Zo’n 3 procent van de Nederlanders lijdt aan winterdepressie, en nog eens 8 procent aan een iets mildere vorm. Zij hebben baat bij lichttherapie: een week lang elke ochtend om 8 uur driekwartier voor een lichtlamp van 10.000 lux. Bij ernstiger vormen van depressie wordt lichttherapie meestal gecombineerd met medicatie en slaapdeprivatie: door een paar keer een nacht helemaal niet te slapen wordt het slaap-waakritme gereset. Overigens kan een winterdepressie ook in de zomer optreden: een tekort aan licht kan ook komen door te veel zonwering. Zomerdepressie bestaat ook, ten gevolge van een teveel aan licht.
Verder kan lichttherapie helpen bij klachten ten gevolge van premenstrueel syndroom, psoriasis en acné. De huidallergie PLE kan worden behandeld met het blootstellen aan UVB, die ervoor zorgt dat de huid een soort beschermlaagje aanmaakt tegen zonlicht. Zelfs bij het behandelen van sommige soorten huidkanker wordt licht gebruikt: op de plek van de tumorcellen wordt een lichtgevoelige stof aangebracht, een soort bommetje, die tot ‘ontploffing’ wordt gebracht door licht. UV-straling en vitamine D remmen darmkanker af, en verminderen de kans op suikerziekte, beroertes, hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten. Er wordt onderzoek gedaan naar de invloed van licht op borderline, manisch depressiviteit en eetstoornissen.
‘Het is iets waar je als mens veel mee te maken hebt – zonder licht waren we er niet eens –, maar waar de meeste mensen maar weinig van begrijpen. Er zitten zo veel facetten aan. Het beïnvloedt je stemming, je smaak, je libido, de hormoonproductie van melatonine, serotonine en testosteron, om maar een paar aspecten te noemen. En natuurlijk je slaap.’Daarom besloot ze letterlijk en figuurlijk haar licht op te steken en schreef een veelomvattend boek over de invloed van licht op lichaam en geest.Ochtendlicht
Waarom is met name ochtendlicht zo belangrijk?
‘Het ochtendlicht werk als een schakelaar. Het is blauw, en dat remt de aanmaak van het “slaaphormoon” melatonine af. Je wordt er dus alert van. Ons bioritme loopt niet precies synchroon met ons dagritme van 24 uur; jongeren hebben vaak een vrij lange cyclus van zo’n 25 uur, oudere mensen vaak een cyclus die tegen de 23 uur aan zit. Daardoor gaat je ritme dus sowieso al steeds meer uit de pas lopen. Dat geldt nog sterker voor avondmensen. In onze maatschappij wordt je echter min of meer geacht een ochtendmens te zijn. Het is voor avondmensen dus een beetje kiezen uit twee kwaden: laat naar bed gaan en vroeg opstaan, en dus een slaaptekort opbouwen, of laat opstaan en te weinig licht krijgen. Daardoor kampen avondmensen vaker met depressies.’
Aan de ene kant vangen we vaak te weinig (blauw) licht op, aan de andere kant juist te veel door alle elektronica.
‘Dat klopt. Dat is het probleem met beeldschermen: die bevatten relatief veel blauw licht. Dat is funest voor onze nachtrust. Bij een computer en smartphone zit je veel dichter op het beeldscherm dan bij een televisie. Bovendien gebruiken veel mensen die apparaten zelfs nog in bed. De aanzuigende werking is ook groter; de neiging om onafgebroken naar het scherm te kijken is bij een tablet of telefoon groter dan bij een televisie. Maar tegenwoordig zijn er ook steeds meer led-tv’s of andere vormen van ledverlichting. Ik kan me voorstellen dat dat gevolgen gaat krijgen.’
We worden door het gebruik van die apparaten niet alleen slechte slapers, maar ook slechte kijkers. Dragen we over twintig jaar allemaal een bril?
‘Een oogonderzoeker van het Erasmus Medisch Centrum heeft voorspeld dat in 2020 tussen de 10 en 20 procent van de jongeren bijziend zal zijn. In Singapore zijn op dit ogenblik zelfs negen op de tien jongvolwassenen bijziend. In Azië zie je inderdaad een schrikbarende toename, al speelt daar ook een genetische component een rol. Bij een Chinees onderzoek werd bij 1900 leerlingen de gezichtsscherpte gemeten. De leerlingen waren 6 toen het onderzoek begon, en op dat moment had 5 procent een bril. Aan het eind van de middelbare school had 90 procent lenzen of een bril nodig vanwege bijziendheid. Uit het onderzoek bleek dat het aantal kinderen dat een bril moet dragen met een kwart daalt als ze per dag 40 minuten langer buiten spelen.’
LichtziekEr bestaan diverse ernstige allergieën voor zonlicht, zoals xeroderma pigmentosum, kortweg XP. Bij deze ziekte krijgt iemand al van jongs af aan in de zon direct heel veel sproeten, en op iets latere leeftijd overal huidtumoren. Twee Franse jongetjes die xp hadden, konden alleen naar buiten in astronautenpakken. EPP, erytropoëtische protoporfyrie, is een erfelijke stofwisselingsziekte waarbij iemand allergisch reageert op zonlicht (en soms ook op kunstlicht), vooral op de paarse, groene en blauwe golflengtes.
