Bart De Wever blijft bij de les

Als Vlaams politicus en burgemeester van Antwerpen deinst Bart De Wever nooit terug voor een boude uitspraak of confronterende opinie. Van huis uit is hij echter historicus. In die hoedanigheid schreef hij het boek Het verhaal van Antwerpen. Een kloek boekwerk waarin voor de verandering geen onvertogen woord uit zijn mond komt, alhoewel de Vlaams-nationalistische politicus De Wever toch ook om de hoek komt kijken.

De Wever begint zijn verhaal in het jaar 57 voor Christus wanneer Julius Caesar op veldtocht is in onze contreien en het opneemt tegen stammen die hij Belgae noemt. Die stammen geven zich niet zonder slag of stoot gewonnen, maar uiteindelijk moeten ze het Romeinse gezag erkennen. Niet dat dit een probleem was voor wat eeuwen later was uitgegroeid tot de stad Antwerpen. Sterker nog: Antwerpen heeft zich altijd sterk verbonden gevoeld met Rome en de oude Romeinen.

Zo bracht de Antwerpse drukker Roland Van Den Dorpe 15 eeuwen later het toen al bekende verhaal uit over de Romeinse soldaat Silvius Brabo, zogenaamd een familielid van Caesar. Deze moedige soldaat zou de reus Antigoon die heerste over de Schelde een kopje kleiner hebben gemaakt. Antigoon vroeg tol aan iedereen die de Schelde wilde oversteken. Dat vond Brabo buiten proporties en hij ging het gevecht aan. Na zijn overwinning hakte hij de hand van de reus af en gooide die in de Schelde. Hand werpen verbasterde vervolgens tot Antwerpen, zo wilde de sage.

Dit heeft in werkelijkheid natuurlijk nooit plaatsgevonden. Brabo heeft aan het verhaal wel meerdere standbeelden overgehouden. Een daarvan staat sinds de 19e eeuw prominent voor het stadhuis aan de Grote Markt. De Antwerpenaren eerden de Romeinen verder door op talloze gebouwen de spreuk Senatus Populusque Antverpiensis (S.P.Q.A) aan te brengen (de raad en het volk van Antwerpen). Een variant op het oude Romeinse S.P.Q.R.

Drieëndertig verhalen over Antwerpen

Na de sage over Silvius Brabo, alom bekend en geliefd in Antwerpen, beperkt De Wever zich in de overige verhalen voornamelijk tot de verifieerbare geschiedenis. Die verhalen behelzen uiteenlopende onderwerpen. Antwerpen als handelsstad en havenstad,  Antwerpen als het centrum van de boekdrukkunst in de 16e eeuw. De omgang van Antwerpenaren met vreemdelingen (‘inwijkelingen’) in vroeger eeuwen. Hoe de gezondheidszorg in de stad vroeger was georganiseerd. De liefde van Antwerpenaren voor bier en daarmee samenhangend de vele brouwerijen in de stad. Bestuur van en rechtspraak in de stad. De religieuze en kunstzinnige kant van Antwerpen. Et cetera.

Veel verhalen spelen zich grotendeels af tussen de 14e en 16e eeuw. De 16e eeuw, de Antwerpse Gouden Eeuw, komt uitgebreid aan bod. Antwerpen verkeerde toen op het hoogtepunt van haar roem. Een roem die te maken had met het beeld van de stad als een plaats waar heel veel was toegestaan. Dit was mede het gevolg van de privileges die de stad door de eeuwen heen had gekregen op het gebied van bestuur en handel. De Wever haalt herhaaldelijk aan dat het stadsmagistraat de Antwerpenaren uit economische overwegingen zo veel mogelijk hun gang lieten gaan. Men wilde de vele buitenlandse handelaren niet te veel voor de voeten lopen.

Helaas zorgden invloeden van buitenaf dat deze status van vrije stad niet te handhaven viel. Met de opkomst van het protestantisme vanaf 1520 vestigden zich steeds meer protestanten in Antwerpen. En dat was een probleem. Niet zozeer voor het stadsbestuur. Wel voor de hogere machthebbers, keizer Karel V en zijn zoon/troonopvolger Filips II in het bijzonder. De rest is gekende geschiedenis voor iedere Belg en Nederlander. De opstand tegen het katholieke regime, de Beeldenstorm, Willem van Oranje, de Tachtigjarige Oorlog, de Spaanse Furie in Antwerpen in 1576 en de vernietiging van Antwerpen in 1585. De Wever gaat er uitgebreid op in.

