De belangrijkste 5 politieke moorden uit de recente wereldgeschiedenis

Moorden spelen al eeuwenlang een grote rol in de wereldgeschiedenis. Elke periode in de wereldgeschiedenis kent verschillende verhalen over hoe belangrijke en invloedrijke mensen in koelen bloede werden vermoord. Soms hebben de gevolgen ervan een grote invloed gehad op de loop der geschiedenis.

Volgens een artikel gepubliceerd in het Journal of the Royal Society, werd de eerste vermoorde man in de geschiedenis van de mensheid gedood door een pijl die zijn rug doorboorde. Deze man uit de bronstijd werd bevroren ontdekt in de Alpen, en dateert van ongeveer 5.300 jaar BP.

Mensen vermoordden elkaar dus al sinds de eerste wapens werden uitgevonden, en wellicht al eerder, met blote hand.

Het allereerste gedocumenteerde bewijs van moord(en) en de rechtvaardiging ervan als een wapen van politieke dominantie komt uit het India van de 4e eeuw v. Chr., waar een man genaamd Chanakya, een leraar en koninklijk politiek adviseur, over de daad schreef in zijn verhandeling over staatkunde en polity, de Arthaśāstra.

Het traktaat beschrijft het nut van het vermoorden van vijanden, en ook hoe de koning zijn veiligheid moet waarborgen met betrekking tot verschillende coups tegen hem. Moorden op publieke figuren zijn dus veel ouder dan de opgetekende geschiedenis.

Zelfs in de moderne geschiedenis zijn verschillende belangrijke personen om uiteenlopende redenen vermoord, in verschillende delen van de wereld.

Voorbeelden die we ons allemaal herinneren, zijn John F. Kennedy, Julius Caesar, Martin Luther King, Mahatma Gandhi, en natuurlijk Franz Ferdinand.

Er zijn echter ook een reeks recentere politieke moordaanslagen te benoemen, waar veel minder over bekend is…

Olof Palme

Sven Olof Joachim Palme was de 26e premier van Zweden, die twee termijnen in functie was – van 14 oktober 1969 tot 8 oktober 1976 en van 8 oktober 1982, tot de dag waarop hij werd vermoord: 28 februari 1986.

Hij werd doodgeschoten toen hij met zijn vrouw van een bioscoop naar huis liep, in Stockholm, om middernacht op 28 februari 1986. Hij was op dat moment verstoken van enige beveiliging of lijfwachten.

Olof Palme was een felle tegenstander van het buitenlands beleiden van zowel de Sovjet-Unie, als de Verenigde Staten. Bovendien uitte hij ook openlijk kritiek op de imperialistische en autoritaire regimes in Zuid-Afrika, Spanje en Tsjecho-Slowakije. Hij beschouwde apartheid, het Zuid-Afrikaanse systeem van rassenscheiding dat bij wet werd afgedwongen, als “een bijzonder gruwelijk systeem”, waarover hij zich in de media nogal luidruchtig heeft uitgelaten.

Twee jaar na het incident werd Christer Pettersson, een drugsverslaafde, plaatselijke crimineel, aangeklaagd voor de moord op Palme en veroordeeld. Later werd zijn veroordeling echter herroepen.

Het onderzoek naar de zaak is ook vandaag nog gaande.

Door de tijden heen zijn er verschillende aanknopingspunten geweest die leidden naar invloedrijke personen, regeringen en gewapende groeperingen die kwaad waren op Palme.

In 2011 werd in een artikel in het Duitse tijdschrift Focus de mogelijkheid geopperd van een Joegoslavische samenzwering bij de moord. Een andere theorie stelt dat de moord verband hield met de wapenhandel in India. Sommige analisten speculeren ook over Zuid-Afrikaanse betrokkenheid bij zijn moord.

Een andere verdachte in de cold case is de Koerdistan Arbeiders Partij, die Olof Palme had verboden en geregistreerd als een terroristische organisatie. Dit had veel Koerden die in Zweden (en daarbuiten) woonden woedend gemaakt. Toch leidden veel aanwijzingen naar mogelijke Koerdische daders alleen maar tot een dood spoor.

Turkije deed daar vervolgens in 1998 nog een schepje bovenop.

