We groeien op met het idee dat economische groei gelijk staat aan meer welvaart. Meer geld en meer bezit als graadmeter voor geluk. Maar als we kijken naar waar we daadwerkelijk gelukkig van worden, spelen spullen helemaal geen rol. Uit een 75 jaar lang lopend onderzoek aan de Universiteit van Harvard blijkt dat we het gelukkigst worden van betekenisvolle relaties met vrienden, familie en geliefden. Toch houden we krampachtig vast aan het kapitalistische idee van ‘hoe meer, hoe beter’: meer geld, meer spullen, meer kleding, meer huizen, meer auto’s, meer vakanties… Onze hebzucht zorgt voor verregaande problemen. Want om al dat ‘meer’ te produceren is heel veel energie nodig en fossiele brandstoffen zoals olie en gas raken op. Tegelijkertijd veroorzaakt de verwerking van die brandstoffen veel uitstoot van broeikasgassen, die als een ‘deken’ om de aarde blijven hangen waardoor de aarde opwarmt en het klimaat steeds sneller verandert.
Volgens het laatste rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), dat wereldwijde kennis op het gebied van klimaatverandering en de gevolgen ervan in kaart te brengt, zijn de gevolgen van extreem weer voor mens en natuur nog ernstiger dan werd gedacht. Meer dan duizend wetenschappers werkten mee aan het rapport en de boodschap is unaniem: willen we nog enige invloed uitoefenen op de vergaande gevolgen van klimaatverandering, dan moeten we nú in actie komen. De verbranding van fossiele brandstoffen en de uitstoot van broeikasgassen moeten naar beneden.
Minder weelde, meer welzijn
Het is dus tijd voor radicale verandering. We moeten van ‘meer’ naar ‘minder’. En dat vraagt om een totaal andere manier van denken en doen. Niet langer blind consumeren, maar bewust consuminderen. Want alleen minder consumeren betekent minder uitstoot en minder druk op het klimaat. Maar kunnen we dat wel? Kunnen we nog zuinig leven zonder het gevoel te hebben dat we inleveren op welvaart en geluk? Kunnen we dat stapje terug nog doen?
Het begint met een andere manier van denken: bewustwording. Stilstaan bij de gevolgen van onze leefwijze voor de aarde, het klimaat en de toekomst van onze kinderen. Verantwoordelijkheid nemen voor ons gedrag. Het vraagt ook om een andere kijk op ‘meer’ en ‘minder’. Want ‘meer’ is niet per se goed en ‘minder’ is ook niet slechter. Minder heeft juist heel veel voordelen. Minder economische activiteit betekent namelijk minder stikstofuitstoot, minder verlies van biodiversiteit en minder (snelle) klimaatverandering.
Ook steeds meer economen zijn ervan overtuigd dat minder economische activiteit ons op den duur juist welvarender maakt. Want als we minder spullen en minder kleren kopen, als we minder consumeren, hebben we (veel) minder geld nodig. En als we minder geld nodig hebben, hoeven we minder hard te werken. Te lang en te veel werken veroorzaakt stress. Stress op het werk is beroepsziekte nummer één. In Nederland krijgt één op de zes mensen te maken met burn-outklachten als gevolg van chronische stress. Chronische stress maakt ook andere aandoeningen erger, zoals hoofd- en buikpijn, rugklachten en psychische problemen zoals verslaving, angst en depressie. Minder werken betekent meer vrije tijd, meer rust, meer samenzijn met dierbaren en dus meer geluk. Het betekent minder haasten, minder onderhoud, minder opruimen, minder zorgen… Minder consumeren betekent dus eigenlijk meer kwaliteit van leven. Hoe brengen we die minder-mentaliteit in de praktijk?
Minder spullen, meer lokaal
Laten we beginnen bij onze ‘spullen’. De meesten van ons hebben ontzettend veel spullen. Onze kasten puilen uit… De spullen-industrie is een van de vervuilendste industrieën ter wereld. Het maken, verpakken en transporteren van spullen kost heel veel energie. Of het nu gaat om elektrische apparaten, pannen en potten of hebbedingetjes voor het huis: om al die spullen te produceren zijn grondstoffen, energie, water en land nodig. Onze koopdrift maakt de natuur kapot en daarmee snijden we onszelf in de vingers, want we hebben de natuur nodig om te overleven.
