franse kolonie Algerije, waar de islam de heersende religie was. In de jaren dertig vervijfvoudigde hierdoor het aantal inwoners in de stad, terwijl in de rest van Frankrijk de populatie verdubbelde.

Hoeveel mensen vandaag de dag de islam aanhangen in Roubaix is officieel niet bekend; het is namelijk verboden gegevens van godsdienstovertuiging en etnische afkomst te vergaren in Frankrijk. Inwoners spreken zelf over ‘een groot aandeel’ en ‘het grootste deel van de bevolking’. Het stadsbestuur van Roubaix benadrukt echter in een mail geen uitspraak te willen doen over het aantal moslims in hun stad. Liever focussen ze zich op Roubaix als ‘een multiculturele stad waar meer dan honderd nationaliteiten naast elkaar leven’.

Ook de gesluierde zusjes Zeina* (16) en Maissa* (13), geboren en getogen in Roubaix, geven aan dat er veel moslims in de stad wonen. Ze komen net uit de moskee en zijn onderweg naar hun ouderlijk huis. Omdat zij naar school gaan, hebben ze beiden direct te maken met het abaja-verbod. ‘Deze wetgeving benadeelt ons. En met “ons” bedoel ik niet alleen moslimvrouwen, maar ook andere vrouwen. Ik zie dat niet alleen islamitische vrouwen een abaja dragen. Daarmee vind ik het geen religieus kledingstuk, maar een cultureel kledingstuk. Op dit moment wordt het onterecht aan de islam gekoppeld, wat heel generaliserend en stereotyperend werkt.’ Ondanks dat ze geïrriteerd lijken over de nieuwe maatregel geven ze aan dat ze zelf niet de abaja dragen op school. ‘Dat doen wij alleen naar de moskee.’ Wanneer er gevraagd wordt naar de uitspraak van het stadsbestuur van Roubaix, schudt Zeina driftig haar hoofd. ‘Ik vind het laf dat het stadsbestuur om de feiten heen draait. Dat de islamitische gemeenschap hier bovengemiddeld groot is, weten we allemaal. Dat mag, dat moét, erkend worden.’’ Ze lopen door en steken de Rue de Lannoy over, onderdeel van het centrum van Roubaix.

Gebroken ruit

Van de voormalige textielstad met veel werkgelegenheid is weinig terug te zien. Roubaix staat inmiddels in de top tien armste steden van Frankrijk. Bijna de helft van het inwonertal leeft hierbij onder de armoedegrens.  Ook in de wijk rond Rue de Lannoy is dit zichtbaar. Verf bladdert van de ramen, wind blaast door een gebroken ruit en overal slingert afval. De regen die gestaag neer druppelt, maakt het er niet beter op. De huizen zijn grotendeels afgesloten door luiken, waarnaast verschillende winkels het straattoneel verrijken. Een slijterij staat gebroederlijk naast een zaak die Turks brood aanbiedt.

Armoede in Roubaix

Armoede in Roubaix. Beeld Hendrina de Graaf

De buurt krult zich om het McArthurGlen-winkelcentrum heen, een designer outlet die door heel Europa te vinden is. Het geheel wordt afgesloten met hekwerk en een beveiliger die de tassen van elke inkomende bezoeker op wapens controleert. Een gemuilkorfde herdershond kijkt met hem mee. Op de vraag waarom dit nodig is, antwoordt de politieagent – die zijn naam niet vrij wil geven – dat de verschillen tussen arm en rijk in Roubaix groot zijn en dat dit spanningen oproept. Dit wordt voelbaar als een rondwandelende vrouw bezoekers dringend om geld verzoekt. Wanneer ze geen financieel resultaat krijgt, slingert ze de onbekenden ‘Racist!’ naar het hoofd.

