De bevrijdende rebellie van een simpel leven

Misschien heb je ook wel eens gedacht aan een sabbatical. Een tijdje weg. Naar het buitenland wellicht. Tijd voor andere zaken dan jaar in, jaar uit werken en geld verdienen. Klinkt vast als een luxe om je focus voor een tijdje te kunnen verleggen. En in veel gevallen voelt, en is, dat ook zeker zo.

Een luxe waaraan weliswaar een gevaar kleeft: na het einde van de sabbatical kun je door verkregen inzichten en ervaringen niet meer terug naar het ‘oude’ en moet het roer volledig om. Zo verliep het bij mij. Het roer ging behoorlijk radicaal om. Momenteel woon ik samen met mijn partner in een piepklein huisje, een verlengde caseta, temidden van de natuur op het Mallorcaanse platteland. Vrienden, familie, ons werk en onze fijne woning in Amsterdam lieten we achter ons.

In een tijd van massale en vaak vernietigende consumptie roept zo’n kentering vragen op als: hoeveel heb ik nodig om comfortabel te leven. Heb ik wel een hypotheek en een auto (of twee) nodig? Wat maakt me gelukkig? Hoe kan ik meer eco-vriendelijk en duurzaam leven? Het plaatje van het moderne leven in grote huizen met maandelijkse, vaak hoge, hypotheeklasten waar dag in, dag uit voor gewerkt moet worden, is niet per se de weg die we opmoeten. Althans, voor mij niet. 

Ecologische community

Gedurende een periode van de sabbatical, nu bijna tien jaar geleden, woonden mijn partner en ik in een ecologische community op Ibiza. Op vele fronten was dit een eye-opener, zowel positief als negatief. Zo leerde ik alles over compost en compost-toiletten (waarbij uitwerpselen niet weggespoeld worden naar het onbekende, maar juist van waarde zijn ter verbetering van de aarde waarin van alles kan groeien) en koos ik bewust om dierlijke producten niet langer meer te consumeren. Die maanden betekenden het startsein voor een eenvoudiger, maar vooral ook bewuster leven.

De keuze voor een -bijna- offgrid huisje (water hebben we via een aansluiting naar het dorp toe) in het midden van Mallorca is bij mij en mijn partner ontstaan vanuit een idealisme om duurzaam, met een kleinere voetafdruk te leven, en de vrijheid om uit de haast en gejaagdheid te stappen die we eerder in Nederland hebben gekend. Het tempo ligt hier laag, haast is er amper. In een chaotische wereld waarin we zo veel moeten doen en we zo veel moeten zijn, is dit een manier om het leven te vereenvoudigen. 

De Amerikaanse schrijver Henry David Thoreau (1817-1862) predikte simple living al in 1854 in zijn boek Walden, dat pas ver na zijn dood bekendheid kreeg. Thoreau woonde een tijdlang in een zelfgebouwd huisje in het bos aan een meer in de buurt van Concord, Massachusetts. Daar had hij tevens een tuin aangelegd, waarin hij zijn voedsel verbouwde. De les die Thoreau hemzelf en anderen wilde geven was opgesomd in het ene woord ‘simplify’: vereenvoudig behoeften en ambities, leer te verheugen in het eenvoudige geluk dat de natuurlijke wereld te bieden heeft. Maar ook: weiger de gebruikelijke definities van succes te accepteren. Bijna twee eeuwen later in een tijd van overvloedig kapitalisme is het geluid van Walden springlevend.

Bewust ontspullen

Deze eenvoudige manier van leven geeft nieuwe perspectieven. Automatisch dwingt een kleine woonoppervlakte om te ontspullen. Bij elk ding nagaan: heb ik het nodig en zo ja, waar heb ik er plek voor. Zo heb ik mijn kledingstukken aanzienlijk verminderd en al mijn boeken naar een antiquariaat gebracht (met pijn in mijn hart) om vervolgens alleen nog maar boeken op een e-reader te kopen en te lezen. Eén boekenplank is er nu nog over. Meerdere keren verhuizen helpt ook om alles nog eens door je handen te laten gaan en te beslissen: houden of weg ermee. Downsizen dus, maar ook om meer ecologisch en economisch bewust te worden. We zijn immers zo gewend om te consumeren – spullen, kleding – en door dat kleine huisje sta je ineens meer stil bij de impact van dat koopgedrag, iets wat daarvoor nauwelijks gebeurde. Bovendien, geluk neemt niet toe van meer spullen kopen, hoogstens een moment van blijdschap, maar dat vervliegt weer gauw tot de volgende consumptieshot. 