Minder spullen kopen dus, dat vergt commitment. Ben je bereid af en toe ‘nee’ tegen jezelf te zeggen? Om écht stil te staan bij je koopgedrag? Wat helpt is om jezelf bij elke aankoop af te vragen: heb ik dit écht nodig? Zo vermijd je impulsaankopen. Wil je iets hebben, slaap er dan eerst een nachtje over. Ook als het gaat om kleine aankopen. Een goedkoop product uit China heeft bijvoorbeeld een onevenredig hoge milieuprijs omdat het vervoer naar Nederland zo vervuilend is. Check dus ook waar producten vandaan komen. Over het algemeen geldt: hoe dichterbij geproduceerd, hoe minder vervuilend.
De regel dat dichterbij minder vervuilend is, kun je eigenlijk doortrekken naar alles. Simpelweg omdat transport erg vervuilend is. Het is verantwoordelijk voor ruim een kwart van de totale CO2-uitstoot in de Europese Unie en een factor in alle industrieën, want vervoer speelt overal een rol: bij spullen, kleding, voedsel, werk, vakantie. En hoe kleiner het gebied waarin we ons bewegen, hoe kleiner onze ecologische voetafdruk*. Zo heeft een bewoner van Afrika een voetafdruk van gemiddeld 1,1 hectare; de gemiddelde Nederlandse voetafdruk is zes keer zo groot.
Minder weggooien, meer hergebruik
Ga ook bewust om met het weggooien van spullen. Veertig procent van ons afval wordt niet gescheiden ingeleverd. Dit afval wordt verbrand met veel CO2-uitstoot tot gevolg. Een geheugensteuntje om bewustweg te gooien zijn de vier R-en: Reduce, Reuse, Repair en Recycle. Reduce, oftewel reduceer: breng je aankopen terug tot een kleiner aantal. Want wat je niet koopt, hoeft ook niet gemaakt en vervoerd te worden. Reuse: kijk of je spullen op een andere manier kunt hergebruiken. Van een oud kastje kun je bijvoorbeeld een poppenhuis maken. Repair: repareer. Stop die sokken in plaats van ze weg te gooien als er een gat in zit. Dat is nog rustgevend ook! Recycle: scheid je afval zodat het hergebruikt kan worden.
Minder kleding, meer bewustzijn
De gemiddelde Nederlander koopt maar liefst vijftig nieuwe kledingstukken per jaar. In ons kleine landje komen per jaar bijna één miljard kledingstukken op de markt. Het grootste deel wordt binnen een jaar alweer weggegooid. Het gaat daarbij voornamelijk om zogenaamde fast fashion: massaal en snel geproduceerde, goedkope kleding van matige kwaliteit. De mode-industrie vertelt ons dat we elk seizoen nieuwe kleding nodig hebben en als consument huppelen we gedachteloos achter die mode aan. Ondertussen verbranden we elk jaar miljoenen tonnen aan kleding en wordt de afvalberg aan oude kleding steeds groter.
Net als voor spullen, geldt voor kleding ook: wees bewust. Realiseer je dat je door zes kledingstukken minder te kopen, je al zo’n 40 kg CO2* bespaart. Ga voor kwaliteit in plaats van voor kwantiteit: liever wat minder kleding van goede kwaliteit dan een kast vol ‘goedkope troep’. Koop ook liever in de winkel dan online. Het opsturen (en retourneren) van pakketjes kost veel transport-energie. Check ook de tweedehands kledingwinkels bij jou in de buurt, je zult versteld staan van het mooie aanbod! Gooi kleding ook niet zomaar weg, maar maak er iemand anders gelukkig mee. Organiseer een kledingruil of verkoop je kleding online via vinted.nl.
Minder ver, meer dicht bij huis
72 procent van de transportbelasting komt van de weg. Minder vaak de auto pakken is dus een goede manier om het klimaat te ontzien. Bedenk elke keer dat je de auto pakt: is het écht nodig of kan het ook met de fiets of OV? De fiets is gratis lichaamsbeweging en in de trein kun je een boek lezen. Beide zijn goed voor je (geestelijke) gezondheid! Kun je niet om de auto heen, rij dan iets minder hard. Onderzoeksbureau TNO rekende uit dat als je van 130 kilometer per uur teruggaat naar 100 kilometer per uur, dat dertien procent aan uitstoot scheelt. En door iets minder hard te rijden verbruik je minder benzine en dat is nog goedkoper ook!
