‘Bij Reakiro lopen we niet voorop, maar we houden mensen ook niet tegen’

België kent sinds kort zowel in Leuven als in Brugge een inloophuis voor psychiatrisch patiënten met een euthanasiewens. De dood zullen ze daar niet vinden. Wel begrip. Steun. En begeleiding.

In een statige straat die naar de middeleeuwse Vismarkt leidt, zetelt de Leuvense tak van Reakiro. Een organisatie die vijf jaar geleden ontstond omdat psychiaters die werkten voor de psychiatrische ziekenhuizen van de Broeders van Liefde en het Universitair Psychiatrisch Centrum van de Katholieke Universiteit Leuven, zagen dat ze weinig te bieden hadden aan patiënten met een doodswens. “Zij wilden dat er een plek zou komen waar levenseinde vragen geen taboe zouden zijn en de dood bespreekbaar’’, vertelt coördinator Luc Bemelmans. “Maar waar ook ruimte zou zijn voor zingeving en levensperspectief.’’

De goedlachse Bemelmans neemt mij mee de granieten trappen op naar de eerste verdieping van het Leuvense inloophuis. In twee voormalige slaapkamers van het appartement houden ervaringsdeskundige Hilde Nys en psycholoog Thijs Vanhie kantoor. In de keuken is plek om koffie te drinken en de lichte woonkamer, ingericht met Ikea-klassiekers, wordt gebruikt voor groepssessies en individuele gesprekken. Op de tweede verdieping is het kantoor van Bemelmans, en ook daar is een grote woonkamer die gebruikt wordt voor groepsbijeenkomsten. “Maar die moeten we nog iets meer aankleden. Die oogt nog niet zo uitnodigend als de living op de eerste verdieping’’, lacht de coördinator verontschuldigend.

Ondraaglijk lijden

Het Leuvense inloophuis opende eind maart 2020 en blijkt in zoveel behoefte te voorzien dat in Brugge in mei vorig jaar een tweede plek werd geopend. Ook daar is het druk. In nog geen jaar tijd zagen de hulpverleners in Brugge 180 mensen die ondraaglijk psychisch lijden. In totaal wisten in dik drie jaar tijd ruim 750 mensen de twee vestigingen al te vinden.

“Het is een taboe om over je doodswens te spreken’’, vertelt ervaringsdeskundige Hilde Nys. “Mensen weten niet hoe ze daar mee om moeten gaan. Ook veel psychiaters niet. Bij Reakiro is die doodswens wel bespreekbaar. En er is begrip. Ik heb zelf ook geworsteld met het leven, en had de wens er niet meer te zijn. Pas nadat mijn ziekte werd gediagnostiseerd en ik na jaren eindelijk de juiste medicatie kreeg, veranderde dat. Maar ik zie hier ook mensen waarbij medicatie niet aanslaat en waar geen enkele therapie helpt. Ik begrijp dat zij niet meer willen leven.’’

Euthanasie

De mensen die het leven echt niet meer aan kunnen, worden doorverwezen en begeleid naar Belgische organisaties die wél euthanasieverzoeken inwilligen. Als zij behandeld worden in een ziekenhuis van de Broeders van Liefde of het Universitair Psychiatrisch Centrum in Leuven kunnen zij daar hun euthanasieverzoek indienen. Anderen worden doorverwezen naar het medisch team van Vonkel en die van Leif. Bemelmans: “Reakiro voert geen euthanasie uit. Expliciet niet.  Wel spreken we over alle ambivalenties. En alle vragen die mensen hebben over de dood en hun doodswens.’’

De coördinator vertelt dat sommige mensen heel duidelijk zijn. “Die willen dood en willen dat wij hen de weg wijzen. Dat doen we dan ook. En helpen hen met de euthanasieprocedure. Maar anderen zijn veel minder zeker van hun zaak. Twijfelen. Hebben bijvoorbeeld helemaal geen huisarts waarmee ze hun verhaal kunnen delen. Of een psychiater die hen kan helpen. Of zelfs helemaal geen netwerk. Daar proberen wij ze dan mee te helpen.’’

Ongemak

In het kantoor van psycholoog Thijs Vanhie bekruipt mij even het gevoel alsof ik bij een christelijk opvanghuis voor ongewild zwangeren terecht ben gekomen waar de hulpverlener mij ervan poogt te overtuigen om niet voor een abortus te kiezen. Dat voelt heel ongemakkelijk. Ik confronteer de 32-jarige Vanhie met mijn ongemak. Hij reageert verbaasd. “Heb je het gevoel dat wij tegen euthanasie zijn?’’ Vanhie kijkt mij aan en zegt dat ‘Reakiro juist een vrijplaats is waar plek is voor alle meningen’. “We zijn niet tegen euthanasie. Absoluut niet. Maar ook niet absoluut voor. Wij willen juist uit die polarisatie blijven. Wij willen vooral zorgvuldig zijn.’’

Hij vertelt dat hij binnenkort voor het eerst een euthanasie bijwoont. Op verzoek van een vrouw die hij jarenlang heeft begeleid. “Dat zij mij heeft gevraagd om erbij te zijn, vind ik een compliment voor de weg die we samen hebben afgelegd. Ik ben daar dankbaar voor. Maar ik zou nooit een actieve rol willen spelen bij euthanasie. Ik wil de macht niet hebben om te oordelen. Ik zou achteraf namelijk altijd bang zijn dat ik een verkeerd oordeel zou hebben geveld.’’

Lijden

Bedachtzaam: “Ik wil mensen niet verlossen van hun lijden, maar leren hoe zij hun lijden kunnen verdragen. En als ze verlossing vinden via euthanasie, is dat hun keuze. Ik vind dat verdrietig, maar respecteer die keuze en steun ze daar ook in. Die twee routes hoeven elkaar niet uit te sluiten.’’

