“De situatie in de bergen, waar wij wonen, is nog erger”, zegt ze. Met meer overstromingen en zulke lange periodes van droogte dat de eeuwige waterbronnen in de bergen droog bleven staan.
Duizenden kilometers van Gurungs gemeenschap in de bergen werd onlangs de United Nations Climate Change Conference, of COP29, gehouden in Bakoe, Azerbeidzjan. Tijdens deze jaarlijkse wereldwijde bijeenkomst hebben professionals, belanghebbenden en politici wekenlang vergaderd over situaties zoals die van de Tamang en de bijna 500 miljoen inheemse mensen over de hele wereld.
Gurung was aanwezig bij COP29 als programmamedewerker voor het Center for Indigenous Peoples’ Research and Development, gevestigd in Kathmandu, Nepal. Haar eisen waren duidelijk: “We willen $5 biljoen, niet als lening, maar als subsidie”, zegt ze.
Dit bedrag is gericht op het aanpakken van de dringende behoeften van ontwikkelingslanden om over te stappen op schone energie en zich aan te passen aan klimaatverandering. Maar COP29 eindigde op 24 november met een belofte van ontwikkelde landen om jaarlijks slechts $ 300 miljard bij te dragen. En of dit de vorm van een subsidie of een lening krijgt, is nog niet besloten.
Gurung was zeer teleurgesteld. En zij niet alleen. De Inuit Circumpolar Council beschreef de uitkomst als “onacceptabel”. En klimaatgezant Juan Carlos Monterrey Gómez, de hoofdonderhandelaar voor Panama, noemde het een “spit in the face”.
Ondanks de cruciale en buitensporige rol van inheemse volkeren in klimaatactie, zijn hun eisen voor financiële steun opnieuw genegeerd.
De COP en de geschiedenis van uitsluiting
In 2021 tijdens de COP26 in Glasgow werd een toezegging van $ 1,7 miljard gedaan om landrechten en bosbezit voor inheemse volkeren en lokale gemeenschappen te ondersteunen. En hoewel landen op weg zijn om dat doel te bereiken, bereikte slechts zo’n 2,1 procent van deze financiering de inheemse gemeenschappen rechtstreeks.
Een groot deel van de financiering die voortkomt uit deze wereldwijde overeenkomsten wordt gekanaliseerd via institutionele banken, waaronder het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank. Deze entiteiten worden regelmatig bekritiseerd vanwege hun aanpak van klimaatfinanciering, vooral als het gaat om inheemse volkeren. Door een aanzienlijk deel van de klimaatfinanciering te verstrekken in de vorm van leningen in plaats van subsidies, bijvoorbeeld, verhogen ze de schuldenlast van die gemeenschappen.
Bovendien is het proces om toegang te krijgen tot deze fondsen vaak complex en bureaucratisch, waardoor het voor inheemse gemeenschappen moeilijk is om er direct van te profiteren. Fondsen worden vaak gekanaliseerd via nationale overheden of grote organisaties, die mogelijk geen prioriteit geven aan of niet effectief inspelen op de specifieke behoeften van inheemse gemeenschappen. Er zijn zelfs gevallen van projecten, gefinancierd door deze instellingen, dei hebben geleid tot mensenrechtenschendingen en ontheemding.
Dus naast een groter “eerlijk deel” van klimaatfinanciering voor inheemse gemeenschappen, wil Gurung directe toegang tot deze subsidies “zonder een internationale financiële instelling ertussen, zoals de Wereldbank of het IMF.” Ze benadrukt dat inheemse volkeren terecht bang zijn dat die internationale instellingen economische hervormingen of beleidswijzigingen kunnen eisen die mogelijk niet aansluiten bij de prioriteiten of behoeften van die gemeenschappen.
“Het is belangrijk dat inheemse volkeren directe toegang en controle krijgen zonder bureaucratische vertragingen en mandaten over hoe de fondsen worden toegewezen en besteed”, zegt Gurung.
Investeren in inheemse vrouwen en jeugd
Ondanks de vele gesprekken over inheemse gemeenschappen, worden de stemmen van de inheemse bevolking niet genoeg gehoord tijdens COP-bijeenkomsten, zegt Gurung: “Veel onderhandelingen zijn voor ons gesloten.”
Veel inheemse vertegenwoordigers en waarnemers van het maatschappelijk middenveld bekritiseerden de uitsluiting en het gebrek aan transparantie in het onderhandelingsproces. Inheemse leiders uitten openlijk hun frustratie over de ontoereikende raadpleging van inheemse gemeenschappen in het proces. Zo bekritiseerde Alessandra Korap Munduruku, een inheemse rechtenactivist uit Brazilië, de mechanismen rond koolstofkredieten die werden besproken, door te benadrukken hoe deze vaak leiden tot landroof en verdrijving van inheemse gemeenschappen.
Ook meldden verschillende inheemse afgevaardigden en mensenrechtenorganisaties aan het Institute of Development Studies slechts beperkte toegang te krijgen tot de onderhandelingsruimtes en besluitvormingsprocessen. Volgens die groeperingen waren hun stemmen niet adequaat vertegenwoordigd in de uiteindelijke overeenkomsten.
