Boehoe, iedereen heeft het beter voor elkaar dan ik!

De kassarij naast je gaat sneller. Je disgenoot heeft een smakelijker gerecht gekozen. De vakantiebestemming van vrienden was leuker. Dat buurmans gras groener lijkt, herkennen we wel. Maar kijken wij door een groene bril of onderhoudt hij het gras simpelweg beter?

‘We hadden een fan-tas-tische vakantie! Alleen maar zon en de kinderen sliepen uit tot wel half 11!’ zo jubelt een enthousiaste mede-moeder mij al van afstand toe op het schoolplein. Ik glimlach wat en bedenk dat in onze verregende vakantie de kinderen al om 7 uur naast hun (en mijn) bed stonden. Een vriendin vertrouwt mij toe: ‘Áltijd is het bij iedereen in huis opgeruimd, terwijl het bij ons thuis een bende is. Andere vrouwen lijken sowieso alles in de hand te hebben; gesetteld in een gestileerde woning waarin rommel wordt weggegooid of verkocht. Ik kom altijd thuis in een chaos van tijdschriften en rondslingerende sokken!’ ‘Steevast kiest mijn man een lekkerder gerecht dan ik als we uit eten gaan,’ klaagde ook mijn buurvrouw. ‘Maar onlangs was hij mijn jaloerse blik zo zat, dat hij met een ongeduldig gebaar zijn biefstuk aan z’n vork prikte en het beest op mijn bord plantte!’ We herkennen het allemaal wel, de ander lijkt het beter voor elkaar te hebben dan jij. Dat gevoel is voor een deel te verklaren. Het andere deel moeten we accepteren


 Vijf (oor)zaken die het gras elders groener laten lijken

1. Negatieve dingen zijn impactvoller dan positieve. ‘Die ene uitbrander van je baas maakt meer indruk dan de twee complimenten die volgen,’ zegt Ad Bergsma, psycholoog en geluksonderzoeker. In het ‘Handboek Werkgeluk’ verklaart hij dat negatieve prikkels een grotere impact hebben aan de hand van de evolutie. Stel, een van je voorouders loopt over de savanne en ziet een rijpe vrucht (positieve prikkel). Dan ziet-ie een tijger naderen (negatieve prikkel). Die neemt hij (vanaf dan) zeer serieus, anders overleeft hij het niet. Hoewel de zaken “van leven en dood” in ons tijdperk vooral over deadlines en irritante collega’s gaan, reageert ons lichaam nog altijd op dezelfde manier; alsof we mammoeten aan het bevechten zijn – primitief en reflexmatig dus. Aha. Dat tijdens mijn vakantie de kinderen vaak vroeg wakker waren (negatieve stimulus), wordt door mijn nog niet aangepaste lichaam dus meer benadrukt dan een positieve prikkel (de keer die ze wel doorsliepen). Hetzelfde geldt voor de slome rij in de supermarkt, waar jij natuurlijk weer voor gekozen hebt. Bergsma: ‘Ergernis over wachten is groter dan het plezier van een rij die snel opschiet. De grotere impact van die vertraging, zorgt er ook voor dat je het idee hebt dat je bijna altijd de verkeerde rij kiest.’

Tip: focus bewust(er) op positieve zaken. Bedenk dat de kinderen op vakantie wel hun bord leegaten of niet ziek waren. En dat je in de kassarij een ‘gratis’ rustmoment hebt.

2. Angst en verveling hebben een negatieve invloed op (bijvoorbeeld) wachttijd. We blijven nog even in die rij voor de kassa staan. David Maister beschreef in de ‘Psychology of Waiting Lines’ het fenomeen ‘Anxiety makes Waits seem longer’. Hij licht toe: misschien was je al twijfelachtig over je keuze, en overweeg je wellicht om van rij te wisselen. Die ‘bezorgdheid’ of ‘angst’ laat het wachten ‘langer’ duren. Daarbij speelt volgens hem bovendien ‘Occupied time feels shorter than unoccupied time’ een rol. Ook herkenbaar: naast het pannetje wachten tot het water kookt, ‘duurt langer’ dan wanneer je ondertussen de vaatwasser uitruimt. En wees eerlijk: in de supermarkt, druk doende met wachten, focus je natuurlijk eerder op de boodschappentassen die al richting uitgang gaan, dan op de mensen die er langer staan dan jij. De tijd lijkt dan ook sneller te gaan als je bezig bent je karretje vooruit te duwen, boodschappen uit te stallen of je telefoon te checken dan wanneer je niets doet.