De Wever zoals we hem kennen

Bart De Wever staat bekend als belangrijkste pleitbezorger van de Vlaamse wens naar zoveel mogelijk politieke zelfstandigheid. Het liefst zouden hij en zijn Nieuw-Vlaamse Alliantie het einde van België en een onafhankelijk Vlaanderen bewerkstelligen. De laatste jaren lijkt hij in te zien dat een volledige implosie van België politiek niet gaat lukken. Desondanks blijft hij continu hameren op de tegenstellingen tussen het huidige Vlaanderen en Wallonië en op zijn oplossing daarvoor: het confederalisme. Aangezien ik geen fan ben van zijn politieke opvattingen, twijfelde ik vooraf of ik het boek wel zou willen aanschaffen.

Het moet gezegd dat De Wever in de eerste 400 pagina’s keurig de historicus blijft die gebeurtenissen verklaart en toelicht. Maar vanaf het moment dat hij komt te spreken over de militaire verdediging van Antwerpen in de tweede helft van de 19e eeuw, hoofdstuk Weg met de kasteelen, komt ook de politicus De Wever tot leven.

Gedurende die 19e eeuw rezen er vragen over de effectiviteit van de stadsomwalling die Antwerpen moest verdedigen tegen een eventuele aanval door een buitenlandse macht. Koning Leopold 1 en zijn regering wilden de omwalling versterken. Aanvankelijk ging het Antwerpse stadsbestuur daarin mee, want zo kon ook het havengebied tegelijkertijd worden uitgebreid. Randgemeenten als Mortsel, Wilrijk en Deurne (die laatste twee hoorden toen nog niet bij Antwerpen, Mortsel is nog steeds een zelfstandige gemeente, red.), verzetten zich daar echter tegen. De grootgrondbezitters in die gemeenten vooral. Zij vonden steeds meer gehoor bij de Antwerpenaren zelf die vreesden dat de nieuwe fortificatie zou leiden tot een groter gevaar op schade aan de stad in plaats van een betere verdediging. Die Antwerpenaren verenigden zich in een beweging, Meeting genaamd, en De Wever wijdt 12 pagina’s aan hen in het genoemde hoofdstuk.

De Wever gaat uitvoerig in op het ontstaan ervan, de belangrijkste leden en hun actie gericht op koning en regering om hun plannen te doen wijzigen. Dat lukte uiteindelijk niet. De verdedigingsgordel rondom Antwerpen stad en verder in de provincie werd gebouwd. De Wever noemt de Meeting wel ‘een Vlaamsgezind, democratisch en zeer Antwerps experiment’ (pag. 439). De Meeting was invloedrijk in Antwerpen vanaf zeg 1862 tot en met halverwege 1872. Op pag. 440 steekt De Wever de beweging nog een veer in de kont.

‘Het Meeting-experiment was in Antwerpen dood, maar leefde in Brussel verder. Tot 1900 stuurde de Meeting vertegenwoordigers naar de Kamer (parlement, red.), met klinkende namen als Jan De Laet en Edward Coremans. Voor de Vlaamse beweging was ze van groot belang. Haar parlementsleden verdedigden niet alleen de Antwerpse belangen, maar ijverden voor de vernederlandsing van het bestuur en vroegen aandacht voor de culturele eigenheid van Vlaanderen.’ (Het Frans was in die tijd de bovenliggende taal in België. Aan het hof, in de politiek, de rechtspraak en het onderwijs, red.)

De Meeting verdient zeker een plek in het verhaal over het Antwerpen in de tweede helft van de 19e eeuw, maar het zal De Wever ook om andere redenen goed zijn uitgekomen om dit uitgebreid ter sprake te kunnen brengen. Hetzelfde geldt voor zijn relaas over Hendrik Conscience, de man die Vlaanderen Nederlands leerde lezen in dezelfde eeuw, in het hoofdstuk Veelbesproken standbeelden. De Wever trekt ten slotte voor een derde keer de Vlaams-nationalistische kaart in het hoofdstuk Vlaamse stad.

Enige weet van algemene geschiedenis vooraf is nuttig

Begin dit jaar zond de VRT de historische reeks Het verhaal van Vlaanderen uit. Een reeks die veel kijkers trok. De lezers van het boek onder hen zijn dus recent (opnieuw) vertrouwd gemaakt met de buitenlandse keizerrijken en hertogdommen die het in de Zuidelijke Nederlanden voor het zeggen hadden tot aan het ontstaan van het land België in 1831. Bij veel Nederlandse lezers zal dit niet direct (meer) het geval zijn. Het is nuttig om enige kennis over het Heilige Roomse Rijk en de Bourgondiërs paraat te hebben om de eerste pakweg 300 bladzijden van het boek van De Wever goed te kunnen volgen.

