De dochter van Marianne wordt heel anders opgevoed dan haar zusjes van een andere moeder. Nu ze ouder wordt begint haar dat steeds meer op te vallen…

Marianne (40) is single moeder van dochter Maartje (13 jaar). De vader van Maartje is single, maar heeft nog twee dochters Lola (8 jaar) en Nina (7 jaar) bij een andere vrouw. Maartje wordt heel anders opgevoed dan haar zusjes. Nu ze ouder wordt begint haar dat steeds meer op te vallen...

Marianne:

‘Even wachten met eten tot we allemaal aan tafel zitten. Ga eens rechtop zitten, op je billen. Niet met volle mond schreeuwen. Aan tafel blijven zitten tot we klaar zijn.’ De zusjes van mijn dochter eten bij ons en Maartje voelt zich zichtbaar ongemakkelijk bij hun gedrag. Ze stuurt ze bij als een kleine moeder. Later die avond leg ik haar uit dat het niet haar verantwoordelijkheid is om dat te doen. Dat mogen papa en hun moeder doen. Het gaat vanzelf zegt ze, want anders doet niemand het ze begint zich te schamen voor haar zusjes. Ze doen altijd zo moeilijk. Ze wou dat ze eens een tijdje bij ons zouden wonen, zegt ze, dan zouden ze tenminste ‘normaal’ doen.

Ik vind het een lastige situatie. Ik ben me bewust van het ingewikkelde gezin waar ik mijn dochter mee opzadel. Geen kind vraagt om een driehoeksfamilie met zusjes bij een andere moeder en ingewikkelde planningen om ervoor te zorgen dat ze allemaal tegelijk bij papa zijn. Ideaal gezien voeden we gedrieën – ex, de andere moeder en ik – onze kinderen op. Dat was in het begin mijn streven. Tot ik geconfronteerd werd met hoe zij het deed. Want hoe kun je ‘samen’ opvoeden als je het allebei 180 graden anders doet? Dat lijkt overdreven, maar dat is het niet. De maaltijd is een goed voorbeeld. Ik vind dat kinderen gewoon ‘moeten’ eten wat de pot schaft, eventueel wat minder als ze het een keer niet zo lekker vinden. Het moment dat je apart gaat koken voor kinderen, ga je de mist in. Het idee dat kinderen alleen maar hoeven te eten wat ze lekker vinden, heb ik nooit gesnapt. Is dat niet hét recept voor verwende kinderen? Ik zie het bij de zusjes van Maartje. Die eten alleen droge pasta zonder saus en schijfjes komkommer. Verder vinden ze niks lekker. Nou ja… witte boterhammen met chocopasta en croissantjes gaan er prima in. Maar avondeten (lees: gezond eten) is een probleem. Het zou liggen aan de smaakpapillen op hun tong, ze kunnen er niks aan doen… Daarom wordt elke hap bejubeld alsof het een prestatie is en krijgen ze ter compensatie een vitaminepil als toetje. En vla natuurlijk, want dat eten ze ook.

Laat ik vooral benadrukken dat ik mezelf absoluut niet zie als een voorbeeld-opvoeder. Ik schiet heus wel eens uit mijn slof en laat ook zeker steken vallen. Pas als Maartje volwassen is, kunnen we de balans opmaken en zien hoe ik het er als moeder vanaf heb gebracht. Ondertussen doe ik het in grote lijn zoals mijn moeder het deed, en haar moeder voor haar. Kort samengevat betekent dat een nadruk op ‘aardig zijn voor elkaar’ en een harmonieuze sfeer in huis, geen geschreeuw en geruzie, ik maak de regels (al moedig ik eigen inbreng met argumenten aan) en verder zoveel mogelijk rust en regelmaat. Ik doe het er goed op en mijn dochter ook. De basics zijn in ieder geval op orde: Maartje zegt gedag, geeft een hand en spreekt volwassenen aan met  ‘U’, ze eet alles, gebruikt mes en vork, en -heel belangrijk- ze praat normaal tegen mij en respecteert mij als moeder. Ze commandeert mij niet. Ik krijg de kriebels als ik hoor hoe de zusjes van Maartje hun wil opeisen. Als je een kleuter niet leert dat ‘mámáá tílllûh’ geen normale of fijne manier van vragen is, kun je niet verwachten dat ze met acht jaar ineens wel weten hoe het moet. Zo heb ik in de loop der jaren de groeven steeds dieper zien inslijten.

