Kranten, televisiezenders, omroepen, websites en tijdschriften die door het stof moeten door een uitglijder van één van z’n journalisten; het is van alle tijden. Vaak betreft het een slordigheid, die erin is geslopen door deadlinedruk, of door de drang de eerste te willen zijn. Voor een primeur of een enorme scoop doen we ’t tenslotte allemaal. Soms echter, is de oorzaak ordinaire luiheid. Geen zin om nog even dat extra belletje te plegen, te beroerd om nog even die noodzakelijke doublecheck te doen.
Het overkwam bijvoorbeeld sportjournalist Rob Fleur van Het Parool, in 1993. Fleur wilde de persconferentie van Dennis Bergkamp en Wim Jonk, waarop ze hun miljoenentransfer wereldkundig zouden maken, te snel af zijn. Hij gokte (c.q. hij kreeg van Wim Jonk de verkeerde informatie ingefluisterd, zoals Fleur zelf claimt) dat Bergkamp naar Juventus zou gaan. Opening voorpagina van de krant, mooie scoop, totdat Bergkamp en Jonk een paar uur later lieten weten dat ze samen naar Internazionale in Milaan zouden gaan.
Oeps. Foutje, bedankt. Zoals ook Willibrord Frequin vier jaar daarvoor bij KRO’s Brandpunt met de ‘Hoofdenaffaire’ in de fout was gegaan. Er zou in 1989 een welige handel in mensenhoofden tieren, zo was hem ter ore gekomen. Die hoofden werden massaal gestolen uit mortuaria, en zouden onder meer gebruikt worden voor ‘bizarre seks’. Was niet zo, bleek later. Fake news, zei de politie, en het einde van Frequin bij Brandpunt was een feit.
Een blunder van formaat, maar nog altijd maar peanuts vergeleken bij de ‘Scoop van de eeuw’ die journalist Gerd Heidemann in 1983 in zijn West-Duitse tijdschrift Stern publiceerde. Heidemann zou de 62 dagboeken van Adolf Hitler eigenhandig hebben opgespoord, en had ze dankzij vele miljoenen D-mark in het bezit van Stern gekregen. 2,3 miljoen driedubbeldikke issues van Stern gingen er die week over de toonbank, daar waar de normale oplage maar net de 500.000 aantikte. De euforie was van korte duur: de dagboeken bleken vals. ‘Broddelwerk’, meenden deskundigen zelfs. Stern had uit sensatiezucht de werkelijkheid wat uit het oog verloren.
Wat een medium ook nog kan overkomen: onbezonnen domheid van één van z’n werknemers. Zoals het Algemeen Dagblad in 1994. Z’n chef sport Lex Muller meende in een vliegtuig, vol collega’s, sponsors, bobo’s en spelers van het Nederlands elftal, een grap over een bom in een tas te moeten maken. Kun je net denken, op Amerikaanse bodem. Gevolg: vertraagde vlucht, Muller gearresteerd, alle passagiers uren in de verzengende hitte op de landingsbaan, en een paginagrote boetedoening voor op het sportkatern van het AD: Oranje, Sorry!
De overeenkomst tussen de shenanigans van Fleur, Frequin, Heidemann en Muller: het waren fouten. Weliswaar variërend van een slippertje tot een miljoenen kostende megablunder, maar toch: fouten. Als in: waar gehakt wordt vallen spaanders. De geloofwaardigheid van het medium krijgt weliswaar een enorme knauw, maar hé, journalisten zijn ook maar mensen. De screw up werd gemaakt te goeder trouw.
Met plagiaat dan wel het verzinnen van bronnen, ligt dat natuurlijk een tikje anders. De gevolgen zijn hetzelfde als bij voornoemde voorbeelden (de geloofwaardig van krant, omroep of tijdschrift krijgt een geweldige opdonder), maar de oorzaak is een andere. Plagiëren en dingen verzinnen gebeurt bewust. Te kwader trouw dus.
