De vertaler verhaalt… De waarheid over de zaak Harry Quebert

De jonge Zwitserse schrijver Joël Dicker werd voor zijn tweede roman 'De waarheid over de zaak Harry Quebert' met diverse prijzen onderscheiden, en in Frankrijk werden er maar liefst één miljoen exemplaren van verkocht. Terecht, vindt vertaler Manik Sarkar, want het is een unieke roman en een onverbiddelijke pageturner bovendien. ‘Het is écht moeilijk om op te houden met lezen.’

Joël Dicker – De waarheid over de zaak Harry Quebert (635 p.)
Vertaling Manik Sarkar, De Bezige Bij, €19,90/€14,99 (e-book)

De schrijver
Joël Dicker (1985) studeerde rechten in Genève. De waarheid over de zaak Harry Quebert is zijn tweede roman, die werd genomineerd voor de Prix Goncourt – de belangrijkste literaire prijs van Frankrijk – en bekroond met de Grand Prix du Roman de l’Académie Française en de Prix Goncourt des Lycéens. Ook werd hem voor dit boek de Prix Tulipe toegekend, een Frans-Nederlandse onderscheiding voor de beste Franse roman van het jaar. In Frankrijk werden er meer dan een miljoen exemplaren van verkocht.

De vertaler
Manik Sarkar (1973) werd geboren en getogen in het dorpje Zuidhorn bij Groningen. Hij studeerde geschiedenis aan de UvA en werkte onder meer bij de CPNB en als boekhandelaar. Sinds elf jaar is hij werkzaam als literair vertaler uit het Frans en Engels. Hij vertaalde werk van Philippe Claudel, Frédéric Beigbeder, Alexandre Jardin en Gil Courtemanche uit het Frans en Hisham Matar uit het Engels. Manik Sarkar woont samen en is vader van een tweeling.

_____

Waar gaat De waarheid over de zaak Harry Quebert over?

‘De roman gaat over Marcus Goldman, een jonge succesvolle schrijver met een writer’s block, wiens mentor Harry Quebert 33 jaar geleden een relatie blijkt te hebben gehad met een minderjarig meisje, Nola. Als haar lichaam wordt gevonden, wordt Harry Quebert verdacht van de moord. Goldman gaat aan de slag om zijn onschuld te bewijzen, samen met Perry Gahalowood, de officiële leider van het politieonderzoek. Ze ontdekken dat de waarheid aanzienlijk gecompliceerder is dan aanvankelijk werd aangenomen.

Tegelijk gaat het verhaal over het schrijverschap, over liefde, over de mediacultuur, over het Amerikaanse achterland, over trouw, vriendschap, onzekerheid, en vechten voor wat belangrijk is. Het ontleent zijn kracht aan de structuur van het verhaal en deze grote thema’s die – schijnbaar terloops – worden behandeld.’

'Het is zeldzaam dat een boek én steengoed verkoopt, én literaire prijzen in de wacht sleept. In dit geval vind ik dat begrijpelijk.'

Joël Dicker, nog maar 28 jaar, won met deze tweede roman al diverse prijzen. Er zijn in Frankrijk één miljoen exemplaren van verkocht. Terecht?

‘Het is zeldzaam dat een boek én steengoed verkoopt, én literaire prijzen in de wacht sleept. In dit geval vind ik dat begrijpelijk: dit boek is op heel veel verschillende manieren te lezen en daardoor voor heel veel verschillende lezers interessant.

Om te beginnen is dit boek een onverbiddelijke pageturner – om er maar eens wat marketingpraat tegenaan te smijten. Het is écht moeilijk om op te houden met lezen. Verder had ik het net al over de structuur, die is heel bijzonder. Het boek speelt zich af in een paar verschillende tijden, voornamelijk in 2008 en 1975, en om het verhaal op te bouwen schakelt Dicker heel regelmatig tussen die periodes heen en weer. Toch raak je als lezer nooit de weg kwijt, en dat is heel knap.