En Maartje ook. Toen haar zusjes er nog uitzagen als schattige kleine popjes, werden die zogenaamde kleuterpubertijd tantrums nog afgedaan als ‘normaal’. Alsof het een universeel verschijnsel is dat kleine kinderen zich schreeuwend ter aarde storten als ze hun zin niet krijgen. Nu ze groter zijn, is het allang niet meer zo schattig. Maartje vindt het zelfs heel vervelend, vooral als het gebeurt bij derden. Ik denk dat je kinderen respect en geduld en aardig zijn voor elkaar moet bijbrengen. Dat zit er niet zomaar van nature in. Neem bijvoorbeeld die irritante zeurstemmetjes die kinderen op kunnen zetten. Je drukt het makkelijk de kop in door te zeggen: als je zo raar praat versta ik je niet, praat maar gewoon dan kunnen we weer gezellig kletsen. Als je kinderen daar niet op aanspreekt, worden het later zeur-volwassenen. Een ander voorbeeld is dat gevraag de hele dag: ik wil dit, ik wil dat… Ik wil, ik wil!? Kikker in je bil, is bij ons thuis het standaard antwoord. Doe er een kleine kietelactie bij, en het kind is zo uit de zeurmodus. Waarom kan Maartje dat wel bij haar zusjes, maar hun eigen moeder niet?

Misschien ligt het aan haar eigen opvoeding en heeft ze het niet van huis uit meegekregen. Feit blijft dat we onze kinderen totaal anders opvoeden. En dat is lastig, als je zo close bij elkaar betrokken bent. Of wil zijn. Want dat was de eerste jaren mijn oprechte streven. Ik wil niet dat mijn dochter opgroeit met een loyaliteitsconflict, omdat haar ouders uit elkaar zijn. Gelukkig kunnen ex en ik het goed met elkaar vinden. We kennen elkaar al 25 jaar en hebben een oprechte vriendschap. Ik vind hem geen top opvoeder, maar samen komen we een heel eind. Met de komst van nóg twee kinderen in de mix werd het ingewikkelder, helemaal toen die relatie ook stuk liep. Ze hadden veel drama en gedoe en ik fungeerde als mediator tussen beide kampen. Ik ging zelfs op vakantie met moeder en zusjes, omdat dat me goed leek voor ons driehoeksgezin.

Helaas was dat geen succes. Los van het feit dat ik gek werd van de tv die de hele dag aanstond, voelde ik me ook overdreven streng als ik aandrong op een boterham met kaas, als de meisjes mochten ontbijten met donuts gedoopt in de vruchtenhagel. En dan de krijspartijen en het stem verheffen. Wat geeft het als ze regenlaarzen aan willen naar het strand? Waarom mogen ze geen emmertje met schelpen mee terug sjouwen? Waarom móéten die vleugeltjes om als ze in het zand zitten te scheppen? Negen van de tien keer snapte ik niet wat het probleem was maar er was de hele dag gedoe en gehannes, gezeur en gehuil. Ik heb nog nooit zo’n arelaxte, uitputtende vakantie gehad.

Maar tegelijkertijd was het een eyeopener. Ik moest mijn verwachtingen bijstellen. Mijn streven naar een harmonieus driehoeksgezin? Mooi in theorie, maar in praktijk werkte het voor geen meter. Als moeder en vrouw zijn we gewoon té anders. Beter wat afstand en ruimte inbouwen, dan geforceerde gezelligheid. Sindsdien richt ik me op Maartje en mijn ex, en dat gaat goed. De zusjes zie ik op verjaardagen en af en toe bij mijn ex. Ik doe geen intensief contact meer met hun moeder en we gaan nooit meer samen op vakantie. Er is lucht in de situatie gekomen waardoor ik onze opvoedperikelen een stuk beter kan relativeren. So what dat ze slecht eten en niet zo makkelijk zijn? Veel belangrijker is het dat de drie zussen dol zijn op elkaar, heerlijk samen kunnen spelen en dikke pret hebben met zijn drieën. Een belangrijk voordeel van een deeltijd-relatie: het blijft veel langer leuk! Als Maartje zich ergert of schaamt voor haar zusjes, wijs ik haar op die voordelen. En als de meisjes hier zijn, probeer ik ze stiekem wat manieren bij te brengen. Want ook al is het moeilijk in de praktijk, ik blijf een voorstander van de ideologie: it takes a village to raise a child.’

Image by Engin Akyurt from Pixabay

Mijn gekozen waardering € -

De artikelen van Anne verschenen eerder in tijdschriften en kranten waaronder Fabulous Mama, Viva, Margriet, Linda en NRC Next. Anne is cultureel antropoloog en eigenaar van Uitgeverij 11