•
Het gezaghebbende Duitse opinieweekblad Der Spiegel is de laatste in een lange rij media die hiermee werden geconfronteerd. Het blad maakte afgelopen woensdag op z’n website gewag van het feit dat één van z’n sterverslaggevers bronnen, quotes en passages had bedacht in tenminste veertien van door hem geschreven artikelen. Soms verzon deze reporter, Claas Relotius, zelfs complete verhalen. Zo bedacht hij bijvoorbeeld ene ‘Gayle Gaddis’, een devote Amerikaanse vrouw die er volgens het artikel haar levenswerk van had gemaakt om heel Amerika door te reizen om executies te bezoeken. Interessant gegeven, toch? Jawel, maar wél van A tot Z verzonnen. Gayle Gaddis bestaat helemaal niet.
En Relotius is geen kleine jongen in de Duitse journalistiek. Hij was al zeven jaar lang medewerker van Der Spiegel, waarvan de laatste anderhalf jaar in vaste dienst. Gedurende die jaren grossierde de 33-jarige verslaggever in journalistieke prijzen. Zo werd hij CNN’s Journalist of the Year in 2014, kreeg hij de European Press Prize in 2017, en nam hij maar liefst vier keer de Deutscher Reporterpreis mee naar huis.
Het balletje ging rollen toen Juan Moreno, een collega met wie Relotius aan een verhaal over de vluchtelingenproblematiek aan de Amerikaans-Mexicaanse grens had gewerkt, nattigheid begon te voelen. Hij kwam twee quotes tegen van mensen van wie hij ondanks zijn kennis van de materie nog nooit had gehoord. Moreno klopte aan bij de hoofdredactie, maar daar kreeg hij aanvankelijk nul op rekest. Hij ging vervolgens maar op eigen houtje op onderzoek uit, want Moreno wist het zeker. Hier klopt iets niet. En inderdaad: hij spoorde de twee opgevoerde getuigen op, en die bleken nog nooit met Relotius te hebben gesproken.
Meer speurwerk wees uit dat Relotius veel vaker op die manier te werk was gegaan. Hij verzon bronnen. Hij bedacht ooggetuigen. Hij liet niet bestaande mensen door hemzelf verzonnen quotes zeggen. Hij zoog ook complete interviews uit zijn duim. Zo beweerde hij dat hij de ouders van footballspeler Colin Kaepernick telefonisch had geïnterviewd. Klopte niks van. De mensen hadden nog nooit van hem gehoord.
Voor een vooraanstaand blad als Der Spiegel, dat niets ontziend is in z’n commentaren en menig politiek aftreden op z’n conto heeft, is zulks natuurlijk dodelijk. Zeker in een tijd waarin ’s wereld belangrijkste man de hem onwelgevallige media dagelijks beschuldigd van het produceren van nepnieuws.
Vooral vanuit de hoek van het rechtste AfD klinkt via Twitter het hoongelach luid en duidelijk. Aan schimpscheuten geen gebrek: “Uitgerekend der #Spiegel, het zelfverklaard leidend medium, dat zich zo graag laatdunkend uitlaat over #Trump, #AfD & Co, heeft zich jarenlang bediend van #FakeNews van het zuiverste water.”
Kon je op wachten, natuurlijk.
Voor Der Spiegel komt daar nog eens bij dat het blad één van de meest controversiële verhalen van 2018 liet verschijnen: die met de beschuldiging dat stervoetballer Cristiano Ronaldo in 2009 in Las Vegas Kathryn Mayorga zou hebben verkracht. Natuurlijk; andere scribent, andere bronnen, en appels en peren, maar toch: er werd nog nooit een oorlog gewonnen door de vijand van munitie te voorzien.
De reactie van Relotius op zijn werkwijze: “De druk om niet te falen werd alleen maar groter naarmate ik succesvoller werd.”
Der Spiegel heeft intussen een commissie samengesteld, bestaande uit een drietal journalisten, die moet gaan onderzoeken hoeveel Relotius nou daadwerkelijk bij elkaar heeft verzonnen. Dat kan nog een aardig olievlekje worden, want behalve voor Der Spiegel, schreef hij ook voor onder meer Die Welt, der Tagesspiegel en de zondagseditie van de FAZ. “Ook andere media zouden getroffen kunnen zijn”, snottert Der Spiegel.
•
De fratsen van deze Relotius doen overigens sterk denken aan het schandaal waarmee de New York Times in 2003 werd geconfronteerd. Daar was het Jayson Blair die werd betrapt op plagiaat en het fabriceren van verhalen. Blair bleek bij the Times, toch het neusje van de zalm waar het gaat om krantenjournalistiek, vele bronnen, getuigen en quotes bij elkaar verzonnen te hebben. Het schandaal kostte niet alleen Blair, maar bovendien twee senior-redacteuren de kop.
