Bang voor bankiers

Hoe beïnvloedt de financiële sector de publieke opinie? Frederieke Hegger interviewt Jan Kuitenbrouwer over de taal van de politiek in dienst van banken.

Jan Kuitenbrouwer is taalexpert en schrijver van het boek ‘De woorden van Wilders. Hoe ze werken’. Als campagneadviseur en journalist weet hij als geen ander hoe groot de invloed is van taal. Hoe het mensen hoop kan geven, maar ook bang kan maken. Kortom, hoe het onze kijk op de werkelijkheid bepaalt.

Welke taaltrucs worden ingezet door politici en de financiële sector? En wat doet dat met de man op straat?

Op Jans verzoek spreken we af in café Dauphine, een restaurant in Amsterdam. De zakelijke ambiance, het trendy interieur en de handige locatie (naast BNR Nieuwsradio en tegenover het Amstel station), maken het tot een hotspot voor journalistiek Nederland. Zo ook voor Jan. De taalexpert staat bekend om zijn kleurrijke bloezen, maar vandaag is het een bescheiden blauwe kleur geworden. Tot mijn spijt kijk ik tijdens het interview dus niet aan tegen een roze bloemetjesprint.

In je werk adviseer je politieke partijen over het succesvol beïnvloeden van de publieke opinie. Zitten er ook spindoctors aan tafel bij de financiële instellingen?

“De grote partijen in de financiële sector zijn zich heel erg bewust van hoe de moderne media werken. Er wordt natuurlijk achter de schermen overlegt, nagedacht en een communicatiestrategie opgesteld.”

Kan je daar een voorbeeld van noemen?

“Dat financiële instellingen goed nadenken over hun communicatiestrategie is bijvoorbeeld te zien in de documentaire The Inside Job. Credit rating agencies, instellingen die de financiële stabiliteit van banken en overheden beoordelen, liggen in deze documentaire onder vuur vanwege het feit dat zij, voorafgaand aan de crisis, banken steevast te positief beoordeeld hebben. De agencies worden in de film aangesproken op hun fouten en verantwoordelijkheden. Vervolgens zeggen vertegenwoordigers van de credit rating agencies: Ja, maar onze beoordelingen ‘zijn maar meningen’. Van jurist tot woordvoerder, iedereen nam dat standpunt in. Er is bewust gekozen voor zo’n boodschap, want het gaat in de financiële sector om reusachtige belangen."

Wordt er meer gezegd in de media dat in het belang is van de financiële sector?

“Politici zeggen vaak dat er maar één mogelijkheid is. Het redden van een bank bijvoorbeeld. Andere scenario’s zijn gevaarlijk. ‘There is no alternative’, zei Margeret Thatcher. Er is geen alternatief. De enige optie is de vrije markt economie. Die denkwijze zie je ook bij politici die nu aan de macht zijn.”

Bij de nationalisering van SNS Bank leek het ook alsof er geen alternatief was. Minister Dijsselbloem zei letterlijk dat de regering SNS moest redden vanwege “het ernstige en onmiddellijke gevaar dat van die situatie uitging voor de stabiliteit van het financiële stelsel”. 

“Wat mij opvalt is dat, behalve de politici op de flanken, de politici in het midden bang zijn voor de financiële industrie en ze daarom handelen in het belang van banken. Dat heeft Minister Dijsselbloem ook gedaan. Ik dacht: we gaan het een keer niet doen: de bank redden. Maar ook hij zei dat het de enige optie was, omdat er anders gevaar dreigde. Dat is angstcommunicatie. Media nemen dergelijk taalgebruik van politici en economen vaak over. In de krant lees je bijvoorbeeld ook elke dag over ‘gevaar’ op de beurs: meltdowns, crashes. Apocalyptische en angstwekkende beelden.”

Hoe beïnvloedt dat soort angstcommunicatie de man op straat?

“Het maakt mensen bang. Dertig jaar geleden leefden mensen niet met het idee dat hun toekomst afhankelijk was van de beurs. Het hele idee dat ons economische lot in handen ligt van beurshandelaren en financiële sector; dat is beangstigend.”

Maar wie is er gebaat bij een bang volk?

“De neoliberale agenda is al tientalle jaren gediend bij angst. De verzorgingsstaat was in de ogen van het volk nog iets moois in de jaren ‘80. Maar tien jaar later hebben neoliberale politici bewust een monster gemaakt van de verzorgingsstaat in de media. Het was heel hip om het standpunt in te nemen dat financiële instellingen minder regels nodig hadden. Politici zeiden dat ‘de deregulering noodzakelijk was voor onze overleving’ of dat ‘het gevaarlijk was om het niet te doen’. Terwijl we nu zien dat het juist gevaarlijk was om het wel te doen. De Britse politicus Peter Mandelson van de Labour Party zei zelfs dat het geen enkel probleem was dat de top van de financiële sector schathemeltje rijk zouden worden. Dat is toch een soort collaboratie met de financiële sector of op zijn minst verraad naar de gewone man.”

Zouden journalisten niet door die angstcommunicatie heen moeten prikken en moeten opkomen voor ‘de gewone man’?

“Media zijn op zoek naar de hyperbool, ze overschatten het gevaar liever dan het te onderschatten. Ze nemen die angstcommunicatie dus graag over, want dat verkoopt kranten. Maar journalisten zouden juist op zoek moeten gaan naar de werkelijkheid en niet altijd met de angstretoriek van politici of bankiers mee moeten gaan.”

Stel dat je zegt: er is wél een alternatief. Het financiële systeem kan en moet anders. Hoe ga je het debat aan over een nieuwe economie? 

“Dat is the billion dollar question. Daar ben ik zelf ook nog naar op zoek. Je moet het in elk geval hebben over immateriële en essentiële waarden van mensen. Zoals de waarde van zekerheid en het kunnen onderhouden van je familie. Uiteindelijk is dat belangrijker dan steeds maar die economische groei. Banken zitten helaas niet zo in elkaar. Het gaat hen om korte termijn groei en niet om de gevolgen daarvan. De financiële sector heeft een soort geloof in magie: ze toveren een groot stuk rendement ergens vandaan, terwijl de rekening daarvan wordt betaald door de laagste in de voedselketen. In een debat over een nieuwe economie moet je het effect van de crisis op deze groep mensen laten zien. Maar je moet ook laten zien hoe de financiële sector werkt. Als het moet door middel van naming and shaming.”

Er ligt dus een taak voor de journalistiek.

“Ja. Het gaat om het openbreken van gesloten werelden en het laten zien van de realiteit. Dat je op een andere manier laat zien wat er gebeurt. Op een gegeven moment zie je dan wat er aan de hand is en je denkt: we worden bedrogen. Dat is misschien niet de taal van de vernieuwing, maar wel van de woede.”

 

Extra:

Meer over politieke (angst)communicatie: de BBC documentaire The Power of Nightmares van Adam Curtis, de boeken van George Lakoff en Drew Westen.

Meer over Jan Kuitenbrouwer: volg hem op Twitter, bezoek zijn Taalkliniek, lees zijn columns of bekijk zijn (behoorlijk komische) videoblogs.

Journaliste Frederieke Hegger (@FrederiekeHinterviewt experts over de crisis en de hervorming van de financiële sector.  Kijk voor de overige interviews op www.economievanmorgen.nl.

Mijn gekozen waardering € -

Geef een reactie