Ellen Lanckman (1975) zegt over zichzelf:
Mijn handen dragen
geen speelgoedafdrukken.
Ze hebben zich altijd gevouwen,
twee kommetjes rond
een uitgesponnen verhaal.
Mijn neus snuffelde aan
en mijn ogen verslonden
de uitgetikte schrijfsels. Ergens
in de krochten van een verhaal
moet het gebeurd zijn. Dat
ik het op een keer zelf probeerde, dat
schrijven uiteindelijk ademen werd. Het vergt
een spreidstand in het hoofd, balancerend
op het koord tussen
meisje en werkelijkheid.
Misschien ligt mijn ware ik daar
waar woorden sprakeloos zijn en
ik mezelf niet altijd herken. Misschien
kom ik er mezelf wel eens tegen, weet ik ooit
wie ik ben, geweest en nog zal zijn.