Tip: Hou jezelf bezig. Doe kleine klusjes tijdens het wachten of bedenk in gedachten bijvoorbeeld een lekker recept met de ingrediënten uit je karretje.

3. Wat je ziet, wordt letterlijk (!) bepaald door je perspectief en door een ‘plaatje in je hoofd’. Op zijn site www.unlearning101.com stelt de Amerikaanse auteur Jack Uldrich dat er een wetenschappelijke verklaring is voor het ‘groene gras’-fenomeen. Vrij vertaald: ‘Sta je op een grasveld, dan is het gemakkelijk de kale plekken te zien; gewoon even naar beneden kijken. Van afstand daarentegen, zie je alleen de groene graspunten – die de grasloze plekken. Bedekken. Dat gaat ook op voor ons dagelijks leven. Met je neus bovenop je eigen bankrekeningsaldo, gezinssituatie of toestand van je huis, zie je heel goed wat er mis is. Maar het is van afstand beduidend moeilijker om de “kale plekken” te zien op andermans bankrekening, familie-issues, of benodigde huisonderhoud.’ Bergsma: ‘Terwijl jouw vriendin die mooi gestileerde huizen bewondert, kunnen de eigenaren ervan andersom misschien juist denken: “Wat is zij altijd relaxed. Het maakt haar niet uit hoe haar woonkamer eruit ziet. Dat moet ontspannen leven zijn!” Af en toe wisselen van perspectief is daarom nuttig.’ Perspectief speelt ook bij onze ‘waarnemingsverwachting’ een rol. Dit bestudeert Harold Bekkering, professor aan de Radbout Universiteit Nijmegen. ‘Ik doe onderzoek naar beloning en straf bij keuzes van jezelf en anderen. ‘Als we overwegen een zeiljacht te kopen, zien we misschien onszelf al helemaal staan achter een stoer stuurwiel op de Middellandse Zee-golven (de beloning). Maar als we de “straf” van deze aankoop ook meenemen (jij die hongerig over straat slentert) dan schaf je wellicht eerder een kano aan.’ Bekkering vult aan: ‘Voor de buurman maak je vanuit jouw perspectief een (veelal mooi, op beloning gericht) plaatje in je hoofd. De afwegingen, en datgene wat ervoor is opgegeven, krijg je natuurlijk niet mee.

Tip: Wees bewust van je perspectief en blijf reĂ«el; soms vertoont je gazon nou eenmaal kale plekken. Die heeft de buurman echt ook! Er is ‘no free lunch’, ook niet voor een ander. En, vergelijken is niet alleen negatief. Denk aan Nintendo, ooit marktleider in de game-industry, maar verslagen door Microsoft Xbox. Hun ‘kale plek’ vulden ze op met de destijds zeer succesvolle Wii!

4. Niemand (m/v) toont graag zijn zwakheden. Voor de meeste mensen geldt dat ze graag succesverhalen vertellen. Mislukte vakanties, lastige kinderen of verkeerde aankopen worden liever verzwegen. ‘We willen graag status verwerven door indruk te maken op de ander,’ zegt psycholoog Ad Bergsma. ‘Maar dat heeft altijd een element in zich van anderen overtreffen. Neem het experiment waarin proefpersonen gevraagd werd wat ze wilden verdienen. De keuze was: 50.000 euro in een omgeving waarin iedereen 100.000 verdiende, of 40.000 terwijl de omgeving 25.000 verdiende. De meerderheid koos voor het laatste; niet het meeste geld dus, maar wel meer dan de ander!’ Logisch dus dat je in gesprek met zo’n ‘statusverwerver’ al snel het gevoel kunt krijgen dat jij het slechter voor elkaar hebt.

Tip: Toon je eigen ‘zwakheden’ door (een beetje!) te klagen. Je zult zien dat anderen dat herkennen en met vergelijkbare ervaringen komen. Gedeelde smart dus.

