Chávez deed het zo slecht nog niet

Nicolás Maduro belooft om het economisch beleid van Hugo Chávez voort te zetten. Is dat echt zo desastreus als sommige economen doen geloven? Bron: FTM.nl

De verkiezingscommissie maakte afgelopen weekend bekend dat Venezuela 14 april naar de stembus gaatom een nieuwe president te kiezen. Nicolás Maduro, nu nog de interim-president, zal namens de regeringspartij deelnemen en Henrique Capriles gaat de oppositie leiden. De verwachting is dat Maduro de opvolger van Chávez gaat worden omdat de Bolivariaanse partij de vorige verkiezingen ook won, terwijl Chávez toen al ziek en afwezig was.

Veel financieel commentatoren, waaronder FTM-columnist Roel Janssen, schreven vorige week dat Chávez een ‘economische puinhoop’ heeft achter gelaten aan zijn opvolger. Dat belooft niet veel goeds voor Venezuela want Maduro zei dat hij het economisch beleid van de pas overleden Chávez ook nog eens wil voortzetten. De Amerikaanse econoom Mark Weisbrot van het Center for Economic and Policy Research, is een stuk positiever en voorspelt vele jaren van groei voor het land.

Een verdubbeling van het bbp per inwoner, een daling van zeventig procent van de extreme armoede, miljoenen burgers die voor het eerst toegang kregen tot gezondheidszorg, gratis onderwijs voor iedereen, uitroeiing van het analfabetisme en een halvering van de werkloosheid. Het valt niet te ontkennen de gemiddelde burger er op vooruit is gegaan tijdens het veertienjarige bewind van Chávez.

Sinterklaas

Maar de toekomst? Westerse economen doen het economisch beleid van Chávez af als cliëntelisme. Chávez zou te gemakkelijk de olie-opbrengsten aan sociale projecten hebben besteed waardoor er geen echte economie is ontstaan. Het is inderdaad waar dat de staatskas flink wordt gespekt door het zwarte goud, dat goed is voor meer dan tachtig procent van de totale export. Chávez nationaliseerde vier jaar na zijn aantreden in 1998 het grootste oliebedrijf van Venezuela en sindsdien is de olieprijs gestegen van 15 naar zo'n 90 dollar. Kassa.

?

Dat Chávez altijd simpelweg de 'sociale onrust heeft afgekocht’ met oliegelden is echter holle retoriek. Mark Weisbrot toont in zijn rapport Is the Economy of Venezuala Sustainable’ met cijfers aan dat er een sectorbrede groei heeft plaatsgevonden. De private sector is tijdens het bewind van Chávez zelfs meer gegroeid dan de publieke sector, waaronder het staatsoliebedrijf valt.

In 2011 groeiden nutsbedrijven, het bankenwezen, de communicatiesector, de mijnbouw en de transport allen boven de gemiddelde groei van het bnp van 4,2 procent. De bouwsector groeide zelfs met 22,5 procent door grootschalige woningbouw. Meer dan 200.000 huizen zijn het afgelopen jaar gebouwd. Dat is veel op een bevolking van nog geen 30 miljoen.

Werkgelegenheid creëren

De olieopbrengsten zijn goed voor 12 procent van de gehele economie. Dat is niet weinig maar wel andere koek dan bijvoorbeeld Saudi-Arabië waar de olieopbrengsten 45 procent van het bnp bedragen. Bovendien is de werkloosheid onder Chávez percentueel meer dan gehalveerd. Met andere woorden: oliedollars zijn niet 'weggegeven' aan de armen maar gebruikt om werkgelegenheid te creeëren in tal van sectoren.

Maar hoe houdbaar is deze brede economische groei wanneer het grotendeels is gefinancierd door olieopbrengsten, vragen kritische economen zich dan terecht af. Venezuela heeft de grootste olievoorraad ter wereld. De geschatte reserve is zo’n 300 miljard vaten, terwijl het land slechts 1 miljard vaten per jaar uit de grond pompt. Dus voorlopig kan de Zuid-Amerikaanse Republiek nog gebruik blijven maken van olie als aanjager van de economie.

Lage staatsschuld

De staatsinkomsten van Venezuela zijn wel erg afhankelijk van de olieprijs. Maar stel dat de olieprijs drastisch zakt, net als tijdens de kredietcrisis, dan zit er volgens Weisbrot nog genoeg lucht in het overheidsbudget om de economie te stimuleren. De staatsschuld bedraagt iets meer dan de helft van het bnp. Ter vergelijking: de EU heeft een totale overheidsschuld van meer dan 90 procent ten opzichte van het bnp. Ook zijn de rentebetalingen met 4 procent van de totale exportinkomsten goed te overzien – al maakt de olieprijs een duikvlucht.

Natuurlijk is Venezuela – zoals geen enkel land – geen economisch walhalla. De inflatie behoort nog steeds tot de hoogste ter wereld, ondanks dat Chávez de gemiddelde inflatie in vergelijking met zijn voorganger heeft weten te halveren. Volgens Weisbrot vormt de huidige inflatie echter geen ernstige bedreiging voor Venezuela omdat de economie voorlopig nog blijft doorgroeien. Het is bovendien zeker niet onmogelijk dat de inflatie wordt beteugeld door Maduro want van 2010 tot 2012 wist de regering twee jaar de inflatie flink te laten dalen.

Tekst: Ruben Munsterman

Mijn gekozen waardering € -

Geef een reactie