Wanneer de huid zonlicht opvangt, leidt dit direct tot verbrandingen waartegen geen zonnebrandcrème voldoende beschermt. Mensen die hieraan lijden kunnen meestal alleen naar buiten als ze dik zijn aangekleed. Polyforme lichteruptie, PLE, is de meest voorkomende vorm van lichtallergie: bijna een op de vijf mensen heeft het. In lichte gevallen krijgt iemand bultjes, in zwaardere gevallen zorgt het kleinste beetje zonlicht al voor rode uitslag en ondraaglijke jeuk. De zwaardere variant ervan heet CPLD, chronisch polymorfe licht dermatose.
Hoewel de werking van kunstlicht en daglicht op elkaar lijken, zijn ze niet inwisselbaar. Waarom niet?
‘Zelfs als het buiten grauw en bewolkt is, is het natuurlijke licht onvervangbaar. Op een heldere dag is het licht buiten 100.000 lux, met sluierbewolking is dat nog steeds 10.000 lux. De hoeveelheid licht op een kantoor is 500, een gemiddeld huis 200. De hoeveelheid die je buiten opdoet, is dus vele malen groter dan lamplicht. Ik ben me door dit boek veel bewuster geworden dat het echt belangrijk is om voldoende naar buiten te gaan. Daglicht verhoogt bovendien de productiviteit en geeft een groter gevoel van veiligheid dan kunstlicht. Daarom is het ook heel belangrijk dat kantoren voldoende ramen hebben. Vitamine D kun je misschien nog uit een potje halen, maar er valt met medicijnen en lampen eigenlijk niet op te werken tegen de voordelen van daglicht.
Tegelijk kan er met lampen nog wel veel winst behaald worden. Uit verschillende experimenten is gebleken dat de kwaliteit van het licht in verzorgingshuizen en bejaardenhuizen heel veel invloed heeft op hoe oudere mensen en dementerende bejaarden functioneren. Dat geldt ook voor klaslokalen: bij goed licht kunnen kinderen beter leren. Terwijl creativiteit en dimlicht een goede combinatie zouden zijn voor het handvaardigheidslokaal.’
Licht beïnvloedt zelfs je eetgewoontes. Hoe zit dat precies?
‘Bij helder licht blijk je gezondere keuzes te maken op het gebied van voedsel dan bij dimlicht. Uit onderzoek is gebleken dat in goed verlichte ruimtes mensen vaker kiezen voor wit vlees, vis en groenten en minder vaak voor rood vlees. Bij dimlicht kozen deelnemers sneller voor gefrituurde gerechten en zoete toetjes, en kregen ze gemiddeld bijna 40 procent meer calorieën binnen. Daar staat tegenover dat je bij gedempt licht minder eet, en langzamer. Dus het beste zou zijn om bij het kiezen en bereiden feller licht te hebben, en als het eenmaal op tafel staat bij kaarslicht te eten. Dan blijft de romantiek ook nog een beetje gespaard.’
Uit je boek blijkt hoeveel tegenstrijdige kanten er aan licht zitten: zonlicht veroorzaakt bijvoorbeeld huidkanker, maar licht wordt ook gebruikt bij behandeling van bepaalde vormen van huidkanker. Wat heeft jouzelf tijdens je onderzoek het meest verbaasd?
‘De interviews met mensen die allergisch zijn voor licht waren voor mij de grootste eyeopener. Dat heeft me doen beseffen hoe vanzelfsprekend licht in het leven van de meesten van ons is en wat een mazzel ik daarmee heb. Ik zit weleens te klagen over pukkels of rimpels, maar eigenlijk mag ik mijn huid wel dankbaar zijn dat ik gewoon buiten kan zijn en kan genieten van de zon. Dat kan van de een op de andere dag ineens veranderen, zoals bij een vrouw, Anneke, die ik heb geïnterviewde: zij werd op haar vijfendertigste tijdens haar vakantie ineens zwaar allergisch voor zonlicht, maar ook voor led- en halogeenlicht. Dat kan iedereen zomaar ineens overkomen.’
Licht. De invloed op lichaam en geest van Gemma Venhuizen is verschenen bij AtlasContact.
Lichttips:
– Ga elke ochtend voor je werk even een wandeling maken, en ook in je lunchpauze;
– Zorg voor regelmaat in je slaap-waakritme;
– Loop niet de hele tijd met een zonnebril op, soms moet het licht ook bij je kunnen komen;
– Zet je bureau het liefst bij een groot raam, want daglicht verhoogt de concentratie en productiviteit;
– Als je last hebt van winterdepressie, ga dan aan het begin van de herfst op vakantie naar een zonnige bestemming, dan heb je daar de hele winter profijt van;
– Neem een hond.