Josephine: “Ik leefde met een groot geheim. Aan de buitenkant leek er niks aan de hand. Ik zie er goed uit, heb een leuke baan, lieve vrienden en twee gezonde kinderen. Ik ben single moeder, maar met een goede band met mijn ex en een prima regeling voor de kinderen. Mijn leven is goed op orde en ik ben geen ongelukkig mens. Toch had ik jaren lang, ’s avonds als iedereen lag te slapen, enorme eetbuien. Ik at de hele koelkast leeg, plus de geheime voorraad die ik voor de kinderen verborgen hield achterin de kast, en stak vervolgens mij vinger in mijn keel, en gooide alles er weer uit…
Jarenlang heb ik me zwak en achterbaks gevoeld, en vooral een hele slechte moeder. Ik durfde er met niemand over te praten, zelfs niet met mijn beste vriendinnen of met de huisarts. Ik was bang dat als ‘men’ zou weten hoe knetter gestoord ik eigenlijk was, ik gedwongen opgenomen zou worden en mijn kinderen kwijt zou raken. Ik weet ondertussen dat die angst niet reëel was, maar omdat ik altijd net deed of er niks aan de hand was, en met niemand over mijn probleem sprak, werd die angst alleen maar groter en groter. Net als de drempel om er met iemand te praten.
Mijn eetprobleem begon toen ik een jaar of vijftien was. Een vriendje maakte een opmerking over mijn ‘dikke kont’ en ik besloot op dieet te gaan. Binnen een paar maanden was ik kilo’s afgevallen. Ik kreeg veel complimenten van mijn omgeving, en ik dacht dat ik goed bezig was. Alleen mijn moeder sprak haar zorgen uit, maar ja… welke puber luistert naar zijn moeder? Ik in ieder geval niet. Ik wilde alleen maar slank zijn. Zelfs toen ik bij de huisarts op de weegschaal moest en een preek kreeg over gezond eten en de gevaren van anorexia, drong de ernst van de situatie totaal niet tot me door.
Om mijn moeder gerust te stellen at ik ’s avonds aan tafel zo normaal mogelijk mee en de rest van de dag bijna niks. Na ongeveer een half jaar begon de boulimia. Mijn lichaam hunkerde zo naar voedsel, dat ik ongecontroleerde eetbuien kreeg waarbij ik niet meer kon stoppen met eten. Ik at hele broden, stukken kaas, koekjes, drop… alles wat ik in huis kon vinden. Ik kom uit een groot gezin met vijf kinderen, waaronder grote broers, en er was altijd veel te eten in huis. Zover ik weet heeft mijn moeder nooit iets gemerkt van mijn eetbuien.
Toen ik nog thuis woonde, gebeurde het niet heel vaak. Eens per week misschien. Dan mocht ik na een eindeloze interne gedachten-struggle één koekje van mezelf. En dan nog één, en nog één, tot ik de hele trommel leeg had gegeten en het ‘toch niks meer uitmaakte’ en er nog wel twintig boterhammen achteraan konden… Overgeven deed ik toen nog niet. Ik probeerde het wel eens, maar het lukte vaak niet en ik was zelden alleen thuis dus had ook weinig mogelijkheid. Pas toen ik op kamers ging, liep het echt uit de hand. Ik was toen achttien jaar.
Zonder de structuur en veiligheid van thuis, ging ik nog veel gekker eten. Overdag at ik bijna niks, ’s nachts had ik eetbuien. Als ik een etentje met vrienden of familie had, deed ik gewoon mee met de maaltijd, maar ging dan op mijn studentenkamertje door met eten tot diep in de nacht. Zo begon mijn geheime leven. Want niemand merkte het, ze zagen mij immers gewoon mee eten… Toen begon ook het overgeven. Ik deelde een badkamer met een andere student, maar de deur kon op slot en ’s nachts als zij sliep kon ik mijn gang gaan.
Na een paar maanden was ik ‘volleerd’ in het overgeven, ik hoefde niet eens meer mijn vinger in mijn keel te steken. Ik kreeg ook steeds vaker kleine eetbuien overdag, en gaf soms wel drie keer per dag over. Een eetbui van een uur, was in tien minuten geruisloos weggewerkt. Hoewel ik ondanks mijn rare leefpatroon toch redelijk functioneerde –ik haalde goede cijfers- wist ik heel goed dat ik slecht bezig was. Na iedere eet-overgeef-episode nam ik me heilig voor om het nooit meer te doen. Ik maakte zelfs deals met God. Als hij me zou helpen om het nooit meer te doen, zou ik altijd lief en goed zijn voor anderen. Dat soort gekke beloftes, en ik ben niet eens religieus!
