De Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2020 waren niet alleen een strijd tussen de kandidaten, maar ook een test voor de peilingen. Na 2016, toen veel peilers de overwinning van Trump niet zagen aankomen, hoopte men in 2020 op herstel. Hoewel Joe Biden won, waren de peilingen in veel cruciale swingstates opnieuw vertekend. Voorspelde marges waren vaak ruimer dan de werkelijke uitslagen, en Trump deed het beter dan verwacht in staten zoals Florida en North Carolina. Deze “verborgen Trump-stemmer” ā kiezers die hun voorkeur voor Trump niet openlijk durfden te uiten ā bleek weer van invloed, net als de ondervertegenwoordiging van minder hoogopgeleide, voornamelijk witte kiezers. Hoewel landelijke peilingen (de “popular vote”) aangaven dat Biden voorsprong had, draait het in de VS om swing states, omdat je door het kiesmannensysteem miljoenen stemmen meer kunt krijgen en toch de presidentsrace kunt verliezen.