Mark Singleton doet al jarenlang onderzoek naar de geschiedenis van yoga en publiceert artikelen en boeken over het onderwerp. Tijdens zijn research stuitte hij op een instructieboek van de Deense gymnast Niels Bukh (1880-1950). De oefeningen die Bukh beschrijft deden Singleton sterk denken aan de oefeningen uit zijn eigen yogales. Zo begon een kritisch onderzoek naar de mythe van yoga.
Eeuwenoude traditie?
Laten we bij het begin beginnen, bij die eeuwenoude oefeningen uit India… Volgens het populaire yogaverhaal begon het allemaal bij de Veda’s. Dit zijn de oudste geschriften van het hindoeïsme van ongeveer 1500 v.Chr., geschreven in het Sanskriet. Maar gaan we op zoek naar het woord ‘yoga’ in deze teksten, dan wordt het slechts enkele keren genoemd en dan in de letterlijke betekenis van ‘juk’ of ‘samenvoegen’ van het ene met het andere, zonder concreet bewijs van een diepere, symbolische, betekenis. Yoga als het beoefenen van houdingen komt niet voor in de Veda’s.
Regels voor rituelen
Wat staat er dan wel in die oude geschriften? In grote lijn gaan ze over allerlei manieren om de goden gunstig te stemmen en beschrijven ze regels voor opoffering en rituele ceremonies. In de Upanishads (300 v.Chr) – een bijsluiter van de Veda’s – komen we het woord ‘yoga’ voor het eerst tegen. En wel als de God van de dood, Yama, het noemt als manier om vreugde, verdriet en de dood te overwinnen. Er wordt een rechtopzittende lichaamshouding beschreven, waarbij de geest onder controle wordt gebracht door de adem in te houden. Ook in de Bhagavad Gita – een mythologisch verhaal uit 200-500 v.Chr, wordt yoga genoemd. Hier als drie-voudig pad naar verlichting, oftewel éénwording met God: Karma (het pad van goed gedrag), Bhakti (het pad van de overgave)en Jnana (het pad van het intellect). Lichaamshoudingen worden niet genoemd.
Lichamelijk zuiveren
Pas veel later, rond de middeleeuwen, komen we lichaamshoudingen tegen in hindoeïstische teksten*. Vanaf de 17e eeuw zien we rek en strekoefeningen in de teksten. Maar alleen als voorbereiding op pranayama (ademcontrole) en meditatie. Wat betreft het lichaam is er vooral aandacht voor zuivering en het overwinnen van lichamelijk verval. Zo wordt aangeraden de maag te reinigen door stroken doek in te slikken en terug te trekken en de neusholtes te wassen met zoutoplossing (neti). Middeleeuwse yoga lijkt in bijna niets op de moderne yoga die we nu beoefenen. Staande, bewegende of asymetrische houdingen komen niet voor.
De Yoga Sutras van Patañjali
Elke moderne yogastudent leert over Patanjali, de wijze ‘vader van de yoga’. Patanjali was filosoof en ambtenaar, een schriftgeleerde, die waarschijnlijk leefde rond 400 n.Chr. Hij onderzocht oude teksten en stelde op basis hiervan 196 coupletten op, die de basis van Yoga vormen. In deze Yoga Sutra (lett: yoga uitspraken) beschrijft hij acht stappen om de geest te kalmeren en bevrijding te bereiken. Eén van de stappen is āsana (houdingen), voornamelijk zithoudingen, die worden beoefend om de yogi in staat te stellen lange tijd rustig, comfortabel en ongestoord in meditatie te zitten. Andere stappen gaan over moraliteit (geweldloosheid is een belangrijke pijler), ademcontrole, concentratie en uiteindelijk samadhie (bevrijding). In de Yoga Sutra’s staat niets over staande of bewegende lichaamshoudingen, en al helemaal niets over flow.
Vivekananda & Yogananda
In de 19e eeuw kunnen we grofweg twee soorten yogi’s onderscheiden in India. Aan de ene kant de yogi-saddhu’s, asceten of outcasts die leefden aan de rand van de samenleving. Ze verdienden hun geld door te bedelen en lichamelijke extremiteiten te vertonen, zoals dagen op één been staan, of weken lang een arm omhoog houden. Daarnaast waren er de intellectuele yogi’s, die zich bezig hielden met onsterfelijkheid en éénwording met God. Swami Vivekananda (1863-1902) bijvoorbeeld en Paramahansa Yogananda (1893 – 1952), auteur van Autobiography of a yogi . Zij worden gezien als de eerste Indiërs die yoga introduceerden in het westen. Hatha, de fysieke kant van yoga, speelde slechts een bijrol in hun gedachtegoed. Centraal stonden ademhalingsoefeningen, meditatie en spirituele bevrijding.