In een historische verhandeling die vele eeuwen beslaat, ontkom je er niet aan veelvuldig man en paard te noemen bij het beschrijven van belangrijke gebeurtenissen. De Wever doet dat dan ook uitgebreid. Hij legt omstandig uit hoe het bestuur van de stad gedurende de opeenvolgende eeuwen in elkaar zat, wat bepaalde benamingen/termen inhielden en hij lepelt vele namen op van Antwerpenaren die van grote betekenis waren voor de ontwikkeling van de stad. Wat erg leerzaam is voor de moderne Antwerpenaar, want hun invloed leeft nog immer voort. Al is het maar in de straatnamen, musea en dergelijke die naar velen zijn vernoemd.

Vlot schrijversduo

Het verhaal van Antwerpen is een lekker leesbaar boek. Vooral de verhalen die niets met politiek te maken hebben, lezen makkelijk weg. Waar nodig geeft De Wever onderaan de pagina nadere uitleg over een term of persoon. Of een vertaling bij een citaat in het Frans of Latijn. Ondanks zijn voorliefde voor de oude Romeinen en het Latijn staat er logischerwijs veel meer Frans in het boek dan Latijn.

Op de cover zien we ook de naam van Johan Vermant staan, de woordvoerder van De Wever. In zijn inleiding schrijft de Antwerpse burgemeester dat het boek ook voor een groot deel op naam komt van researcher en coauteur Johan Vermant. ‘Hij was de sherpa die de zwaarste lasten van dit boekproject tot aan de meet heeft gedragen. Zonder hem lag dit boek er niet, of zou het minstens veel langer op zich hebben laten wachten.’

Ik heb al opmerkingen voorbij horen en zien komen waar De Wever de tijd vandaan haalt om zo’n dikke pil te schrijven. Naast zijn werk als burgemeester, partijvoorzitter van de N-VA en auteur van boekwerkjes over actuele politieke onderwerpen. Het antwoord luidt dus naar de naam Vermant. Ongetwijfeld zal de uiteindelijke tekst niet zonder de goedkeuring van De Wever zijn gepubliceerd. De heren zijn met het boek in elk geval bij de les gebleven door hun eigen politieke ideologie niet al te opzichtig erin te verwerken.

Voor Antwerpenaren en Vlamingen is Het verhaal van Antwerpen zeker interessante lectuur. Je leert De Wever op een luchtigere manier kennen. Ook de vele Nederlanders die eenmalig dan wel regelmatig naar de koekenstad afzakken voor vertier kunnen het nodige leren over de omgeving waar zij zeker en vast zullen rondwandelen. Als ze zich erin willen verdiepen tenminste. Een punt van kritiek mijnerzijds is dat De Wever zijn verhaal al eindigt in de jaren 20 van de vorige eeuw. Me dunkt dat er nadien nog het nodige is gebeurd in Antwerpen dat het vertellen waard was.

WO II, de vele nieuwe inwoners van Antwerpen uit alle hoeken en gaten van de wereld en de spanningen die dat met zich meebracht (rellen Borgerhout begin deze eeuw). De criminaliteit in en rond de rosse buurt jaren 90/begin deze eeuw. Of de vele decennia dat de socialisten de burgemeester leverden. Ik noem zomaar een paar zaken uit mijn hoofd op. Niets van dit alles valt terug te vinden.

Tot slot voor de Nederlanders nog een leuk feitje uit het boek. Koning Willem-Alexander is dankzij zijn voorouder Willem van Oranje burggraaf van Antwerpen. Inhoudelijk stelt die titel, helaas voor hem, niet veel voor. Maar mocht Willem-Alexander ooit de brui geven aan het koningschap en ergens anders willen gaan wonen waar hij een zekere status behoudt, is Antwerpen een interessante optie voor hem.

Mijn gekozen waardering € -

Johan Peters is een freelance journalist/redacteur die momenteel in Antwerpen woont, maar zeker ook beschikbaar is voor de Nederlandse markt. Zijn interessegebied is breed. Een van de hoofdonderwerpen daarbinnen is leven met een beperking. Rond dat thema heeft hij een aparte website: https://www.mensenmeteenbeperkingaanhetwoord.be/