Een retourtje Amsterdam-New York met het vliegtuig is net zo schadelijk voor het klimaat als het eten van achthonderd Big Macs en één vliegvakantie naar Kreta kun je wegstrepen tegen zeven jaar milieuvriendelijke ledlampen in huis. Kortom: vliegen is enorm slecht voor het milieu. Vooral korte vluchten zijn relatief vervuilend omdat met name het opstijgen veel energie vergt. We zeggen niet: vlieg nooit meer. Wij zeggen: vlieg bewust! Moeten we echt naar Thailand op vakantie om daar tien dagen aan het strand te zitten, of kunnen we ook heerlijk op het strand vertoeven dichter bij huis? Je kunt je ook afvragen of het nodig is om vier keer per jaar op vakantie te gaan naar Verweggistan?
Misschien wordt een verre reis veel indrukwekkender en interessanter als we zoiets wat minder vaak ondernemen. Veel kinderen hebben voor hun tiende al zo veel gezien – op safari in Afrika, aan het strand op Bali, door de jungle in Costa Rica – dat iets nog maar weinig indruk maakt. Vliegreizen worden bovendien relatief goedkoop aangeboden, waardoor we bijna zouden vergeten hoe groot de milieuschade is. Zou het niet beter (en veel normaler) zijn als een grote, verre reis weer bijzonder wordt, een happening die ons nog jaren bijblijft?
Minder foto’s en filmpjes, meer opschonen
Leuk hoor, al die grappige en mooie foto’s van de kinderen die we heen en weer mailen en posten. Maar al die mails en bestanden draaien op enorme servers in datacentra. Die zogenaamde ‘cloud’ vreet energie. Zowel in productie als in verbruik. ICT veroorzaakt meer CO2-uitstoot in de wereld dan alle luchtvaart bij elkaar! Schoon dus af en toe je computer en social media op. Delete oude mails en vergeet je sent items niet. Delete ook filmpjes in je whatsapp en zet je foto’s op een harde schijf. Want hoe minder bestanden we opslaan en versturen, hoe minder capaciteit we vragen van datacentra, hoe minder elektriciteit we verbruiken.
Minder vlees, meer groente
Een duurzame levensstijl vraagt ook om een bewuste keuken. Ons dagelijks eten en drinken zorgt namelijk voor een kwart van onze CO2-uitstoot. Het telen van voedselgewassen en het houden van dieren kost energie, net als het verwerken, het verpakken en het vervoeren van voedingsmiddelen. Een van de eenvoudigste manieren om duurzamer te eten, is vaker plantaardig koken. De productie van vlees en zuivel legt namelijk een enorme druk op het klimaat. Dit komt omdat in dierlijke mest veel uitstoot zit en omdat de veestapel relatief veel land nodig heeft, want alle koeien, kippen en varkens moeten ook gevoerd worden. Maar liefst 80 procent van de Nederlandse landbouwgrond wordt gebruikt voor de vee-industrie. Ook importeren we soja en ander veevoer uit het buitenland: hier worden niet alleen oerwouden voor gekapt, ook het trans-Atlantische vervoer per boot is erg vervuilend.
Vaker plantaardig eten – dus zonder vlees, vis, eieren of zuivel – is niet alleen goed voor het klimaat, het is ook beter voor je gezondheid, zegt het Voedingscentrum. Te veel vlees draagt bij aan obesitas en hart- en vaatziekten. Pruttelt je gezin tegen? Kook dan eens plantaardig zonder dit te melden. De kans is groot dat ze het niet eens doorhebben! Ook vleeswaren op brood zijn makkelijk te vervangen door plantaardige alternatieven zoals pindakaas, humus of vegetarische smeerworst. Wil je toch een keer vlees eten: laat dan lamsvlees en rundvlees staan, die zorgen voor de meeste uitstoot van broeikasgassen.
Minder van ver, meer lokaal
Een belangrijke vuistregel bij het kopen van voedsel is ook: hoe dichterbij en natuurlijker het geproduceerd wordt, hoe kleiner de ecologische voetafdruk. Avocado’s uit Costa Rica leggen een veel grotere druk op het klimaat dan appels uit Nederland. Maar aardbeien en tomaten uit Nederlandse kassen kosten weer meer energie dan zongerijpte sinaasappels uit Spanje. Doorgaans zijn buiten geteelde groenten uit de regio en van het seizoen het best zijn voor de wereld. Het vraagt om een andere mentaliteit. Niet zomaar koken waar je zin in hebt, maar koken met wat er op dat moment door de natuur wordt aangeboden. Bijkomend voordeel is dat je vanzelf gevarieerder kookt en dat is goed voor de gezondheid!