Semdin Sakik, een leiderfiguur die op 13 april 1998 door Turkse troepen gevangen werd genomen, werd geciteerd in de krant Sabah: “Ik ken de details van de moord op de Zweedse premier Olof Palme niet.” “Evenmin weet ik hoe de moord was gepland of hoe de beslissing om hem te vermoorden was genomen. Maar ik weet dat deze moord is gepleegd door de PKK.”

De heer Sakik, bekend als “Vingerloze Zeki” omdat hij een duim verloor tijdens het afvuren van een raket, zei: “De operatie om Palme te doden kreeg de codenaam ‘Bruiloft’ en het moordcommando werd gegeven door Abdullah Ocalan (met de woorden) ‘Stuur hem naar zijn bruiloft’.”

In de loop der jaren zijn veel Zweedse Koerden gevolgd en lastiggevallen door lokale inlichtingendiensten, maar er is nooit enige andere aanwijzing gevonden dat de PKK inderdaad Olof Palme had vermoord.

Er zijn genoeg redenen om aan te nemen dat de beschuldigen jegens de PKK niet bepaald geholpen hebben om Europese initiatieven voor een permanent staak-het-vuren tussen de PKK Turkije te bewerkstelligen.

Benazir Bhutto

De Pakistaanse Benazir Bhutto (1953-2007) was de eerste democratisch verkozen vrouwelijke leider van een moslimland tijdens een tumultueus leven dat eindigde met haar moord.

Nadat haar twee periodes als premier in de jaren ’90 voortijdig eindigden door beschuldigingen van corruptie, verbleef Bhutto enkele jaren in ballingschap in Londen. Ze keerde terug naar Pakistan met plannen om deel te nemen aan de algemene verkiezingen van 2008, maar werd eind 2007 gedood tijdens een aanval op een PPP-rally.

Bhutto’s thuiskomstbijeenkomst na acht jaar ballingschap werd getroffen door een zelfmoordaanslag, waarbij 136 mensen omkwamen. Ze overleefde het alleen nadat ze op het moment van de aanslag achter haar gepantserde voertuig was weggedoken.

Later werd Bhutto gedood toen een huurmoordenaar na een verkiezingsbijeenkomst in Rawalpindi op 27 december 2007 schoten afvuurde en vervolgens zichzelf opblies. Bij de aanslag kwamen ook 28 anderen om het leven en raakten er nog eens minstens 100 gewond.

De verantwoordelijkheid voor de aanslag werd opgeëist door Mustafa Abu al-Yazid, een commandant van Al Qaida. Op 26 april 2013 werd Pervez Musharraf onder huisarrest geplaatst wegens zijn mogelijke banden met haar dood.

Er waren meer familiedrama’s met betrekking tot politieke moorden. Bhutto’s broer Shahnawaz werd in 1980 vermoord in zijn appartement aan de Rivièra. De familie hield vol dat hij vergiftigd was. Een andere broer, Murtaza, stierf in 1996 (toen zijn zus aan de macht was) in een vuurgevecht met de politie in Karachi.

Analisten beschrijven de moord op Benazir Bhutto als een moord op Pakistaanse vrouwen in het algemeen.

 

Ngô Đình Diệm

De Zuid-Vietnamese president Ngô Đình Diệm werd in 1963 vermoord.

Diệm werd samen met zijn broer vermoord achterin een gepantserde auto, nadat de VS zijn regering omver had geworpen.

Voormalig President John F. Kennedy, die eerder zijn bewind in de jaren ’50 had gesteund, keurde de coup goed.

De dood van Diệm leidde tot een interne verscheuring van Zuid-Vietnam, die de komst van meer Amerikaanse troepen in Vietnam ten gevolge had.

Zoals Jeff Stein van Newsweek schreef, leidden de staatsgreep en de moord op Diệm tot “een nachtmerrie die uiteindelijk 58.000 Amerikanen (en 1,5 miljoen Vietnamezen) het leven kostte, de VS verscheurde en een diepgeworteld cynisme over het Amerikaanse politieke establishment voortbracht dat tot op de dag van vandaag voortduurt”.

 

Anwar Sadat

De Egyptische president Anwar Sadat werd vermoord in 1981.