Meer tijd

Daarnaast koop je letterlijk tijd en daarmee vrijheid door klein behuisd te zijn: omdat de levenskosten drastisch naar beneden gaan, valt de noodzaak aan een fulltime baan grotendeels weg. Helemaal als energie van de rijkelijke zon komt, water spotgoedkoop is, en warmte in de winter van een zelfgebouwde rocket stove komt: een efficiënte houtverbrander die minder hout nodig heeft om een woning warm te stoken (centrale verwarming op Mallorca is niet de standaard, vele woningen zijn voorzien van een houtkachel of huizen worden verwarmd middels een airco/warmtepomp). Voor mij betekent deze simpele en minimalistische levensstijl dat ik meer tijd heb om de dingen te doen die ik graag doe: schrijven, bloggen, lezen, fietsen, maar ook om zelf onze eigen groenten te verbouwen, om meer zelfvoorzienend te zijn en onafhankelijker wanneer de voorraden in de supermarkten om wat voor reden dan ook niet meer aangevuld kunnen worden. En uiteraard gezonder (én lekkerder) te kunnen eten, want de aarde waarin alles groeit is vol leven in plaats van op sterven na dood door het gewoonlijke excessieve gebruik van landbouwgif.

Niet altijd idylle

Het vrijheidselement is een vaakgehoord argument in de keuze om klein behuisd op een stuk(je) land te gaan wonen. Tiny homes gaan eigenlijk altijd gepaard met wonen temidden van natuur, waardoor het doorgaans een geromantiseerd en idyllisch beeld geeft. Deels absoluut waar. Ontwaken met het geluid van de vele zwartkopjes en roodborstjes die onze fincita bezoeken, is alvast een mooi begin van de dag. Maar vergis je niet, als het over de praktische kant gaat, hoe bewust je alles moet indelen op een kleine oppervlakte, veel kan gewoon niet. Dat koken in een mini-keuken soms ergernis geeft. Je hooguit één vriend binnen kunt uitnodigen, want je hebt maar twee stoelen. En languit op de bank hangen, kan niet, want er ís geen bank. Daar staat tegenover dat de tuin een grote ronde tafel, omringd door volle granaatappelbomen en geurende jasmijn, heeft voor onze bezoekers.

De overgang naar dit leven op dit eiland ging niet zonder slag of stoot. Mijn werk als jurist achterlaten, viel me toch zwaarder dan ik dacht. Het was een loslaten van iets vertrouwds, waarvan ik wist dat er een inkomen mee te verdienen viel, in Nederland.

“Wat doe jij?”

Omdat ‘je bent wat je doet’ zo’n beetje de filosofie is in de westerse wereld hebben we die typische neiging ons te identificeren met ons werk. Let maar ’s op hoe vaak Nederlanders bij een eerste ontmoeting je vrijwel meteen vragen: “Wat doe jij eigenlijk?”

Als dat vertrouwde antwoord er – om wat voor reden dan ook – niet meer is, wat zeg je dan? Of als je, weer wat stappen verder, je jezelf afvraagt: wie ben ik? Dus los van werk en functie. Het heeft me wat jaren gekost om los te komen van die vermoeiende zelf-identificatie met werk en een positie die dat werk oplevert. Een tijd lang betrapte ik mezelf erop dat ik er tegenop zag om naar borrels of praatfeestjes te gaan van mensen die ik nog niet kende, daar waar vaak één van de eerste vragen van vreemden was wat voor werk ik deed. En mensen je dus meteen -bewust of onbewust- in een hokje plaatsen. Onder Nederlanders, heb ik gemerkt, is die behoefte veel sterker aanwezig dan onder Spanjaarden.

Borrel-schuchterheid

Wat moest ik zeggen als iemand vroeg wat ik doe in het leven en ik op dat moment alleen maar van mijn nieuwe, enorme vrijheid wilde genieten. Die vraag en daardoor borrel-schuchterheid drong zich pas op nadat het antwoord niet meer duidelijk was, toen we na het sabbatical op het eiland besloten te blijven. Mijn partner had zijn antwoord voor zo’n nieuwsgierige Nederlander op Ibiza wél klaar: “Ik doe zo min mogelijk”, antwoordde hij dan. Komische taferelen gaf het, de verdwaasde blikken van de mensen, ik moest mijn lachen vaak inhouden. Het gesprek was daarmee vaak teneinde, maar dat gaf niet.

