De grote aardbevingen in Umbrië van 2016 staan veel mensen waarschijnlijk nog wel voor de geest. Maar wie weet nog dat het zuiden van Italië ruim honderd jaar geleden werd getroffen door een verwoestende aardbeving, de meest vernietigende zelfs van Europa in de twintigste eeuw? Op 28 december 1908, vlak voor het ochtendgloren, werden de steden Messina op Sicilië en Reggio di Calabria aan de andere kant van de Straat van Messina met de grond gelijk gemaakt. Naar schatting vonden tussen de 70.000 en 110.000 mensen de dood.
Apocalyptisch natuurgeweld
Over dat apocalyptische natuurgeweld schreef de Italiaanse Nadia Terranova, geboren in Messina in 1978 – dus zeventig jaar na de ramp – een gevoelige en ontroerende roman. Hoofdpersonen zijn de jonge vrouw Barbara Ruello, die de dag voor de catastrofe bij haar oma in Messina op bezoek komt, en de elfjarige Nicola Fera, die aan de overkant in Reggio di Calabria woont.
Barbara komt graag bij haar oma in Messina, om het begrensde leven met haar vader in een klein dorpje te ontvluchten. Hij wil dat ze gaat trouwen, terwijl zij houdt van literatuur en wil studeren.
Banden doorgesneden
Nicola groeit op bij een ouders die een liefdeloos huwelijk hebben. Vader Vicenzo is een zakenman die thuis ‘eigenaar is van alles, maar de baas van niets’. Moeder Maria, ‘een bonenstaak van een heks met uilenogen’, is een beetje godsdienstwaanzinnig en denkt dat haar kind de duivel in zich draagt. Ze bindt hem elke nacht vast op een katafalk; opgebaard in de stikdonkere kelder is hij overgeleverd aan eenzaamheid en nachtmerries.
Als de aarde beeft en de huizen instorten, verliezen Barbara en Nicola alles behalve hun eigen leven. Ondanks de schokkende gebeurtenissen biedt hen dat allebei ook een bepaalde opluchting: nu de banden met het verleden zijn doorgesneden, ligt de toekomst voor hen open.
Fraai contrast
Terranova’s poëtische zinnen vormen een fraai contrast met de beschreven pijn en gruwel. Ook heeft ze een mooie, subtiele vertelwijze gekozen. Haar twee hoofdpersonen kruisen op één bepalend moment elkaars leven, vlak na de ramp. De gevolgen van die gebeurtenis en de psychische wonden die daar geslagen worden, waarvan de schrijfster haar lezers knap deelgenoot maakt, zijn misschien nog wel verstrekkender dan de catastrofe zelf. En toch gloort er hoop. Want we weliswaar worden zelden wie we denken te zijn, maar we kunnen wel worden wie we wíllen zijn.
Nadia Terranova, De nacht beeft (250 p.)
Vertaald uit het Italiaans door Etta Maris
Cossee, € 22,99