Wat ook intrigerend is aan dit boek is dat het zowel een bestseller als een ‘meta-bestseller’ is: ieder hoofdstuk wordt voorafgegaan door een les over het schrijven van boeken die de jonge auteur Goldman van zijn leermeester krijgt, en tegelijk zie je dat Dicker die lessen zelf heeft toegepast om dit boek tot stand te brengen. De hoofdpersoon van het boek schrijft een bestseller, en het boek zelf is ook een bestseller (zowel qua vorm als qua verkoopcijfers). Fascinerend zoals die niveaus door elkaar lopen en af en toe zelfs in elkaar grijpen.

De auteur gooit in dit boek zijn hele trukendoos open, hij legt van alle effectmiddelen uit hoe ze werken en gebruikt ze vervolgens om zijn verhaal te vertellen. In zekere zin breekt Dicker hiermee door de “vierde muur”, en dat maakt het tot een uniek boek. Bovendien is het fascinerende aan dit boek dat je het op allerlei verschillende manieren kunt lezen: van een vakkundige thriller tot een ware speurtocht door verschillende betekenislagen.’

Is er een bepaalde passage of zin die je met name is bijgebleven?

‘Een personage, is dat ook goed? Ik vind Marcus Goldman, de verteller, bijzonder intrigerend. Weken nadat ik klaar was met vertalen, begon ik me opeens af te vragen of hij wel te vertrouwen was. Wie zegt dat hij de waarheid spreekt? Het is niet uitgesloten dat hij de lezer van begin tot eind voorliegt. In zijn puberteit laat hij zich erop voorstaan dat hij in alles de beste is, enkel en alleen door de hele boel bij elkaar te bluffen. Hij vertelt over zichzelf dat hij dankzij Harry Quebert tot inkeer is gekomen, maar wie zegt dat dit inderdaad zo is? Wie zegt dat hij inderdaad de gevierde auteur is die hij beweert te zijn? We moeten het maar van hem aannemen.’

'Contact met de schrijver heb ik alleen als het niet anders kan, want ik vind het ‘t leukste om te proberen alles zelf uit te dokteren.'

Het is een stevige pil, bijna 640 pagina’s. Dat moet een aardige kluif geweest zijn. Waren er momenten waarop je het niet meer zag zitten of er even helemaal genoeg van had?

‘Ik heb er met onderbrekingen tien maanden over gedaan. Bij veel boeken zakt de moed me weleens in de schoenen, maar dit keer was dat niet zo. Soms heb je direct een klik met een boek en dat was hier het geval. Bovendien heb ik tussendoor wel voor afleiding gezorgd (vakantie, wat andere klussen), anders loop je bij elk dik boek, hoe onderhoudend ook, het risico dat je knettergek wordt.

Contact met de schrijver heb ik alleen als het niet anders kan, want ik vind het ‘t leukste om te proberen alles zelf uit te dokteren. Grappig: er waren een paar formuleringen waar ik moeite mee had, die heb ik toen opgezocht op bepaalde vertaalfora en… daar kwam ik exact dezelfde formuleringen tegen! Ik kwam erachter dat de Duitse vertaalster met precies dezelfde problemen kampte als ik, en dat heeft me een paar keer door een impasse geholpen.’

Was het boek moeilijk te vertalen?

‘Het was geen uitzonderlijk moeilijke vertaling: het is geschreven als een “gewone” thriller, dus de stijl was niet al te gecompliceerd. Moeilijk te vertalen zijn lange, meanderende zinnen, maar die zul je in dit boek niet aantreffen. Wel had de vertaling bepaalde unieke aspecten. Zo is het gesitueerd in New England in de VS, terwijl het een Franstalig boek van een Zwitserse schrijver is. Dan kan zich het probleem voordoen dat je bepaalde woorden en uitdrukkingen naar het Engels moet vertalen. Een voorbeeld: een ‘deputy sheriff’ kun je bij het Nederlandse publiek wel als bekend veronderstellen, net als ‘county’ bijvoorbeeld. Voor het Franstalige publiek, dat veel minder aan (Amerikaans-)Engels wordt blootgesteld, heeft Dicker zulke termen gewoonlijk vertaald. Ik denk dan dat het beter is om in de Nederlandse vertaling het Engelse woord te gebruiken, dus alsof het onvertaald is gelaten – terwijl ik het dus eigenlijk juist naar het Engels vertaal. Grappig was dat in de publieksrecensies op de Franse Amazon-website complimenten werden gemaakt aan de vertaler die het zo geweldig uit het Engels naar het Frans had vertaald… lezers hadden dus echt niet in de gaten dat het een oorspronkelijk Franstalig boek is.