Natuurlijk hielp het niks, en ondanks al mijn goede voornemens en beloftes, ging het de volgende bijna altijd weer mis. Als ik terug denk aan die periode word ik heel verdrietig. Ik voelde me heel slecht over mezelf. Het was de eenzaamste en zwaarste tijd van mijn leven. Maar niemand wist waar ik doorheen ging. Het gebeurde allemaal achter gesloten deuren…
Op mijn 23e ontmoette ik mijn ex-man. Op een feestje. Ik was voor het eerst van mijn leven écht verliefd en die liefde bracht een hoop positieve energie. Ik zat lekker in mijn vel, voelde me goed en blij, en – heel belangrijk- we waren heel veel samen. Ik at met hem, en sliep bij hem. Om die simpele, praktische reden had ik ineens veel minder eetbuien. Het gebeurde nog wel eens, maar hooguit eens in de twee weken. Niks vergeleken bij wat het geweest was en ook overdag lukte het me steeds beter om gewoon te eten.
Ik begon te denken dat de boulimia achter me lag. Ik had mijn geheime gevecht met het eten gewonnen! Een paar jaar lang bleef het goed gaan. De eetbuien kwamen bijna niet meer voor, misschien eens per maand, de studie ging nog steeds goed en de relatie ook. Twee jaar later raakte ik onverwacht zwanger. Ik was net afgestudeerd, en mijn vriend zat in zijn co-schappen. Toch besloten we ervoor te gaan: trouwen en een gezin stichten. Binnen een jaar was ik een getrouwde vrouw en een huismoeder, want ik had besloten een jaartje ‘vrij’ te nemen om voor de baby te zorgen.
Ik weet niet of het de grote verandering was, of dat de boulimia sowieso was teruggekomen, maar na de geboorte van mijn dochter viel ik langzaam terug in mijn oude patroon. De eetbuien slopen er weer in… Achteraf zie ik hoe zwaar ik het had. Ik stond onder enorme druk. Natuurlijk was ik dol op mijn dochter en genoot ik van het moederschap. Maar de slapeloze nachten, de moeizame voedingen, het huishouden… Het hakte erin! Mijn man was altijd druk in het ziekenhuis en zelden thuis. Ik had het gevoel dat ik er alleen voor stond, dat ik het niet aan kon en dat de muren op me af kwamen.
In het begin had ik alleen kleine eetbuien. Een pak koekjes, of een halfje brood. Toen ging ik er weer speciaal boodschappen voor doen – eetbui-voer zoals ik het noem – dingen die je er makkelijk uit krijgt zoals pap, toetjes, ijs… Het is nooit meer zo erg geworden als in mijn studententijd, maar binnen een jaar zat ik weer helemaal met mijn hoofd in het eten. Ik had drie tot vier keer per week een flinke eetbui. Altijd ’s nachts als mijn man in het ziekenhuis was en ik me beschermd voelde door de nacht.
Zo modderde ik een paar jaar door. Toen ik ging werken, ging het beter. Maar ik bleef eetbuien houden. Pas toen ik zwanger werd van mijn zoon, vond ik eindelijk weer de kracht om weerstand te bieden aan de drang. Het is moeilijk uit te leggen hoe het werkt. Het ene moment zit je rustig op de bank een film te kijken, het volgende moment is er die onrust, die drang om te eten. En als de gedachte eenmaal in mijn hoofd zat, ging hij niet meer weg. Obsessieve gedachten: zal ik wel, zal ik niet, zal ik wel, zal ik niet…
De wetenschap dat er een baby groeide in mijn buik waar ik verantwoordelijk voor was, gaf me de kracht om het niet te doen. Weer dacht ik dat ik ‘gered’ was, dat de boulimia achter me lag. Maar na geboorte van mijn zoon begon het weer van voren af aan. Toen hij een jaar was, zat ik op min ‘oude vertrouwde’ patroon van drie tot vier eetbuien per week. Zo ongeveer om de dag.
