De hoogste baas van een van de grootste Koerdische telefoniebedrijven had er een speciaal laatje voor. Als iemand bij hem kwam vragen om hulp, dan deed hij daar een greep in. Honderd dollar voor de doktersrekening, voor het huwelijksfeest, om te helpen met de schade na een brand of een ongeluk, en zo voorts.
De politicus die zichzelf had opgewerkt tot in de top van zijn partij met een eigen militaire militie, gebruikte gele post-its. Als hij een telefoontje kreeg met een verzoek van iemand of een organisatie, en dat zou leiden tot stemmen voor de partij, dan zegde hij hulp toe en schreef dat op. De post-it ging naar zijn secretaris die buiten zijn ontvangstkamer zat en voor de uitvoering moest zorgen.
In Irak is dit een heel normale gang van zaken. Daarom heb ik op jacht naar lokale subsidies voor het Mediacentrum dat ik in Sulaymaniya leidde, ook tegenover menige zakenman en politicus gezeten. Ik heb helaas niets gekregen uit dat laatje van de CEO. En ook niet van mevrouw Talabani, de machtige echtgenote van de inmiddels overleden Mam Jalal, de partijleider van de PUK, die beter bekend staat als Hero Khan. Ik heb wel goede herinneringen overgehouden aan ons gesprek in de ontvangstzaal van de Koerdische omroep waarvan ze voorzitter was.
Zo’n gesprek herinner ik me ook met Barham Saleh, de huidige president van Irak, die toen even premier was van de Koerdische Regio. Over journalistiek, persvrijheid, maar vooral ook over hoe dat in Koerdistan veel te vaak fout ging met journalisten die maar wat schreven. Ik herinner me ook zijn ontvangstzaal in zijn ambtswoning in Erbil, met veel Koerdische kunst en tapijten. Meer dan goodwill leverde het echter niet op.
Divan
Die ontvangstzaal, in het Arabisch de divan genoemd, speelt een belangrijke rol in de sociale structuren in het Midden-Oosten. De divan is waar het stamhoofd zitting houdt; waar hij zijn stamleden ontvangt en waar zij hem zo eens per week om bijstand mogen komen vragen. Want het stamhoofd moet goed voor de leden van zijn stam zorgen. Hen bijstaan waar nodig, straffen als ze zich misdragen, en voor hen opkomen op hogere niveaus. Baantjes voor hen regelen via politici en bestuurders, bijvoorbeeld. Die ontvangstzalen van politici en CEO’s zijn daarop geïnspireerd.
Zo toonde de jonge sjeik Ahmed die ik onlangs in Hawija na twee jaar weerzag, me trots zijn divan. Ook de ontvangstzaal waar hij mij en fotograaf Eddy van Wessel binnen noodde, was indrukwekkend. Heel anders dan de groot uitgevallen, geleende woonkamer waar hij me eerder ontving. Waar we op matjes op de grond zaten terwijl sterke Arabische koffie werd geschonken waarvan de geur het vertrek nog meer vulde dan de mannen die naar het bezoek waren komen kijken.
De terreurgroep ISIS had zijn vader en ooms vermoord, waardoor hij op 25-jarige leeftijd de functie van stamhoofd op zich moest nemen, die bovendien binnen de grotere Jibouri-stam de functie van vredesrechter had. ISIS had het familiehuis met de divan leeggeroofd. Daarom was de sjeik ook zo trots dat hij me zijn grote, vers geschilderde en nieuw ingerichte divan kon laten zien waar hij normaal zijn stamleden ontving.
Niet alleen omdat hij daar de sporen van ISIS had uitgewist – dat kon hij niet eens, want de lichamen van zijn vader en ooms zijn niet gevonden – maar vanwege het belang van deze zaal voor de lokale gemeenschap. Zo regel je de zaken op veel plaatsen in Irak, via je stamhoofd die je belangen behartigt bij lokale en landelijke bestuurders.
