Kunstenaars weten het als geen ander en recente studies tonen het ook aan: het gaat niet om zo veel mogelijk ideeën, maar om zo origineel mogelijke ingevingen. De opvatting dat kwaliteit in het verlengde ligt van kwantiteit wordt steeds meer losgelaten.
“De beste ideeën krijg je toch binnen een kader”, zegt musicus en artistiek directeur Henry Kelder. Onlangs nodigde hij in de foyer van De Flint samen met Herman Dummer van Durftevragen.nl een aantal ondernemers uit om te kijken wat ze van muzikanten kunnen leren. Hij vertelt uit eigen ervaring. “Laatst moest ik twee grote composities maken in een half jaar, terwijl ik dacht ‘dat gaat me niet lukken’. Alleen door een planning te maken, kon ik verder. Zonder die tijdsdruk was ik blijven schaven aan de producties, maar door het werk op te knippen en de onderdelen los te laten, kon ik doorgaan. Deadlines zijn dus goed, want die dwingen je om productief te worden binnen een termijn. Dus helemaal out of the box? Liever niet. Maak een tijdskader. Daarbinnen kun je zo creatief zijn als je wilt.”
Tip 1: Blijf soms in een box denken. Het komt je productiviteit ten goede.
Tip 2: Omarm tijdsdruk. Het is het enige kader wat echt nodig is. Het houdt je scherp.
Ondernemers zijn echte controlfreaks. Je zou denken dat muzikanten dat ook zijn, maar met de eerste twee tips in het achterhoofd, is dat geen honderd procent aanname meer. Kelder: “Door het kader te scheppen, ben je eigenlijk gedwongen om te vertrouwen op wat je binnenkrijgt. Daar moet je het mee doen. Van daaruit ontstaat het eindproduct. Bepaalde zakenmensen zijn dat niet gewend, maar het werkt. Als is het moeilijk., want je blijft onzeker.”
Tip 3: Wie genoeg ervaring heeft in zijn werk, mag er op vertrouwen dat wat binnenkomt aan creativiteit goed is.
Tip 4: Laat het idee over het eindresultaat, zoveel mogelijk los. Het eindproduct dat is ontstaan is de manifestatie van de energie die je er naar beste vermogen hebt ingestoken.
“Musici streven naar verbinding”, vervolgt Kelder. In een goed orkest is iedereen op elkaar afgestemd. We hebben onlangs op televisie kunnen zien hoe moeilijk dirigeren is.” (AVRO Maestro). We kunnen volgens Kelder meer leren van dirigenten. “Zelf houd ik erg van de stijl van Mariss Jansons van het Concertgebouworkest. Hij vraagt bijvoorbeeld aan zijn mensen: ‘zou je daar wat zachter kunnen spelen?’, in plaats van dwingend te bevelen. Natuurlijk wil iedereen wel een beetje harder of zachter spelen, als je het vraagt. Bij een bevel denk je al snel: Ja daag, ik weet zelf wel wat goed is. Dan ga je dus voorbij aan de kwaliteit van de speler.”
“Muziek kan mensen ook in een andere stemming brengen. Via zijn bedrijf MatchingArts kan hij dat organisaties laten voelen. .“Als je met muziek werkt, heb je meer kans op een warme oplossing voor je probleem. Dat kan handig zijn voor bijvoorbeeld bedrijven met veel klantcontact.”
Tip 5: Streef naar verbinding. Samen ben je beter dan alleen. Denk na over je stijl van leiding geven, wat past bij jou en wat bij je medewerkers.
Andersom hebben muzikanten trouwen ook nog wat te leren van ondernemers. Kelder: “Wij musici zijn over het algemeen erg impulsief. Dat is niet altijd goed. Soms moet je emoties in bedwang kunnen houden. De echte topmanagers kunnen dat. Die tonen hun emoties, maar houden toch een nuchter verhaal. Dat vind ik knap.”
Welk instrument ben jij?
Geinspireerd door dit verhaal. In het boek Herrie of harmonie beschrijft Richard de Hoop in het kort de karaktereigenschappen van de acht instrumenten. Kijk eens of je met je team een aardig orkest vormt?
Trompet: enthousiaste, optimistische ontdekker
Harp: kritische, serieuze doordenker
Hoorn: goed oplettende, onopvallende teamspeler
Viool: sociale, gevoelige, extraverte teamspeler
Piano: nuchtere, positieve natuurkracht
Bas: praktisch ingestelde, gedisciplineerde doorwerker
Trommel: actieve, gedreven en prestatiegerichte tempomaker
Gitaar: originele, creatieve, soms eenkennige initiator
Op Dehoopentertrainment.nl kun je zelf de instrumententest doen!