5. Wikken en wegen maakt ‘ongelukkig’. Stel, je wil nieuwe eetkamerstoelen aanschaffen. Het kan zijn dat je in de eerste de beste winkel neerploft op een lekker zittende stoel, vervolgens een stof met een mooi kleurtje aanwijst en tevreden bij de kassa het acceptabele bedrag ervoor neertelt. Dan ben je een zogenaamde Satisficer (‘tevredensteller’). Als tegenpool – de Maximizer (‘optimaliseerder’) – speur je oeverloos op internet naar diverse merken, naar gegevens over zitcomfort en stofkwaliteit, en laat je je in meubelzaken informeren over houtsoorten van de poten, kleurvastheid van de stof en de garantie van de fabrikant. Na uiteindelijk de koop te hebben gesloten, blijf je zoeken naar bevestiging. Ad Bergsma: ‘Samengevat, de optimaliseerder is iemand die in de supermarkt alle 36 soorten chocola proeft om de allerlekkerste mee naar huis te nemen.’ In zijn boek ‘Gelukkig Werken’ stelt hij dat optimaliseerders zich vaker ineffectief en ongelukkig voelen vanwege frustratie en gevoel van chronisch tijdgebrek. ‘Ze vergelijken zich constant met anderen wat leidt tot een chronische ontevredenheid over eigen keuzes en verminderd vertrouwen in zichzelf.’ Een psychologische factor die bij aankopen van spullen ook een rol speelt is de buyer’s remorse – een spijtgevoel na de aanschaf omdat je kunt blijven vergelijken. Als je een maand na de koop van een computer ergens een dunnere, snellere en goedkopere ziet, kun je dus spijt krijgen. Bovendien weet je: nu ik dit heb gekocht, kan ik iets anders dus niet meer kopen (‘Opportunity cost’). Daarom kiezen mensen – zeker als de keuzemogelijkheden oneindig zijn – soms maar niet, en lijkt het dus alsof anderen dat beter doen.

Tip Bergsma: ‘Maak een klein lijstje met producteisen. Heb je iets gevonden dat hieraan voldoet; hak dan ter plekke de knoop door. Bij complexere keuzes (zoals koop van een huis of kiezen van een baan) kun je leren vertrouwen op je intuïtie; je onbewuste is bijzonder krachtig!’

De oplossing: klaag!

Mijn vriendin (die van het niet-gestileerde huis) klaagt graag over haar sores. Ze geeft toe blij te zijn met wat medeleven en kan vervolgens wel lachen om haar gedoe. Zelf heb ik ook geen moeite om tegen de jubelende moeder te zeggen: ‘De zomervakantie was bij ons geen feest. De kids waren vreselijk vroeg wakker en na twee dagen zijn we weggespoeld!’ En toen bleken haar kinderen allebei anderhalve week ziek te zijn geweest
 De klagende buurvrouw over haar biefstuk-echtgenoot, kiest op advies van een vriendin nu steevast hetzelfde gerecht als haar man. Klagen heeft zin, zo blijkt. ‘Klagers hebben de Amerikaanse psychologe Barbara Held aan hun zijde!’ weet Bergsma. ‘Volgens haar methode “Stop Smiling, Start Kvetching (zeuren, red.)”, biedt creatief klagen als je je rot voelt, een kans op contact met andere mensen. Daardoor voel je je minder alleen. Door te verwoorden wat er mis is, kun je je gedachten ordenen en jezelf weer op gang helpen. Met klagen ga je op een andere manier tegen je ellende aankijken.’

Activeer de juiste plaatjes

En zijn er nog meer oplossingen voorhanden behalve klagen? ‘Dat is niet echt nodig,’ vindt de psycholoog. ‘Negatieve gevoelens horen nou eenmaal bij het leven. Alleen als je werk, functioneren of “life-events” nadelig worden beĂŻnvloed, is het een ander verhaal. Stel dat je een derde huwelijk achter de rug hebt omdat je steeds een verkeerde keuze maakt, dan moet je je achter de oren krabben. Dan is de vraag wel relevant waarom anderen dat niet “overkomt” en jou wel.’ Professor Bekkering adviseert voor jezelf de juiste, reĂ«le ‘plaatjes’ te activeren. ‘Zowel in termen van beloning als van straf. En, aangezien je nooit echt kunt voelen hoe dit bij een ander het geval is, kun je hier ook maar beter niet mee bezig zijn
’

Literatuur en verwijzingen:

‘Handboek Werkgeluk’ (2020 Uitgeverij Boom), Ad Bergsma, Onno Hamburger en Erwin Klappe. ‘Gelukkig werken, versterk je persoonlijk leiderschap’ (2011, Uitgeverij Boom/Nelissen), Onno Hamburger en Ad Bergsma. Wischnewski, M., Bekkering, H., & Schutter, D. J. (2018). Frontal cortex electrophysiology in reward-and punishment-related feedback processing during advice-guided decision making: An interleaved EEG-DC stimulation study. Cognitive, Affective, & Behavioral Neuroscience, 18 (2), 249-262. The Grass isn’t Greener on the Other Side (www.unlearning101.com Jack Uldrich, 10 September, 2010). Buyer’s remorse (www.Psychologytoday.com  Art Markman, 20 January 20, 2012). Stop Smiling, Start Kvetching; A 5-Step Guide to Creative Complaining (2001, Barbara S. Held).

Mijn gekozen waardering € -