Een leuke manier om écht lokaal te kopen, is Community Supported Agriculture (CSA): een nieuwe manier van voedselproductie direct van lokale boer naar klant, zonder de supermarkt als tussenpartij. Er zijn allerlei vormen van gemeenschapslandbouw en ook in de stad staan steeds meer stadsboer(inn)en op. Vaak kun je zelf – samen met de kinderen – de producten oogsten of ophalen. Fijne bijkomstigheid is dat zelf geoogste sperziebonen véél lekkerder zijn dan sperziebonen uit de supermarkt! Een ideale manier om je kinderen aan de groenten te krijgen… Tot slot: als je bedenkt dat we gemiddeld 34 kilo eten en 45 liter drinken per persoon per jaar weggooien, valt er qua voedselverspilling ook heel wat te winnen! Eenvoudige tips om minder voedsel te verspillen zijn: een boodschappenlijst opstellen, de houdbaarheidsdatum van producten in de gaten houden, koken met wat je in huis hebt en restjes van maaltijden invriezen.
Less is more
Wellicht moet je even slikken van al dat minderen… Door alle reclames om ons heen worden we continu aangespoord om juist meer te willen en meer te kopen. Maar als je het grotere plaatje gaat zien, hoe we de wereld kapot consumeren en we steeds gestrester raken van al dat gejaag naar meer, ga je vanzelf inzien dat alles een beetje minder juist rust en vrijheid brengt. Het is gewoon even wennen, de minder-mentaliteit. Maar dat geldt voor elk nieuw gedrag, een kwestie van oefenen. Als het ons lukt om met zijn allen een beetje te minderen, dan is er hoop voor een betere toekomst. Want minder betekent uiteindelijk meer: meer tijd, meer natuur, meer toekomst…
*Je ecologische voetafdruk is een waarde die weergeeft hoeveel land, water en energie er nodig is voor jouw levensstijl. Op de website van het Wereld Natuur Fonds kun je jouw ecologische voetafdruk berekenen: voetafdruktest.wwf.nl
*Bronnen: Milieucentraal, alivetoearth.org, natuurenmilieu.nl, NOS
STADSBOEREN
Groenten kopen van een boer uit je eigen regio? Vind een CSA-project bij jou in de buurt via www.csanetwerk.nl. Of zoek een boerderij via www.boerenenburen.nl.
MEER LEZEN?
Wil je bewuster leven en weten wat je zelf kunt doen voor het klimaat en een rechtvaardigere wereld? Dan is Dit is een goede gids van Marieke Eyskoot jouw boek. Het staat vol tips op het gebied van eerlijke kleding, natuurlijke verzorging, echt eten, eco-wonen en low-impact reizen. Het boek inspireert tot het maken van betere keuzes en doen wat je kunt en wat bij je past. Het geeft de juiste adressen, innovatieve merken, motiverende inzichten, fijne plekken, verrassende weetjes en handige oplossingen – precies wat je nodig hebt. En geweldig: speciaal voor kinderen is er een jeugdeditie van dit boek met tips en activiteiten om de wereld duurzamer en eerlijker te maken: Dit is een goed gidsje. Ook interessant is De verborgen impact van spullen van Babette Porcelijn, dat inzicht geeft in onze impact op de planeet. Die impact is groter dan we denken en als je weet waar de grootste problemen zitten, kun je effectief verduurzamen.
1 GEZIN = 4 HECTARE BOS
Een gemiddeld Nederlands gezin stoot 19.000 kilo CO2 uit per jaar. Om een beeld te geven: een boom die een jaar groeit legt 20 kilo CO2 vast in de takken en de stam. De 19.000 kilo per huishouden per jaar staat dus gelijk aan 950 bomen – 4 hectare bos – die een jaar groeien. Bron: Milieucentraal
INSPIRATIE
Meer tips en tricks om te consuminderen vind je op www.moedersminimalisme.nl en www.hetkanwel.nl.
Dit artikel komt uit de Natuurkrant
Foto: Unsplash