Racisme

Midden in het McArthurGlen-winkelcentrum zit de seculiere Christelle* (54). Onderuitgezakt op een bankje doet ze haar verhaal. ‘Ik zie op straat steeds meer mensen in islamitische kleding lopen. De moslimgemeenschap van Roubaix lijkt alsmaar extremistischer te worden. Dat vind ik niet alleen, maar ook veel mensen om me heen. Ik voel me in mijn eigen stad steeds minder op m’n gemak.’ Kort nipt ze aan haar sigaret die tot dan toe in haar rechterhand rustte. ‘Ik vind het onzin dat de moslims schreeuwen dat de nieuwe maatregelen racistisch zouden zijn. Laïcité (scheiding van kerk en staat, red.) is niet racistisch; het is simpelweg hoe de Republiek werkt. De integratie van de Franse moslims is mislukt, dát is het probleem. Ze willen zich, tot op de dag van vandaag, niet aanpassen aan onze regels. En dat stoort mij mateloos. We zijn in Frankrijk, dus respecteer dan ook de Franse wetten.’ Christelle is niet de enige die er zo over denkt. Uit onderzoek van het CSA-instituut voor CNEWS geeft 82 procent van de Fransen aan achter het verbod te staan. Ook vinden ze het terecht dat de Franse laïcité op deze manier wordt nageleefd.

Scheiding kerk en staat

Laïcité is een bekende term in Frankrijk. Het land kent sinds 1905 namelijk een strikte scheiding van kerk en staat, stevig verankerd in de grondwet. De overheid dient neutraal te zijn en religie wordt niet langer gesubsidieerd. In eerste instantie keerde de wet zich tegen het sterk aanwezige katholieke geloof: haar symboliek was niet langer welkom in de samenleving die voortaan neutraal moest zijn.

De gedachte achter de strikte Franse scheiding van kerk en staat is dat iedereen ruimte krijgt om te geloven of niet te geloven, vertelt Niek Pas, die als universitair docent aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) gespecialiseerd is in de Franse geschiedenis. ‘Het gaat erom dat specifieke publieke ruimten – zoals het onderwijs – godsdienst-neutraal zijn, geen aanstoot kan geven door geloofsbelijdenis of neiging tot bekering – al dan niet door sociale druk.’ Pas erkent dat Franse laïcité door een Nederlandse bril soms lijkt op doorgeslagen neutraliteitsdenken: ‘Wij begrijpen in Nederland de inrichting van de Franse maatschappij slecht, omdat we gericht zijn op de Anglo-Amerikaanse cultuur zoals bijvoorbeeld in Engeland en Canada.’

Hoewel Nederland ook een scheiding van kerk en staat kent, ziet dat er toch anders uit dan in Frankrijk, legt Pas uit. ‘Omdat in Frankrijk de scheiding van kerk en staat in de grondwet staat, volgen daar allerlei beleidsbepalingen uit. In Nederland is dat heel anders. In het Franse parlement zal je niemand met hoofddoek zien.’

Klinkklare onzin

In Roubaix klinken ook andere geluiden. Karim* (41) – die zelf geen moslim is – noemt de abaja-ban “klinkklare onzin”. ‘De huidige ontwikkelingen vind ik absurd. Moslims worden – plat gezegd – aangevallen. Vaak genoeg zie ik christenen lopen met een kruisje aan hun ketting; daar wordt geen punt van gemaakt. Ziet men echter een abaja, dan is er gelijk paniek.’ Verslagen kijkt hij om zich heen. ‘Dat specifiek de abaja wordt verboden, is geen willekeur. Ik denk dat een aanzienlijke groep Fransen zich geïntimideerd voelt door de hoeveelheid moslims. Ik vind dat ze in het nieuws vaak extremistisch geportretteerd worden, wat de angst aanwakkert. Seculieren willen hun angst voor de islam onder controle krijgen, daarom kiezen ze ervoor om ruimte voor moslims in te perken.’