Muur
Als zo’n stamhoofd dat kan, tenminste. Want Sjeik Ahmed vertelde over de muur waar hij tegenaan loopt in Bagdad. “Ik heb in Bagdad politieke leiders ontmoet en dan zie je aan hun reactie dat ze denken dat ze met een aanhanger van ISIS praten,” vertelde hij me. Want vooral sjiitische politici zien geen onderscheid tussen ISIS en haar voormalige bolwerk Hawija. “Ik probeer uit te leggen dat we tegen ISIS hebben gevochten en duizenden martelaren hebben,” zuchtte hij.
Het hebben van goede relaties is het vet tussen de raderen van de Iraakse maatschappij. Net zoals in andere delen van de wereld is er een woord voor: wasta. Zonder wasta bereik je niets, en dat geldt op alle niveaus.
Wasta is geen corruptie, want we zijn op de wereld om elkaar te helpen nietwaar? Maar je kan je wel afvragen of het er niet toe kan leiden. De CEO met z’n laatje probeert nog goed te doen. Maar de politicus met z’n post-its zit wel heel dicht aan tegen stemmen kopen. En dat gebeurt heel veel tijdens verkiezingen in Irak.
Sterker nog, het merendeel van de weinige mensen die vorige maand hun stem kwamen uitbrengen, deed dat omdat de partij hen daarvoor beloonde. Een deel van hen maakte het stembiljet vervolgens echter ongeldig, omdat ze niet zonder dat geld (baan, huis, land, auto) kunnen, maar het tegelijkertijd niet eens zijn met het beleid van de partij.
Schemerzone
Ook de baantjes die zo’n stamhoofd voor zijn leden regelt zitten volop in de schemerzone. Politici en partijen kopen zo zijn loyaliteit, en je zou zelfs kunnen stellen dat het stamhoofd zich op zijn beurt verzekert van die van zijn stamleden zonder welke hij immers niets voorstelt. Daarom ook gaf dictator Saddam Hoessein als een soort opperstamhoofd aan de bezoekers van zijn divan geld mee en een duur horloge.
Zo gaat het al eeuwenlang. En het systeem kan wellicht goed werken, als iedereen er maar van profiteert. Maar sinds mensen bestuur en regering zijn gaan zien als een melkkoe, is dat ingrijpend veranderd. Want ze verrijken zich over de ruggen van degenen die geen toegang hebben tot die koe. Dankzij die de diefstal van haar melk is er voor hen geen werk, stroom of andere diensten, waardoor inmiddels een derde van de Irakezen onder de armoedegrens is beland.
Deze situatie voedt de corruptie. Er is vrijwel geen ambtenaar meer in Irak die een burger een dienst verleent zonder dat die daarvoor onderhands moet betalen. Het is zo ingeburgerd, dat velen menen dat ze daardoor betere service krijgen. En iedereen weet dat zelfs hulporganisaties een deel van hun hulpgelden onderweg moeten afstaan om hun werk te kunnen doen.
Gevolg is dat gemeenten, provincies en de staat, en ook hulporganisaties minder geld hebben, en budgetten niet meer passend te krijgen zijn. Het verklaart waarom een olieland als Irak al jarenlang werkt met begrotingstekorten. En nog een stapje verder: waarom de economie er zo slecht voorstaat. Want het meeste in Irak afgeroomde geld staat op buitenlandse bankrekeningen. Alleen in de Koerdische regio zie je dat het wordt gewit via de bouw; Koerdistan heeft ondanks dat ze ambtenarensalarissen maar deels kan uitbetalen, momenteel alweer de zoveelste bouwboom.
Oplossing
Terug naar de divan, is dat misschien de oplossing voor het Iraakse corruptieprobleem? Nadat hij eerst de stamhoofden had gemarginaliseerd om zijn macht te vergroten, had Saddam toch weer met hen aangepapt toen hij na de oorlog tegen Koeweit alle zeilen moest bijzetten. Maar dat is van voor het internet en de sociale media, en voordat Saddam viel en het land een nieuw regeringssysteem kreeg. Toch is dit wat veel wanhopigen ook in het moderne Irak zien als de enige oplossing: alleen met een machtige leider die vanuit zijn divan met strenge hand regeert, kan het lek in de melkkoe worden gedicht.