Is dit nu ultieme vrijheid? Het roer omgooien, in het onbekende stappen en vooral doen waar je zin in hebt, omdat levenskosten zodanig laag zijn door de gekozen manier van eenvoudig, duurzamer leven? Aan de buitenkant lijk je vrij, maar aan de binnenkant duurt dat aanzienlijk langer, want ineens status-loos, zonder leuk salaris, huis, mooie spullen en auto waar de huidige Westerse samenleving zo op teert en waar je toch vaak op beoordeeld wordt. Vrij zijn van de ‘je bent wat je hebt’-maatschappij is al een stuk in die richting. Inmiddels weet ik dat vrijheid ook betekent dat je los komt van het antwoord op deze vraag. Of er komt ineens een andere vraag bij: is het niet heel egoïstisch om naar een zonnig eiland te verhuizen waar niemand echt haast lijkt te hebben en je min of meer kunt doen wat je wilt, zonder grote verantwoordelijkheden te dragen? Ja. Nee. Het antwoord op die vraag moet ik je – voor nu – schuldig blijven.  

Gelukszoeker

Ik beschouw mezelf als een gelukszoeker en daarvoor heb ik geen bureaucratische en onmenselijke procedures hoeven te volgen. We mogen onszelf inwoners van dit Mallorcaanse dorpje noemen. Ik weet nu dat ik niet veel nodig heb om geluk te ervaren. Geluk vind ik in de hoeveelheid natuur om mij heen, de beschikbaarheid van goede en gezonde ingrediënten om voedsel te bereiden, de vrijheid om te lummelen, te dromen, (onuitgevoerde) ideeën te verzamelen, de vermoeidheid na een lange fietstocht (we leven zonder auto), het milde klimaat (de maanden waarin het in Nederland guur en grijs is) of gewoon momenten helemaal niets hoeven doen.

De vrijheid om je tijd meer in te delen zoals je wenst is een luxe die niet altijd en niet iedereen bevalt. Je moet zelf de motivatie vinden om het werk te doen wat je waardevol vindt. Dat kan lastig zijn. In deze vrijheid kun je verdrinken met het gevaar dat je stuurloos raakt. Omdat ik periodes ken dat er weinig structuur is in het dagelijkse leven, zoals in de de bloedhete Spaanse zomer, en structuur juist richting geeft en houvast, loop ik daar wel eens tegenaan. In de zee van vrijheid moet ik dus koers houden. Als ik afdwaal, voel ik me schuldig en minder waard. Dan denk ik aan familie en vrienden met kinderen, die veel zorg nodig hebben, en met banen die het nodige van hen eisen. Ikzelf heb bewust niet gekozen voor kinderen. Met kinderen zou ik dit leven een stuk minder bevrijdend vinden. Of met een vervelende man. Ik weet inmiddels dat je veel van elkaar moet houden om in een tiny home – ons huisje is maar 15 m2 – te kunnen wonen. 

Oplossen woningnood

Naast de bevrijdende rebellie tegen het alsmaar meer en groter willen, kunnen tiny homes ook een oplossing bieden voor de woningnood. In Nederland, maar ook op Mallorca komen onder meer starters maar moeilijk aan een huis. Er zijn te weinig betaalbare woningen. Naast nieuwe filosofische en ideologische inzichten à la Thoreau’s Walden kunnen tiny homes ook praktische oplossingen bieden. De aankomende minister van Volkshuisvesting zou er goed aan doen dit serieus te bekijken. 

Voor een eenvoudige en ecologische manier van leven zal niet iedereen uit vrije wil kiezen. Waarschijnlijk ook niet comfortabel genoeg om op een toilet te zitten zonder dat schoon drinkwater jouw uitwerpselen wegspoelt. Wat voor mij inmiddels een bron van leven is (compost!), black gold, is dat niet per se voor de ander. Vóór mijn sabbatical, hooggehakt aan een bureau in plaats van op versleten sneakers in de aarde, ook in de verste verte niet. 

Beeld: van de auteur.

Mijn gekozen waardering € -

Schrijft op Mallorca over groen en eenvoudig leven, klimaat, natuur, (Spaanse) politiek, mensen- en dierenrechten. Voorheen jurist in Nederland. Ook te volgen op haar blog www.evalunes.com