Dicker is een heel zorgvuldige schrijver, maar toen de hoofdpersoon op een gegeven moment vanuit Manhattan naar Maine reed, was ik verbaasd dat die route niet klopte – die had ik op internet nagezocht omdat ik niet helemaal zeker was over mijn vertaling van een of ander detail. Dat zit ik dus bij het vertalen soms ook te doen: routes volgen op Google Maps. Toen ik op de helft van de vertaling was, kwamen er nog een paar wijzigingen van de oorspronkelijke uitgever: de route was aangepast, en klopte nu wel met de kaart!’

Waar ben je het meest trots op?

‘Op de manier waarop ik de relatie tussen Marcus Goldman en de politieman Perry Gahalowood heb vertaald. Dat is een duidelijke machtsrelatie: Goldman is jong, rijk en succesvol, Gahalowood is ‘maar’ een rechercheur, volslagen  niet glamoureus en met een maandsalaris dat even hoog is als de aankoopprijs van Marcus’ nieuwe schoenen. Maar hij is ook de politieman die officieel belast is met het onderzoek. Deze dubbele machtsrelatie blijft door het hele boek heen bestaan. Het vertalen ervan begint al met de keuze voor ‘u’ of ‘jij’: in het Frans zeg je veel vaker ‘vous’ dan in het Nederlands, dus vanuit het Frans moet je wat dat betreft altijd een vertaalslag maken. Wat het in dit geval nog gecompliceerder maakt is dat Goldman en Gahalowood in het universum van het verhaal natuurlijk Engels met elkaar praten en daarom allebei ‘you’ zeggen. Daar komt nog bij dat ze in de loop van het verhaal een zekere vriendschap ontwikkelen, wat de verhoudingen ook weer beïnvloedt. Ik heb er uiteindelijk voor gekozen om Goldman ‘u’ te laten zeggen en Gahalowood ‘je’ – iets neerbuigend. Ik meen dat ik er qua taalgebruik vrij goed in ben geslaagd om hun machtsrelatie – een mengeling van ironie, spot, en gespeeld en oprecht respect – tot uitdrukking te brengen.’

Al zin om aan een volgende klus te beginnen?

‘Ik ben al bezig met een nieuw boek, misschien wel het moeilijkst te vertalen werk dat ik ooit onder handen heb genomen. Het is een verhalenbundel van Philippe Claudel, getiteld Les petites mécaniques. Die titel is een verwijzing naar een citaat van de wiskundige en schrijver Blaise Pascal, en zo zitten er nog ontelbaar veel andere dubbele bodems en links naar andere boeken, gedichten en schilderijen in de verhalen.

Wat moeilijk is aan het vertalen van een verhalenbundel is dat je iedere keer weer moet omschakelen: bij een roman krijg je op een gegeven moment de stem van het boek wel in je vingers, maar bij een verhalenbundel moet je die voor elk verhaal opnieuw ontdekken. Bovendien is het taalgebruik van Claudel in sommige boeken zeer verraderlijk. Als een verhaal dan ook nog in de middeleeuwen speelt en er allerlei architectonische termen in voorkomen, ben ik de helft van de tijd zoet met naspeuringen. Dan is het natuurlijk de kunst om het zo te vertalen dat de lezer niet doorheeft hoe moeilijk het vertalen is en dat de tekst net zo (on)begrijpelijk wordt als het origineel.

Hoe leuk een vertaling is, hangt van zo veel zaken af: of het onderhoudend of uitdagend is, of je erdoor gegrepen wordt, of je er greep op krijgt, of de stijl je ligt – allemaal factoren die van belang zijn. En dan heb je nog de woordgrappen: die zijn altijd een fijn puzzeltje tussendoor waar ik enorm van kan genieten.

Het is heel leuk om meerdere boeken van dezelfde auteur te vertalen, omdat je thema’s, stijlfiguren en personages ziet terugkeren; soms in dezelfde vorm, soms in een andere. Of je die auteur nu ooit ontmoet hebt of niet, je bouwt een heel persoonlijke relatie met hem op.’

Mijn gekozen waardering € -