De hoofddoek en de mores

De hoofddoek. Daar was ze weer, in het recente Kamerdebat. Vanwege een obsessie met de onderdrukking van vrouwen die zich niet onderdrukt voelen. Of misschien juist door dezelfde mensen die zeggen vrijheid hoog in hun vaandel te hebben staan.

Mijn moeder droeg een hoofddoek. Iedere vrijdag als ze naar de markt ging. En altijd als het waaide of regende (en dat is vaak in Nederland). En dat was niet alleen tijdens mijn jeugd. Ik heb ook een foto van haar als jonge vrouw, ergens in de jaren veertig denk ik, met een hoofddoek. Ze had er altijd een in haar tas. Gewoon, om d’r haar te beschermen.

Ik moest daaraan denken toen de eerste debatten van het nieuwe kabinet Schoof en de Tweede Kamer voor een onevenredig deel door dit onderwerp in beslag werden genomen. Ik ga er maar even vanuit dat dit niet was bedoeld om de aandacht af te leiden van de echte problemen.

Ik werd herinnerd aan de vraag die altijd komt als ik vertel over mijn correspondentschap in Irak en mijn reizen door het Midden-Oosten. Ja, soms draag ik een hoofddoek. Nee, dat vind ik geen probleem. Een beetje warm, dat wel. Maar je doet het uit respect voor de mensen om je heen. Of omdat het ook wel lekker is om eens niet op te vallen met je blonde onbedekte haren.

Waarom is er in Nederland zo’n obsessie met de hoofddoek dat er zelfs een scheldwoord voor is? Je hoort mensen zeggen dat het onderdrukkend is, en een uiting van de onderdrukking van de patriarchale religie die de islam is. Maar is dat ook echt zo, en geldt dat voor iedereen?

Mores

De jonge vrouwen die ik tegenkom in Irak denken er nauwelijks over na. Ze dragen een hoofddoek of niet, en dat heeft te maken met het gezin waarin ze zijn opgevoed, met hun klasse en met de mores om hen heen. Als er een strijd is over die lap stof, dan speelt die zich meestal binnenshuis af, en tussen moeder en dochter.

Moeders willen het beste voor hun dochters. Ik wil de vergelijking niet helemaal doortrekken, maar ook in de regio’s waar vrouwenbesnijdenis nog steeds voorkomt, is dat vooral omdat moeder hun dochters daarmee denken te beschermen tegen een slechte naam. Je hoort dat te doen, anders willen mannen niet met je trouwen.

Ook die hoofddoek beschermt. Was het van origine (in de hete Saoedische woestijn) tegen de zon, het werd een bescherming tegen de ogen van begerige mannen. Een beetje een selffulfilling prophesy, want als alle vrouwen hun haar wegstoppen dan trek je wel blikken als jij dat niet doet.

Temeer omdat haar in de Arabische cultuur als de grootste schoonheid van de vrouw wordt beschouwd. En hier zit nog een tegenstelling: als je je haar constant wegstopt onder een hoofddoek, dan wordt het in de hitte van de zomer vet van en raakt beschadigd.

Bescherming

Waarom dragen zoveel vrouwen hem dan? Het is een kwestie van imago. Het is een teken dat je gelovig bent en je bescheiden opstelt. Voor de moeders van zonen zijn dat dingen die ze zoeken in een toekomstige schoondochter. Maar de hoofddoek is vooral en vooreerst ook een gewoonte, onderdeel van hoe het hoort. Zoals iedereen het doet.

En vrouwen zijn creatief genoeg om met de hoofddoek toch op te vallen. Door voor een mooie, kleurige doek te kiezen, en er een fashion statement van te maken, in combinatie met de rest van de kleding. Door zich modern te kleden, met spijkerbroek en sportschoenen, en een doek te kiezen die daarbij past. Dat je je haar bedekt, betekent niet dat je jezelf ook verbergt.

Toch is het eng om de hoofddoek af te leggen, weet ik van de vrouwen die ik dat ik Irak zag doen. Niet alleen omdat je tegen de wil van je moeder ingaat. Maar omdat je dan afwijkt van wat normaal wordt gevonden. Dat je daardoor opvalt. Dat de ogen opeens op je gericht zijn. Het is me beschreven als een gevoel van naaktheid.

Verzet

Natuurlijk zijn er ook vrouwen die zich actief verzetten tegen de mores. Kijk naar de vrouwen in Iran, die de doek afwerpen omdat die symbool staat voor de manier waarop de islamitische republiek hen onderdrukt. Mij valt overigens op, als ik beelden van Iraanse vrouwen zie die dat durven (en gevangenisstraf riskeren), dat ook de bedekkende jas (manteau) steeds korter is geworden. Hier hebben we het dan over een bevrijdingsbeweging, waarbij de hoofddoek staat voor een strijd die over veel meer gaat.

Het debat in de Tweede Kamer geeft echter de indruk dat het daar ook altijd om moet gaan. Dat je als vrouw die een hoofddoek draagt, wel onderdrukt zult zijn. En je je hoort te bevrijden door die lap stof af te werpen, hoe kleurig of mooi die ook is. Want ja, het gaat om vrijheid he?

Zoals GroenLinks/PvdA-Kamerlid Esmah Lahlah betoogde, zien veel (jonge) vrouwen dat helemaal niet zo. Die hebben erover nagedacht, en voelen zich prettiger met een hoofddoek, of zien de doek juist als onderdeel van wie ze zijn. Ze hebben een keuze gemaakt – soms tegen de zin van hun moeders in. En ervaren daarmee die druk om dat kledingstuk af te leggen juist als onderdrukkend.

Waarom moeten zij zich conformeren aan de mores als ze zich daar niet prettig bij voelen? Terwijl dezelfde betuttelende mensen die dat vinden ook willen dat zij zich in eigen land juist tegen de daar geldende mores verzetten?

Radicalen

Er wordt steeds maar gesproken over hoe onderdrukkend de islam is. Maar waar kijken mensen dan naar? Dat beeld wordt wel erg bepaald door de radicalen, zoals die van ISIS en het radicale bewind van Iran, die echter een minderheid vormen binnen de islam. Net als maar een minderheid een nikaab draagt, die alleen de ogen vrijlaat. Of helemaal in zwarte doeken gehuld gaat. Alle moslims over een kam te scheren is hetzelfde als alle christenen aanspreken op de uitwassen van de Inquisitie.

Wanneer zijn Nederlandse vrouwen opgehouden hoofddoeken te dragen om hun haar beschermen? Ik heb het zelf nooit gedaan, en misschien was mijn moeders generatie de laatste. Maar misschien komt dat doordat ik in de stad woonde, en zij in een dorp dat zich een stad noemde. En het daar langer een gewoonte is gebleven. Nu doen we petjes en capuchons. En gooien we de sjaals om onze hals.

Gelukkig mogen we dat in Nederland zelf beslissen. Al jarenlang. Zo was ik in de jaren zeventig in mijn ‘dorp’ een van de eersten die hotpants droeg. Het dorp had wel commentaar, maar mijn moeder vond het goed. Het was mijn lijf, mijn imago. Dat heet vrijheid. Daar hebben vrouwen jarenlang voor gestreden.

En daarbij hoort ook dat je vrijelijk een hoofddoek moet kunnen dragen. Dat belachelijk maken betekent die vrouwenstrijd belachelijk maken, maar ook onze vrijheid. Dat willen verbieden betekent dat je van de ontwikkelingen in ons land van de afgelopen decennia helemaal niets hebt begrepen.

Mijn gekozen waardering € -

Judit Neurink is schrijver en journalist die vooral schrijft over Irak en het Midden-Oosten