Overigens hoeven we voor plagiaat en bedrog helemaal de grens niet over. Het meest recente Nederlandse voorbeeld is nog maar een jaar oud: in 2017 werd China-correspondent Oscar Garschagen door het NRC buiten de deur gezet. Dat gaf best een klap, want Garschagens CV loog er niet om: hij was onder andere hoofdredacteur geweest van zowel Vrij Nederland als het AD.
Garschagen werd door Trouw de ‘sjoemelende correspondent’ genoemd. Klinkt nog enigszins vergoelijkend. Maar de hoofdredactie van het NRC dacht daar, nadat Garschagens Chinese assistent ‘m had verlinkt, anders over. Dáár was het gat van de deur, geen genade. “Ik heb het vertrouwen van de krant beschaamd”, bekende Garschagen uiteindelijk in z’n eigen krant. “Ik heb het in sommige stukken mooier en interessanter gemaakt dan het was. Niet zozeer inhoudelijk maar wel in de vorm.”
Het was overigens al de tweede keer dat hoofdredacteur Peter Vandermeersch een dergelijk schandaal(tje) bij de hand had. NRC-redacteur Cees Banning werd in 2012 overgeplaatst nadat men had ontdekt dat hij grote delen van een artikel zonder bronvermelding uit onder meer de Volkskrant had overgenomen.
Diezelfde Volkskrant was in 2015 zélf het haasje, toen stagiair Geerlof van Mooij, volgens hoofdredacteur Philippe Remarque in een openbare mea culpa, “zonder bronvermelding alinea’s over had genomen en uitspraken van geïnterviewden tegenover andere media bracht alsof ze tegen hem waren uitgesproken.”
Remarque noemde het in zijn brief aan de lezer een ‘ontoelaatbare misstap’. “Ik bied de lezers onze excuses aan, net als de auteurs en media wier werk is misbruikt.”
Goed voorbeeld doet goed volgen, moeten Garschagen, Bannink en Van Mooij hebben gedacht. Want in de jaren tachtig en negentig zou de niemand minder dan Adriaan van Dis tot twee maal toe plagiaat hebben gepleegd. Zo zou hij in Een barbaar in China (1987) een aantal alinea’s vrijwel letterlijk hebben overgenomen uit From Heaven Lake, van een Indiase auteur.
Van Dis vond het destijds allemaal reuze meevallen. Nadat hij een paar jaar later opnieuw werd betrapt, naar aanleiding van Het Beloofde Land (1990), gaf de schrijver toe wat onzorgvuldig te zijn omgesprongen met zijn bronnen. Hij omschreef zijn leentjebuur als ‘nonchalant citeren’. Tegen de Volkskrant: “Er is geen sprake van het overnemen van karakters, plot of ideeën ( ) Ik heb alleen een paar racistische argumenten uit zijn boek in mijn verhaal geïntegreerd. Een paar clichés, sweeping statements uit de Afrikaner gemeenschap, die je overal hoort…”
•
Der Spiegel kwam overigens zélf met het nieuws over z’n fantasierijke reporters naar buiten, en publiceerde op z’n website een zelfkritische reconstructie. “SPIEGEL legt Betrugsfall im eigenen Haus offen”, zo luidt de kop boven het artikel waarin het boetekleed wordt aangetrokken. Er wordt gemeld dat Claas Relotius ook in 2018 weer de Duitse Reporterprijs heeft gewonnen. Het juryrapport wordt geciteerd. “…van ongekende lichtheid, dichtheid en relevantie, die er geen twijfel over laat bestaan op welke bronnen het is gebaseerd.”
Het blad reageert daar cynisch, mismoedig en met ingehouden boosheid op: “Maar eerlijk gezegd weet niemand dat op dit moment nog. Alles ligt helaas weer open. Alle bronnen zijn troebel. Veel is bedacht, verzonnen, gelogen. Citaten, plaatsen, scènes en veronderstelde mensen van vlees en bloed. Fake.”
Relotius heeft z’n vervalsingen na een aanvankelijk ontkenning schoorvoetend toegegeven, schrijft Der Spiegel. “En hij heeft het Huis inmiddels verlaten.”