Annelies (37): “Ik werd heel jong moeder, ik was begin twintig en ging door een moeilijke periode. Ik was depressief, gebruikte veel drugs en leefde van een uitkering in een kraakpand. Mijn relatie met de vader was explosief en instabiel: de ene week aan, de andere week uit. Hij leidde wel een normaler leven dan ik. Hij had een baan, een huis en een stabiele familie. We hadden elkaar leren kennen in het uitgaansleven en ik was ongepland zwanger geraakt. In eerste instantie was ik heel blij. Ik dacht dat dit het begin zou zijn van een normaal leven…
Ik kom zelf uit een gebroken gezin met een verslaafde moeder. Vanaf mijn zesde heb ik in pleeggezinnen en internaten gewoond. Ik kijk terug op een ongelukkige jeugd. Ik ga het totaal anders doen, dacht ik! Alles wat ik zelf gemist heb, ga ik mijn kind geven. Maar toen mijn dochter eenmaal geboren was, realiseerde ik me steeds meer dat ik in de voetsporen van mijn moeder liep. Ik wilde het wel anders doen, maar dat lukte niet. Toen ik op een middag een black-out had na drugsgebruik, wist ik dat het zo niet langer kon. Mijn dochter was net drie jaar geworden. De vader – we woonden niet samen maar hadden wel contact – wilde voogdijschap over haar en dreigde een rechtszaak te beginnen. Ik heb toegegeven. Ik heb onze dochter aan hem gegeven, omdat ik diep in mijn hart wist dat dat het beste was. Bij hem zou ze een goed leven krijgen.
En zo is het ook gegaan. Mijn ex is getrouwd en leidt een huisje-boompje-beestje-leven. Mijn dochter heeft het goed bij hem. Ook met mij gaat het beter dan vroeger. Ik ben van de drugs af en ik steel niet meer. Maar om nou te zeggen dat ik gelukkig ben? Nee. Ik heb veel ups en downs, ik drink veel en ik blijf het moeilijk vinden om structuur in mijn dagen te brengen. Ik voel me ook heel schuldig. Welke moeder geeft haar kind nu weg? Maar ik voel me vooral slecht omdat ik geen contact heb gehouden: ik heb geen kaartjes gestuurd en ik heb niet gebeld op verjaardagen. Ik kon het niet, het deed te veel pijn. Het was makkelijker om helemaal afstand te nemen, dan om vanaf de zijlijn toe te kijken. Ik heb natuurlijk elke dag aan haar gedacht. Maar als een fantasie, een dagdroom. Ik kon de harde waarheid niet onder ogen zien.
Mijn dochter is inmiddels zestien jaar. Vorige maand stuurde ze mij een bericht via Facebook. Waarom ik haar in de steek had gelaten en waarom ik zo weinig contact heb gezocht. Ze wil me graag zien en me leren kennen. Ze klinkt heel lief en niet verwijtend. Toch voelde dat bericht als een mes in mijn hart. Ik had contact moeten houden! Ik had er voor haar moeten zijn! Afwijzing door een ouder is vreselijk, ik heb het zelf meegemaakt, ik weet hoe het voelt. En toch heb ik mijn dochter hetzelfde aangedaan.
Ik heb haar nog niet terug gemaild. Ik vind het heel moeilijk, want ik schaam me zo. Wat moet ik tegen haar zeggen? Het spijt me? Dat voelt te makkelijk. Wat ik heb gedaan valt niet goed te maken. Mijn vriend zegt dat ik het contact aan moet gaan en dat we elkaar moeten leren kennen. Ik vind het doodeng. Misschien vindt ze mij helemaal niet leuk? Ik ben nu heel bewust moed aan het verzamelen. Ik ga haar terugschrijven. Want ik wil graag een relatie met mijn dochter. Maar of dat nog kan…”
Foto van Artem Kovalev via Unsplash