Prince, Madonna, Michael Jackson, de Beatles, de Rolling Stones… wereldberoemde popartiesten met langdurige carrières zijn er genoeg. Toch zijn er maar weinig muzikanten die zo invloedrijk zijn geweest als de bijna 69-jarige David Bowie. De bevlogen Engelsman is dan ook niet alleen popartiest, bekend van talloze hits als ‘Let’s Dance’, ‘Space Oddity’, ‘Fame’, ‘Dancing in the Streets’ (met Mick Jagger) of ‘Tonight’ (met Tina Turner), maar ook actief op het gebied van theater, film, beeldende kunst, vormgeving en mode. Een artistieke duizendpoot, kortom, die generaties heeft beïnvloed en geïnspireerd.
De veelzijdigheid en de invloed van David Bowie is te zien op de grote overzichtstentoonstelling David Bowie is, die na de opening in Londen de wereld over is gereisd en na Toronto, Sao Paolo, Berlijn, Chicago, Parijs en Melbourne nu als laatste neerstrijkt in het Groninger Museum.
Je hoeft geen David Bowie-fan te zijn om te komen kijken, zegt Andreas Blühm, directeur van het Groninger Museum. ‘Het Victoria and Albert Museum, dat deze tentoonstelling heeft samengesteld, vroeg ons of wij die ook wilden hebben. Ik dacht: zoiets boeit misschien alleen de echte fans. Maar toen ik in Londen ging kijken, zag ik dat deze expositie juist ook interessant is voor mensen die op zich weinig met Bowie hebben. Want je krijgt niet alleen het verhaal te zien van de artiest David Bowie, maar ook een tijdsbeeld van de jaren zestig tot negentig. David Bowie bewoog zich in een tijd die zeer creatief was en waarin pop en avant-garde werden vermengd. Daar plukken wij vandaag de dag de vruchten van, dat zie je alleen al aan het feit dat musea zich openstellen voor popcultuur. Dat hebben we aan de Bowies van deze wereld te danken, artiesten die op de kunstacademie hadden gezeten, maar zelf popcultuur maakten en de grenzen deden vervagen. Op deze tentoonstelling zie hoe je dat proces is verlopen.’
Voor de expositie hebben de curatoren van het Victoria and Albert Museum gebruik kunnen maken van het volledige David Bowie-archief. Tot hun verrassing bleek David Robert Jones, zoals Bowie eigenlijk heet, al vanaf het begin van zijn carrière alles te hebben bewaard, van persoonlijke notities en songtekstkrabbels tot ontwerpen van albumhoezen en heel veel kledingstukken. Een schat aan informatie en materiaal dus, vertelt Blühm, secuur beheerd door professionele medewerkers. Hij lacht. ‘Zo precies stellen we onze rocksterren toch meestal niet voor!’
Daardoor staat bezoekers van David Bowie is een totaalervaring te wachten, belooft hij. Bij binnenkomst krijgt iedereen een koptelefoon. Normaal gesproken moet dan steeds een nummer worden ingetoetst om de gewenste informatie te kunnen beluisteren, maar bij David Bowie is kunnen bezoekers gewoon lekker rondwandelen terwijl beeld en geluid in elkaar overvloeien. ‘De tentoonstelling is als een tijdreis opgebouwd, met heel veel visueel spektakel. Terwijl je rondloopt, ervaar je de aura van alle originele dingen die de meester zelf heeft aangeraakt of gemaakt, en tegelijkertijd heb je geluid en muziek. Je hoort wat je ziet: film, interviews, clips, kostuums, persoonlijke voorwerpen.’
Wie David Bowie door de jaren heen volgt, ziet steeds weer een andere persoon. Ziet hij er op het ene moment uit als een keurige Engelse aristocraat, het volgende moment heeft hij zich een heel androgyn, futuristisch of punk-achtig uiterlijk aangemeten. Weinig artiesten weten zichzelf zo keer op keer opnieuw uit te vinden en de trends te bepalen. ‘David Bowie heeft altijd een heel goed gevoel voor de tijdgeest gehad, of beter gezegd, hij belichaamt die zelf. Hij is een breed geïnteresseerd persoon, las heel veel, ziet heel veel, neemt invloeden tot zich uit de muziek, literatuur en beeldende kunst uit zijn eigen tijd, maar ook uit de geschiedenis. Als je alleen al kijkt naar de dichters en schrijvers die hij gelezen heeft: in één zaal hangen honderden boeken.’
Maar vooral belangrijk is dat Bowie zelf weer grote invloed heeft uitgeoefend op de beeldcultuur van zijn tijd. Hij werkt samen met andere musici en produceert voor anderen, hij heeft geacteerd in het theater en in 37 speelfilms, hij experimenteert met klanken en geluid, met identiteit, met mode. Bowie doet overal aan mee en heeft daarbij altijd voorop gelopen. In plaats van dat hij de mode volgde, volgden modeontwerpers hém. Blühm: ‘De Rolling Stones zijn ook heel beroemd, maar zij doen toch steeds een beetje hetzelfde. Hoewel David Bowie dat sterrendom ook kent, reikt zijn invloed verder dan krijsende meisjes bij het hotel. Hij heeft diepe invloed gehad op veel andere kunstenaars in de mode, film, toneel. Niet toevallig gaat Ivo van Hove nu met David Bowie een musical maken. Bowie is meer dan alleen een rockster met een gitaar die een leuk liedje zingt. Dat is het verhaal van deze tentoonstelling. Je loopt erdoorheen en denkt: wauw, dit deed hij óók allemaal. Steeds vernieuwt hij zichzelf, kiest hij een nieuw personage. Aladdin Sane bijvoorbeeld, of Ziggy Stardust. Ooit heeft hij gezegd dat hij eigenlijk best een verlegen mannetje is. Hij durft niet in het openbaar. Door deze maskers, deze verschillende persona, is hij niet meer David Bowie maar Ziggy Stardust, en die durft het wél. Maar omdat hij zo creatief is, is hij na enkele jaren alweer toe aan iets nieuws, iets wat de meeste kunstenaars niet doen. Die permanente metamorfose is voor velen interessant om te volgen.’
Daarin schuilt ook de grote aantrekkingskracht, vermoedt Blühm. ‘Mensen kunnen zich aan hem spiegelen. Hij is geen afgebakende persoonlijkheid, maar heeft veel facetten en zoekt naar manieren om zichzelf authentiek uit te drukken. Dat spreekt veel mensen aan. Anders dan bijvoorbeeld bij heavy metal figuren hoef je niet bang voor hem te zijn. Hij is een kwetsbare man, een vriendelijke Engelsman met humor. Iemand die authentiek blijft in al zijn maskerades. Ik denk dat hij vooral heel belangrijk is geweest voor mensen die met hun identiteit of seksualiteit worstelen. Hij laat zien: het leven is niet zwart-wit, er zijn wel honderden grijzen.’
In de rij voor het Victoria and Albert Museum in Londen zag Blühm mensen staan van 25 tot 75. Dat is tekenend, vindt hij: ‘Misschien is hij muzikaal gezien wel minder belangrijk geweest dan bijvoorbeeld de Beatles, dat zal de tijd moeten uitwijzen. Maar als persoonlijkheid die avant-gardistische dingen met popmuziek kon verbinden en een breed publiek kon bereiken, staat hij boven alle anderen.’
David Bowie is is van 11 december t/m 13 maart 2016 te zien in het Groninger Museum. Voor meer informatie, kijk op: www.groningermuseum.nl