Alle dagen vaderdag – 12

Ruud van Gessel verhaalt over zijn demente vader: een man in de war.

Mijn vader heeft de tijd mee, hij moet nog alleen blijven wonen! De ontmanteling van onze verzorgingsstaat heeft namelijk ook zijn ‘positieve’ kanten. Oude mensen moeten zo lang mogelijk thuis blijven wonen en mijn vader, net als alle andere bejaarden, wil dat ook. Mijn vader is alleen dement en wat de overheid wil met ‘mantelzorgers, familiehulp’ en andere tralala zal in de praktijk niet werken. Het is de waan van politici die geen idee hebben hoe het dagelijks leven er buiten Den Haag uit ziet. Niemand gaat vrijwillig de buurman wassen!

Dat mijn vader nog alleen woont is te danken aan het feit dat al het geld wat er nog is aan zijn zorg wordt besteed. Ik en mijn broer hebben er simpel weg geen tijd en verder wonen we er te ver vandaan. In de ochtend en avond komt daarom de Thuiszorg bij hem langs, wordt zijn huis schoongemaakt, de medicijnen en het eten gebracht en het bloedprikken gebeurt sinds kort ook al thuis. Al met al een komen en gaan van mensen. Mijn vader ziet dat natuurlijk anders: ‘Ruud, ik ben zo blij dat ik alles nog zelf kan. Het is zo’n fijne dag!’

Even weer thuis

Heb ik zelf een fijne dag en de zon schijnt dan is het ook leuk om weer even ‘thuis’ te zijn. Ik loop de trap op naar de zolder waar eens mijn kamertje was en ruik de geur van vroeger. Mijn broer had in dit huis ook een eigen kamer want meer ruimte voor ons, de twee zoons, was de reden voor mijn ouders om te verhuizen van ‘de flat’ naar een nieuwbouw huurhuis buiten de stad. ‘Als de jongens het maar goed hebben’, vonden mijn ouders, al was mijn moeder in haar hart liever in de stad blijven wonen.

Ze kon intens genieten van de mensen om haar heen. Liefst gekke, zoals de dronkaard op de brug van de gracht. Hij verkocht ansichtkaarten waarvan de opbrengst direct werd omgezet in ouwe klare. Mijn moeder kocht altijd een kaart uit maar zei er wel bij dat hij daar brood voor moest kopen. Dat kon niet was zijn vaste antwoord, hij moest drinken omdat hij  ‘overspannen’ was in zijn hoofd.

Een schande

Thuis is het nu stil, ma is dood en mijn vader heeft een kat die niet kan miauwen, lekker rustig. Elke verandering is namelijk strijd, zeker bij ‘een man in de war’, maar het leven is nu eenmaal een voortdurende verandering! Zo was de ketel van de centrale verwarming door de woningbouwvereniging na jaren trouwe dienst vervangen, maar… De mevrouw van de Thuiszorg zag de lekkage als eerste, mijn vader zag niets. Van mijn zolderkamer tot aan het trapgat in de huiskamer liep het water. Het alarmnummer op de ketel van de woningbouwvereniging leidde aanvankelijk tot niets. De vervanging van de ketel was uitbesteed en de eigen servicedienst was al lang opgeheven. Ook dat is een van de vele zegeningen van de marktwerking

Na een paar uur werd er teruggebeld, het verantwoordelijke bedrijf had geen tijd maar er zou een andere loodgieter komen, de volgende dag weliswaar. Ik nam daar na overleg met de Thuiszorg geen genoegen mee en zo kwam er toch iemand langs. Ik ging direct van mijn werk naar het huis van mijn vader waar de monteur al bezig was.

Met een fototoestel, weliswaar. Hij wilde zich indekken tegen eventuele claims. Natuurlijk was alles ‘de schuld van de eerste installateur’ en zijn hoofd stond op onweer. Wat een medeleven dacht ik nog maar dat was een vergissing. Hij was boos op mijn vader en nog meer op mij en dat kwam zo.

Mijn vader had niet geweten waar de hoofdkraan zat, hij wist de meterkast niet meer te vinden en het was een schande dat ik een man in zo’n levensbedreigende situatie liet creperen. Hij sprak uit ervaring ‘laatst nog twee slachtoffers door kortsluiting, meneer!’

Pas na het nemen van de laatste foto’s begon hij aan wat hij eigenlijk moest doen: het dichten van de lekkage. 

Tekst: Ruud van Gessel

info@ruudvangessel.nl

Mijn gekozen waardering € -

Geef een reactie