Alle dagen vaderdag – 8

Ruud van Gessel verhaalt over zijn demente vader: een man in de war.

Bij elk seizoen hoort een herinnering, zoet maar sinds een paar jaar ook bitter. Waarom bitter? Als ik aan de laatste jaren terugdenk heb ik gevoel dat met het wisselen van de seizoenen mijn vader steeds meer in de war raakt. Van lente naar zomer zorgt nu voor aardig wat extra telefoontjes van zijn kant. Van de zomer naar de herfst is inmiddels goed voor heel veel telefoontjes. Mijn mobiel gaat soms wel meer dan tien keer op een dag. Ik moet bekennen dat ik vaak niet meer opneem. Ik zie natuurlijk dat mijn vader belt en ik heb mijn les geleerd. Na drie keer eerder wel opnemen weet ik dat er in zijn gesprekken, als ik opneem, niets zal veranderen qua inhoud.

De overgang van winter naar lente geeft meer zorg. Het is alsof mijn vader dan net als de natuur opnieuw wakker wordt. Jammer genoeg leidt dat bij hem niet tot vreugde en nieuw leven maar tot negatieve gevoelens en angsten. Het is alsof hij voelt dat de lente niet dat nieuwe leven betekent, maar dat dit jaargetijde hem juist weer dichter bij het definitieve einde brengt. Hij wordt er opstandig van en de oerkracht van de ontkiemende natuur maakt hem achterdochtig. Hij luistert niet meer, wordt onredelijk en hoort en ziet slechts het kwaad en de naderende dood.

Mijn schuld

Dat gevoel van paranoia kreeg afgelopen lente een bizarre wending. In de buurt waar hij woont kwam een zoon met relatie problemen tijdelijk bij zijn ouders wonen. Zij vertelden dat aan mijn vader toen zij hem op straat tegen kwamen. Hij vond dat natuurlijk heel spijtig. Mijn vader gunt iedereen een leven in harmonie en geluk, ook als ‘de man in de war’ die hij nu geworden is. Maar wat gebeurde er na deze ontmoeting? Hij was nog geen minuut thuis en de kracht van de nakende lente nam de macht in zijn hoofd over.

Hier was sprake van een complot bulderde het in zijn geest, de teruggekeerde zoon van zijn buren was uit op zijn huis en wie dat niet wilde geloven zat ook in het complot! Daar hoorde ik natuurlijk ook bij. Ik was zelfs verantwoordelijk voor de komende huisuitzetting, zijn eigen zoon Ruud! Mijn telefoon begon onophoudelijk over te gaan. Op te lichten weliswaar want ik had het geluid uitgezet: deed mij letterlijk en figuurlijk te veel pijn.

Ik ging van armoede toch bij hem langs maar niets hielp. Hij zag alleen nog maar het duister in zijn hoofd waarvan ik nu weet dat het langzaam uit moet razen. Zo gaat het altijd, zo gaat het al weer vele seizoenen. Dat wil ik ook iedere keer weer vergeten, liefst zo snel mogelijk maar de donkere voorjaarsstorm in zijn geest woedde dit jaar wel erg hevig. Ik voelde dan ook dat er iets bijzonders zou gaan gebeuren.

Bij de politie

Toen op een avond mijn telefoon met een voor mij onbekend nummer oplichtte voelde ik dat ik nu wel moest opnemen. Het was de politie. Mijn vader was scheldend op straat aangetroffen, zwaaiend met geld in zijn hand. Dat ‘ze’ niet moesten denken dat ze hem op straat konden zetten, want dan ging hij gewoon het land uit had hij geroepen. Een vriendelijke meneer had hem naar het bureau gebracht want waar hij woonde wist hij niet meer.‘Of ik hem op wilde halen’ vroeg een aardige agente en dat heb ik natuurlijk gedaan. Daar zat hij dan, de automatische voordeur van het bureau was vastgezet omdat hij steeds wilde weglopen. Ik zag aan zijn gezicht dat het in zijn hoofd rustig was geworden, hij babbelde honderduit en ik was weer de zoon die het ‘zo goed deed’, net als die andere zoon die ‘in grote auto’s deed’. De agente gaf mij nog het advies om zijn naam en adres en mijn mobiele telefoonnummer in de binnenkant van zijn jas te naaien.

In de auto naar huis vroeg hij mij waarom hij eigenlijk in het ziekenhuis was geweest. ‘In het ziekenhuis?’ vroeg ik verbaasd. Dat hij op het politiebureau had gezeten kreeg ik hem niet aan zijn verstand. Ik verloor even mijn geduld en begon te vloeken maar had daar als altijd direct spijt van. Even was er bij hem een moment van helderheid: ‘Bij de politie? Nou en! Daar heb ik recht op, ik betaal toch belasting?’ Eenmaal thuis namen we nog een kopje thee. Ik keek naar buiten, in zijn voortuintje klingelden de laatste sneeuwklokjes…

info@ruudvangessel.nl

Mijn gekozen waardering € -

Geef een reactie