Dat Reakiro wordt gefinancierd door de rooms-katholieke Broeders van Liefde geeft zuurstof aan mijn argwaan. Want de rooms-katholieke kerk vindt het leven heilig, en ziet de zin van het lijden als een belangrijk begrip in het christendom. Dat geldt ook voor de Broeders; de beschermwaardigheid van het leven vinden zijn heel belangrijk. Maar zij hechten tegelijkertijd ook zeer aan de autonomie van de patiënt. Thijs Vanhie: “Als mensen écht dood willen, stuur ik ze door naar Leif of Vonkel, en vertel hoe ze de euthanasieprocedure kunnen doorlopen. Bij Reakiro lopen we niet voorop, maar we gaan mensen ook niet tegenhouden. We proberen vooral goed te luisteren naar wat mensen willen.’’

Laagdrempelig

Rond het middaguur druppelen de eerste gasten binnen. Twee vrijwilligers helpen ervaringsdeskundige Marjon Goethals om de planten van het balkon te halen. Daarna zullen ze samen met alle andere mensen die nog komen aanwaaien, lunchen in de woonkamer. Daar is ook ruimte voor gesprek als mensen daar behoefte aan hebben. Coördinator Bemelmans wil niet dat ik daarbij ben. “Ons inloophuis is heel laagdrempelig. Ik ben bang dat als er een journalist aan tafel zit dat mensen een volgende keer niet meer durven komen.’’

In zijn kantoor op de tweede verdieping vertelt Bemelmans dat Reakiro tweewekelijkse groepssessies organiseert en ook een-op-een gesprekken faciliteert. “Wij geven geen therapie’’, benadrukt hij. “Wij luisteren en gaan in gesprek met mensen die psychisch lijden en die worstelen met het leven. We hebben het over hun euthanasiewens, maar ook over het levensperspectief. Je zou het palliatieve zorg voor psychisch lijden in een niet-terminale situatie kunnen noemen.’’

Te zwaar

Hij vertelt dat ze in Leuven wekelijks vijf tot tien aanmeldingen krijgen van mensen met zware psychiatrische problemen. “Met sommigen voer je één gesprek, terwijl je andere mensen wel twee jaar of meer volgt.’’ Hij vertelt dat in het begin alle medewerkers zo’n acht gesprekken op een dag deden. “Maar dat bleek al snel te zwaar. Nu doen we per persoon maximaal vier gesprekken op een dag. En we checken elkaar regelmatig of alles goed gaat, en hebben tweewekelijks een intervisie-bijeenkomst.’’

Bemelmans vertelt dat psychiatrisch patiënten met een euthanasiewens in België vaak wel drie jaar bezig zijn voor hun verzoek wordt behandeld. Dat komt onder meer omdat de Vlaamse Vereniging voor Psychiaters en de Orde der Artsen in 2017 extra richtlijnen hebben opgesteld nadat de familie van een vrouw die in 2010 euthanasie heeft gekregen wegens psychisch lijden, keer op keer naar de rechter stapte. De familie van de toen 38-jarige Tine Nys, vond namelijk dat de arts onzorgvuldig had gehandeld.

In de extra richtlijnen staat dat sinds zes jaar drie artsen fysiek moeten samenkomen om het euthanasieverzoek te beoordelen. Dat de patiënt uitbehandeld moet zijn, en ook de naasten van de patiënt moeten worden betrokken bij het verzoek. Ook moeten er minstens 2 psychiaters naar het verzoek kijken, en beiden moeten positief adviseren. “Dat betekent dat er sinds de rechtszaken nóg minder artsen zijn die een euthanasieverzoek van een patiënt die psychisch lijdt, willen inwilligen’’, zegt Bemelmans.

Suïcide

“Als het zo moeilijk wordt gemaakt, is voor sommige mensen suïcide de enige uitweg’’, stelt ervaringsdeskundige Marjon Goethals. “Mensen met een euthanasiewens worden sinds 2017 van het kastje naar de muur gestuurd en worden nog wanhopiger. Het is fijn dat zij hier hun verhaal kunnen doen, worden gehoord en worden begeleid in hun zoektocht.’’

In de ietwat rommelige woonkamer op de tweede verdieping vertelt Goethals dat zij samen met psycholoog Vanhie een lotgenotengroep begeleidt. “Meestal zijn er zo’n zes personen waarvan van de jongste in de 20 is en de oudste in de 60. Bij een zie je duidelijk dat hij lijdt, terwijl de ander heel goed kan verbergen dat hij of zij heel slecht in z’n vel zit. We vragen mensen altijd om een symbool van het leven en de hoop en een symbool van de dood en de wanhoop mee te nemen. En dat werkt. Praten over die ambivalentie geeft mensen rust. Hier mogen ze over hun doodswens praten. En ontdekken ze dat ze niet langer alleen staan.’’

 

Euthanasie in België

België was na Nederland in 2002 het tweede land in de wereld met een Euthanasiewet. Net zoals in ons land stijgt het aantal uitvoeringen jaarlijks. Al gaat het in België om veel lagere aantallen. Naar verhouding komt euthanasie bij psychisch lijden bij de zuiderburen net zo weinig voor als in Nederland. Ook in België komt dat omdat er weinig artsen zijn die zo’n verzoek willen inwilligen.

(bron: Federale Controle- en Evaluatiecommissie Euthanasie)

Foto: Andries Vervaecke

Dit artikel verscheen eerder in Relevant, het opiniërende kwartaalblad van de NVVE.

Mijn gekozen waardering € -

Ik schrijf voor kranten en tijdschriften, werk voor het Jeugdjournaal én ga regelmatig weer naar school. Mijn drijfveer: passie voor de journalistiek en het leven.