‘Hatha is useful, and produces spectacular physical results, but this branch of yoga is little used by yogis bent on spiritual liberation.’ ~ Yogananda in Autobiography of a yogi
Gymnastiek & Bodybuilding
Waar komen die fysieke houdingen – het yoga van tegenwoordig – dan wél vandaan? Dat brengt ons terug bij Mark Singleton. Zijn onderzoek laat zien hoe aan het eind van 19e en het begin van 20e eeuw het lichaam steeds belangrijker werd in Europa. En dat er in die tijd allerlei gymnastieksystemen werden ontwikkeld in Europa, vooral in Scandinavië door onder andere Bukh en Müller. De populariteit van gymnastiek werd door de Engelse kolonisten en nieuwe handelsroutes over de wereld verspreid, en kwam zo ook in India terecht. Daar ontstond tegelijkertijd een enorme rage rondom westerse bodybuilders zoals Eugen Sandow, die het denken over lichaam en gymnastiek verder beïnvloedde. Tegen de achtergrond van deze internationale uitwisseling van ideeën over het fysieke lichaam, ontstond de moderne, fysieke yoga zoals we die nu kennen.
Moderne yoga
Wie heeft al die moderne yogaoefeningen dan bedacht? Singleton wijst naar Krishnamacharia als belangrijke innovator. Begin jaren dertig van de vorige eeuw vernieuwde hij talloze asanas en bedacht er nieuwe bij. Hij ontwikkelde vooral veel staande houdingen en vermeldde daar meestal netjes de bron bij, namelijk J.P. Müller. Leuk detail in Singletons onderzoek is de herkomst van de bekende Zonnegroet (Surya Namaskar). Deze dynamische serie van stretch en kracht oefeningen, werd samengesteld door de bodybuilder Pratinidhi Pant in het begint van de 20e eeuw en werd pas later opgenomen als onderdel van hatha yoga. In de loop van de 20e eeuw kwamen er vele nieuwe vormen van fysieke yoga bij: Ashtanga, Iyengar (leerling van Krishnamacharia), Bikram (ex body builder)… En die ontwikkeling zet zich in het westen door met vormen als kinderyoga, mindfulnessyoga, hot yoga en yin yoga.
Conclusie
De moraal van dit verhaal? Er bestaat niet zoiets als een authentieke yoga traditie. Het mainstream idee dat yogaoefeningen voortkomen uit een eeuwenoude traditie uit het oosten, is een mythe. De meeste oefeningen die we vandaag de dag doen zijn krap 100 jaar oud en sterk beïnvloed door westerse gymnastiek uit de vorige eeuw. Is dat erg? Nee. Veel mensen vinden yoga fijn en daar gaat het om. Is het goed om te weten? Ja. Want het opent de geest naar een grotere waarheid. Namelijk, dat geschiedenis door de mens herschreven wordt en je altijd een open mind moet houden. Uiteindelijk is er namelijk maar één harde waarheid en dat is dat nothing is what it seems… Ook yoga niet.
* Teksten zoals de Saiva Tantras, de HathaYogaPradipika (HYP) en de Gheranda Samhita (Ghs), daterend uit de periode van de 13e tot 18e eeuw
Trans Culturele Diffusie
De westerse invulling van een oosterse traditie noemen we ook wel trans culturele diffusie: een samensmelting van culturele traditie en betekenis tot een nieuwe moderne vorm. Een mooi voorbeeld hiervan is het gebruik van het woordje ‘Namasté’. In India zul je niet snel iemand gedag zien zeggen met Namasté. Het betekent immers ‘wees gegroet / wees welkom’. In de westerse yogacommunity is ‘namasté’ een geheel eigen leven gaan leiden. Het wordt gebruikt als afsluiting van een yogales en betekent iets dat het midden houdt tussen dankjewel voor de heerlijke yogales, fijn dat je er was, zo dat zit weer op, en ik respecteer uw ziel…
Ditzelfde proces van historische en culturele aanpassing van een bepaald gebruik of traditie, geldt ook voor yoga. De meeste yogaoefeningen zijn krap 100 jaar oud en sterk beïnvloed door westerse gymnastiek uit de vorige eeuw. Yoga is een moderne spirituele gymnastiekles gebaseerd op een oud verhaal.