Ook Nassima* (35) deelt deze visie. Zij woont sinds 2013 in Roubaix. Samen met haar dochtertje van een jaar of vier – die ook een hoofddoek draagt – komt ze uit de moskee. ‘Wat ik absurd vind, is hoe sterk in Frankrijk de nadruk ligt op je geloof. Nooit wordt mij gevraagd waar ik vandaan kom, maar vaak genoeg klinkt de vraag of ik islamitisch ben.’ De  van oorsprong Algerijnse merkt dat de sfeer in Roubaix de laatste jaren is omgeslagen. ‘Toen ik hier net kwam wonen, leek niemand erom te geven dat ik met een hijab over straat ging. Nu is dat wel anders. Vrouwen die religieus gekleed gaan, krijgen veel negatieve aandacht. Zo liep ik laatst bijvoorbeeld door de trein. Terwijl ik zoekend om me heen keek naar een plek, pakte een Franse mevrouw haar tas en klemde deze angstig tegen zich aan. Dit kwetst mij. Ik hoop dat mensen ons ooit zullen zien voor wie we zijn, in plaats voor wat we geloven.’

Dat met name de laatste jaren de spanning tussen religieuze moslims en seculieren in Frankrijk toeneemt, herkent Niek Pas. ‘Dat heeft onder meer te maken met een hernieuwde religiositeit onder moslims. Tot de jaren tachtig waren Noord-Afrikaanse landen in meerderheid seculier. Nu staan daar onder meer vrouwenrechten onder druk. Europese landen met een flinke moslimpopulatie lopen er tegenaan dat de hernieuwde religiositeit de publieke ruimte binnen wil dringen. Doordat Frankrijk een sterke scheiding van kerk en staat heeft, levert dit botsingen op.’

*In verband met privacyredenen wilden diverse geïnterviewden niet met achternaam genoemd worden

Tegen nikab en polygamie

In 2016 zocht het Montaigne Instituut samen met marktonderzoeker IFOP uit hoe moslims in Frankrijk naar de laïcité kijken. Onder de ruim duizend respondenten zijn drie visies te onderscheiden. De eerste groep is de ‘zwijgende meerderheid’ die uit 46 procent van de respondenten bestaat. Zij hebben geen moeite met de Franse scheiding van kerk en staat. Tegelijkertijd beïnvloedt hun religie wel die samenleving.
Daarnaast zijn er de ‘conservatieven’. Deze groep maakt 25 procent uit van de mensen die onderzocht zijn. Ze zijn er trots op moslim te zijn, en vinden dat ze hun geloof in het openbaar mogen laten zien. Ze zijn erg religieus (de sharia-wet is belangrijk voor hen, maar ze respecteren ook de wet van het land), vaak voorstander van de uiting van religie op het werk, en vinden halal eten een kenmerk van een goede moslim. Wel zijn ze zowel tegen het dragen van de nikab – sluier die alleen de ogen vrij laat – als tegen polygamie. Zij hebben een ambivalente houding ten opzichte van laïcité.
De ‘autoritairen’ vormen de laatste groep, oftewel 28 procent van het geheel. Het zijn vooral jonge mensen die weinig onderwijs kregen en moeilijk werk kunnen vinden. Ze wonen in arbeiderswijken aan de rand van grote steden. Deze groep gebruikt de islam vooral om hun verzet tegen de rest van de Franse samenleving te laten zien. Ze zijn dan ook uitgesproken tegenstander van de scheiding van kerk en staat.
‘Hieruit kun je concluderen dat een aanzienlijk deel van de moslims in Frankrijk voor de verbreiding van de hoofddoek en de abaja is’, zegt Niek Pas. ‘Daarmee staat hun visie op de uitwerking van de laïcité haaks op de meerderheid van de seculiere inwoners. Het is duidelijk dat Frankrijk hiermee aan de slag moet.’

Foto’s door: Hendrina de Graaf

Mijn gekozen waardering € -