Huurmoordenaars die zich voordeden als soldaten schoten Sadat neer terwijl hij de viering van de Dag van de Overwinning in Cairo bijwoonde.

Steven Cook, die een boek schreef genaamd “The Struggle for Egypt: From Nasser to Tahrir Square,” vertelde NPR dat het land geschokt was door zijn dood, maar dat velen ambivalent waren over zijn rol als politicus.

Dit kwam door sommige van zijn beslissingen tijdens zijn ambtstermijn. Zijn leiderschap veranderde Egypte. Hij trok zich terug van Rusland en kwam dichter bij de VS te staan. Hij begon ook een oorlog met Israël en beëindigde die enkele jaren later.

Al-Zomor, een van de mannen die munitie leverde aan de moordenaars, vertelde NBC News dat hij de dood van Sadat niet betreurde, maar dat zijn opvolger, president Hosni Mubarak, erger was. Volgens hem was Sadat “duizenden keren beter.”

En dat is precies de reden waarom veel Egyptenaren vandaag de dag de moord op Sadat erkennen als een van Egypte’s zwartste dagen.

Patrice Lumumba: de belangrijkste moord van de 20ste eeuw

Patrice Lumumba, de eerste wettelijk verkozen eerste minister van de Democratische Republiek Congo (DRC), werd op 17 januari 1961 vermoord.

Deze gruwelijke misdaad was het hoogtepunt van twee onderling samenhangende moordcomplotten van Amerikaanse en Belgische regeringen, die voor de uitvoering gebruik maakten van Congolese handlangers en een Belgisch executiepeloton.

Ludo De Witte, de Belgische auteur van het beste boek over deze misdaad, kwalificeert het als “de belangrijkste moord van de 20ste eeuw”.

Het historisch belang van de moord ligt in een veelheid van factoren, waarvan de belangrijkste de mondiale context is waarin hij plaatsvond, de impact ervan op de Congolese politiek sindsdien en Lumumba’s algemene nalatenschap als nationalistisch leider.

Toen de wreedheden in verband met de brute economische uitbuiting in de Kongo-Vrijstaat van Leopold miljoenen slachtoffers eisten, sloten de VS zich aan bij andere wereldmachten om België te dwingen het land als een reguliere kolonie over te nemen.

En het was tijdens de koloniale periode dat de VS een strategisch belang verwierven in de enorme natuurlijke rijkdommen van Congo, nadat zij het uranium uit de Congolese mijnen hadden gebruikt voor de vervaardiging van de eerste atoomwapens, de Hiroshima- en Nagasaki-bommen.

Het streven van Patrice Lumumba naar echte onafhankelijkheid en volledige controle over de rijkdommen van Congo om deze te gebruiken voor de verbetering van de levensomstandigheden van het Congolese volk, werd dan ook gezien als een bedreiging van de westerse belangen.

In Congo wordt de moord op Lumumba terecht beschouwd als de erfzonde van het land. Nog geen zeven maanden na de onafhankelijkheid (op 30 juni 1960) was deze moord een steen des aanstoots voor de idealen van nationale eenheid, economische onafhankelijkheid en pan-Afrikaanse solidariteit die Lumumba voorstond, en een vernietigende klap voor de hoop van miljoenen Congolezen op vrijheid en materiële welvaart.

Hedwig Kuijpers” Hedwig Kuijpers”

Mijn gekozen waardering € -

Hedwig is een zeventalige Belgische auteur. Zij vertoeft graag in het Midden-Oosten en brengt daar verslag van de huidige stand van zaken. Haar favoriete onderwerpen zijn dan ook Iran, Syrië, en de Koerdische kwestie. Daarnaast schrijft Hedwig over allerhande onderwerpen die zij zelf interessant of bizar vindt. Denk daarbij aan kwesties in de Europese politiek, geschiedenis en True Crime.

Naast de gebruikelijk Europese talen (Nederlands/Frans/Engels/Duits), spreekt Hedwig vloeiend Turks, Koerdisch en Perzisch. Momenteel verdiept zij zich ook in de Arabische taal.

Je kunt haar e-mailen en terug vinden op twitter. Ze schrijft sporadisch over de verschillende Koerdische partijen op haar eigen engelstalige blog.