“Het is een grillige ziekte,” zegt Albert van Hal hoestend via de chat vanuit de Koerdische hoofdstad Erbil. “Gisteren ging het zoveel beter!” De medewerker van de Nederlandse hulporganisatie Cordaid werd daar twee weken geleden ziek; net als een kleine vierhonderd anderen in Iraaks-Koerdistan die dag bleek hij besmet met het coronavirus.
Irak (bijna veertig miljoen inwoners) is voorbij de lockdowns, met bijna 600.000 besmettingen sinds het begin van de pandemie, waarvan zo’n 100.000 in Koerdistan (zes miljoen inwoners). Daar zijn meer dan 3200 overlijdens gemeld, in heel Irak ruim 12.500. Dat zijn de officiële cijfers; in werkelijkheid liggen ze veel hoger. Er is veel verborgen corona, mensen die de ziekte oplopen maar dat nergens melden uit angst voor het stigma dat het met zich meebrengt.
“Ik ben geschrokken van de nonchalance,” zegt Van Hal vanuit Erbil. Voor vertrek had hij geprobeerd de risico’s in te schatten, maar hij moest dringend naar Koerdistan om aflopende projecten verlengd te krijgen. Daarom had hij ontheffing van een reisverbod van zijn werkgever. Hij ontdekte echter dat slechts een klein deel van de mensen in Koerdistan het gevaar van besmetting serieus nam. “Veel mensen geven niet om maatregelen of protocollen.”
Maskers
Hoewel de zin van mondmaskers inmiddels vrijwel overal ter wereld is doorgedrongen, stelt het Koerdische ministerie van Gezondheid ze alleen verplicht in geval je besmet bent, en niet als voorzorgsmaatregel. De gevolgen daarvan zijn op straat te zien. Bij de jongste protesten die het oosten van de Koerdische Regio momenteel alweer in hun ban houden, is bijna geen masker te zien.
Toch is de officiële regel dat bij samenscholingen buiten maskers geboden zijn, net als een onderlinge afstand van 1,5 meter, op straffe van een boete van 10.000 dinars (nog geen negen dollar). De WHO en VN-organisaties hebben in Irak bewustwordingscampagnes gehouden over corona, maar veel resultaat lijken die niet te hebben.
Waar je wel maskers ziet is bij officiële vergaderingen van het kabinet en bij politiek overleg. En toen de Koerdische premier Masrour Barzani in Den Haag op bezoek kwam bij premier Rutte, droegen hij en zijn hele entourage zwarte mondmaskers. Terwijl tal van de ambtenaren die hen ontvingen er geen hadden.
Lockdowns
Om de verspreiding van het virus tegen te gaan zijn scholen en universiteiten dicht, net als cafés en restaurants, die wil mogen bezorgen. Lockdowns zijn er niet meer, want daar hielden mensen zich slecht aan. Het wantrouwen jegens de overheid is zo groot dat veel Koerden en Irakezen menen dat die moesten voorkomen dat ze tegen de regering zouden demonstreren – en niet vanwege corona en de zwakke gezondheidszorg. Bovendien kan de zwakke economie geen totale lockdowns meer aan.
Het gevolg is dat ook in mijn kennissenkring in Koerdistan corona rondwaart. Mijn tijdlijn van Facebook geeft vrijwel dagelijks meldingen van mensen die aan corona zijn overleden. Onder hen ook politici en andere bekende Irakezen. De gouverneur van Erbil, de Firsat Sofi (42) overleed aan de ziekte; hij leidde de Covid-19 Task Force in de Koerdische hoofdstad. De broer van de onlangs overleden geestelijk leider van de yezidi’s, de politicus Ido Baba Sheik (65) was een ander slachtoffer. Ik merk ook dat er een stigma is: een goede vriend die de ziekte opliep vertelde me er pas over toen hij allang weer beter was.
Toch maken al die gevallen de Koerden niet voorzichtiger. Van Hal vertelt dat hij er op het kantoor bij Cordaid in Erbil meestal wel een gezichtsmasker droeg, tenzij hij achter zijn bureau zat, op keurige afstand van anderen. Toch moet hij het daar opgelopen hebben, of tijdens een uitje met collega’s naar de bergen. Ook een andere collega is positief getest.
Plagen
Hij zocht een verklaring voor de nonchalance, en begreep dat er een verband is met hoeveel de Koerden (en de Irakezen) achter elkaar te verstouwen hebben gehad. De oorlogen, het geweld, ISIS, de vele vluchtelingen, de economische crisis. Als je al zoveel hebt overleefd, dan kijk je anders tegen zo’n ziekte aan. “Covid is maar een van de plagen, en die heeft geen urgentie. In Jemen zag ik precies hetzelfde.”
De ziekte uitte zich bij hem met een kriebelhoest, die hem noopte tot thuisblijven. Toen hij een paar dagen later een test liet doen, was die positief. Na de nonchalance verbaasde hij zich over de paniek die hij bij zijn collega’s waarnam toen hij dat meldde. “Ze vonden het eng. Het was moeilijk te rijmen met die eerdere zorgeloosheid. Ik had moeite om iemand te vinden die me een paar dagen later voor onderzoek naar het ziekenhuis wilde brengen.”
De eerste dagen was hij ziek en slap met spierpijn, maar het ziekenhuis stelde vast dat zijn vitale functies in orde waren. Als hij benauwd werd moest hij terugkomen. “Ik slaap en eet goed, maar die hoest!”
In zijn eentje geïsoleerd in het gehuurde appartement in Erbil werd hij op afstand met zorgen omringd. “Mensen brachten heerlijke en gezonde maaltijden, belden aan en lieten het achter. Hetzelfde met karren vol boodschappen. Vrienden en contacten van bekenden belden met advies.”
Naar huis
Hij wil met de Kerst naar huis, maar begint zich nu toch een beetje zorgen te maken. Om te kunnen vliegen moet hij tenminste 24 uur symptoomvrij zijn en een negatief testresultaat kunnen tonen. “Mijn collega’s willen dat ik me nu al laat testen, maar ik hoest nog.” Dus blijft hij liever nog even in isolatie, hoe gefrustreerd hij ook is. “Ik ben twee weken achteropgeraakt. Ik moet nog zoveel doen!” Daarom is hij in januari alweer terug.