‘Ze zeggen dat ik dement ben’
Als een verzopen kat stapt ze binnen. Op straat had ze mijn vriend aangesproken die aan zijn auto stond te klussen. In de war, want waar was Pieter? Hij zou haar toch ophalen? Het is koud, het regent, geen weer om buiten te dwalen. “Kom lekker binnen,” zeg ik, “wil je een kop warme koffie?”