Mijn huwelijk was ondertussen in duigen gevallen. Mijn man had een nieuwe vriendin, en wilde scheiden. Ik had het gevoel dat mijn hele leven een leugen was. Een mooi plaatje, maar verder niks. Ik voelde me een mislukkeling en het lukte me nog net om een beetje leuk en gezellig te doen voor de kinderen. Maar ‘s avonds als ze in bed lagen, gaf ik me over aan mijn sombere gevoelens. Het klinkt misschien raar, maar de eetbuien voelden in die periode als een soort troost. Tijdens een eetbui kon ik alles even loslaten, en was ik als het ware een beetje verdoofd. Hoe destructief het ook was, de boulimia was ook een houvast. Iets waar ik in kon vluchten, zodat ik niet hoefde te denken aan de rest van mijn leven. Ik had er alleen geen controle over. En voor ik het wist had ik elke avond een eetbui…
Vier jaar geleden kwam het keerpunt. Ik was ’s avonds laat op de wc aan het overgeven, toen mijn dochter ineens in haar pyjamaatje met grote bezorgde ogen naast me stond. Of ik ziek was? Ik schrok me helemaal wezenloos! In al die jaren was dit nog nooit gebeurd. Het duurde even voor ik iets uit kon brengen. Ik heb zo luchtig mogelijk gereageerd, en gezegd dat ik iets verkeerd had gegeten en een beetje last van mijn maag had. Ik heb haar terug naar bed gebracht en ze heeft er niks meer over gezegd. Maar voor mij was het een levensbelangrijke intervention, een wake up call! Dit kon zo niet langer! Waar was ik in godsnaam mee bezig? Ik was verslaafd aan eetbuien, al meer dan 17 jaar. Ik kon mijn ogen er niet langer voor sluiten. Ik was het aan mijn kinderen verplicht. Ik moest hulp zoeken.
Op Internet had ik al jaren geleden de website gevonden van een praatgroep. Net zoiets als anonieme alcoholisten, maar dan voor mensen met dwangmatige eetproblemen. Van die eerste bijeenkomst weet ik nog maar weinig. Ik vond het vreselijk, ik schaamde me en ik snapte toen nog weinig van wat er gezegd werd. Toch voelde het ook goed. Voor het eerst in al die jaren deed ik iets constructiefs tegen de boulimia. Ik hoorde ook verhalen van andere moeders, en dat steunde me enorm. Ik was niet de enige met dit probleem! Ik ben blijven gaan, en na een aantal weken durfde ik ook mijn eigen verhaal te vertellen. Niemand veroordeelde me en niemand vond mij slecht of vies. Ik vond juist herkenning en begrip en dat gaf mij de kracht om door te gaan.
Het was niet makkelijk om het patroon van de nachtelijke eetbuien te doorbreken. Ik heb naar mezelf moeten kijken, en aan mezelf gewerkt. Het was een proces van vallen en opstaan, maar het is me gelukt! Ik kan mezelf nu recht in de ogen aankijken, en trots zijn op mezelf. Ik ben het gevecht aangegaan, en ik heb gewonnen. Zo voelt het. En het heeft me veel zelfvertrouwen gegeven. De schaamte is weg. Ik voel me geen zwakkeling meer, en geen slechte moeder. Misschien is dat wel de belangrijkste winst, dat zelfvertrouwen. Want dat wil ik doorgeven aan mijn kinderen. In plaats van een minderwaardigheidscomplex en stiekem gedrag.
Toch heb ik nog steeds niet helemaal open kaart gespeeld met mijn omgeving. Maar dat hoeft ook niet vind ik. Een enkele vriendin heb ik in vertrouwen genomen, en die reageerde goed. Maar verder weten alleen mensen uit de praatgroep van mijn geheim. Mijn ex heb ik het niet verteld. De angst dat ik uit de ouderlijke macht zou worden gezet, speelt daarbij nog steeds een beetje mee. Misschien vertel ik het hem later nog eens. Net als mijn dochter. Ik vind haar nu nog te jong. Maar later, als ze groot is, zal ik haar vertellen hoe zij mijn leven heeft gered. Want zo voelt het. Als zij mij die bewuste nacht niet wakker geschud had… Wie weet hoe ik dan geëindigd was?”
Meer info over de praatgroep uit dit verhaal vind je hier:
www.anonieme-overeters.nl
Foto: van Riccardo via pexels.com