Bij wijze van protest tegen deze uitsluiting organiseerde Gurung een side-event over inheemse vrouwen. Samen met twee collega’s deelde ze haar ervaringen over hoe klimaatverandering Tamang-vrouwen meer treft dan mannen. Ook benadrukte ze de veerkracht en kennis van inheemse vrouwen in haar gemeenschap en inheemse gemeenschappen in het algemeen: “We hebben meer kennis over natuurlijke medicijnen, over zadenbanken, voedselopslag en landbouwpraktijken. We kennen de omgeving, het milieu en kunnen als leiders werken.”
Gurung betoogt dat de kennis van inheemse vrouwen niet alleen rijker is dan die van niet-inheemsen, maar ook superieur is aan die van inheemse mannen. Voor mannen in haar gemeenschap is het volgens haar meer geaccepteerd om een baan in de stad te zoeken, “dus mannen migreren vaak uit de gemeenschap.”
Voor de meest zinvolle investeringen in klimaatoplossingen, zou de focus daarom op vrouwen en jongeren moeten liggen, meent Gurung. “Want zij moeten de kennis vergaren en in de toekomst het voortouw nemen.”
Isaac Nemuta toont een waterbasin in 2022. © Marc van der Sterren
De uitdagingen van de Masai
De klimaatrealiteit waar de Tamang mee kampen, verschilt niet veel van die van de Masai in Oost-Afrika. Volgens Isaac Nemuta houden de effecten van klimaatverandering hem en andere pastoralisten al tientallen jaren in een ijzeren greep.
De Masai staan bekend als een volk dat vasthoudt aan hun traditionele manier van hoeden. Een methode die eeuwenlang stand heeft gehouden, ondanks de inspanningen van de Britse koloniale overheersing en christelijke missionarissen. Maar nu worden ze gedwongen te veranderen. In de afgelopen 30 jaar werden periodes van droogte frequenter en intenser, met stijgende temperaturen en onvoorspelbare regenval.
“De afgelopen jaren is de situatie verslechterd”, zegt hij. De afgelopen vijf opeenvolgende regenseizoenen brachten allemaal veel te weinig water, wat leidde tot ernstige droogte. Sinds eind 2020 is er nauwelijks een druppel regen gevallen, wat heeft geleid tot de dood van meer dan 2,5 miljoen stuks vee.
Nu miljoenen pastoralisten in Oost-Afrika op drift zijn, is Nemuta een samenwerking aangegaan met collega’s om een organisatie op te richten genaamd Climate Smart Pastoralists Limited. Ze helpen herders zich aan te passen aan de nieuwe klimaatomstandigheden en de gevolgen van droogte te beperken door middel van duurzame praktijken zoals rotatiebegrazing, waterbesparende technieken en herstel van graslanden.
De NGO houdt zich ook bezig met gemeenschapsonderwijs en capaciteitsopbouw. Hun school voor herders, die in 2007 werd gelanceerd, is niet alleen bedoeld voor de Masai in Kenia en Tanzania, maar voor alle herdersvolkeren. “Zelfs Turkana uit het uiterste noorden van het land bezoeken onze school”, zegt Nemuta.
Het grootste deel van de financiering voor Climate Smart Pastoralists Limited komt van kleine en middelgrote NGO’s zoals Heifer International en German Agro Action (Welt Hunger Hilfe). Ze ontvangen ook financiering via het Savory Institute en de Africa Wildlife Foundation.
Nemuta heeft eerder wel al geprobeerd toegang te krijgen tot de internationale klimaatfinanciering, maar zonder resultaat. De verschillende financieringsstromen voor klimaatadaptatie, mitigatie en zelfs de verlies- en schadefondsen die op COP29 zijn besproken, liggen gewoon buiten bereik. Het aanvraagproces voor de klimaatfondsen die op wereldwijde schaal worden verzameld, is ondoorgrondelijk voor kleine, inheemse gemeenschappen zoals de zijne.
Maak klimaatgelden toegankelijker
Voor de meeste inheemse volken is eht haast ondoenlijk om toegang te krijgen tot de internationale geldpotten die het oplossen van de klimaatproblemen moeten financieren.
De aanvraagprocedures voor VN-fondsen kunnen zeer complex en bureaucratisch zijn. Inheemse gemeenschappen missen vaak de technische expertise en middelen die nodig zijn om deze processen effectief te doorlopen, zo meldt de VN zelf in een rapport van het Department of Economic and Social Affairs.
De taal die inheemse volkeren vaak amper machtig zijn, maakt het ook lastig het benodigde papierwerk te begrijpen en in te vullen. En net als de Masaï-gemeenschap van Nemuta zijn veel inheemse gemeenschappen zich niet eens bewust van de beschikbare financieringsmogelijkheden, of ze hebben geen toegang tot de benodigde informatie om een aanvraag in te dienen.
Maar er bestaan oplossingen om deze barrières te overwinnen. Zo beschrijft de VN, via het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (dat de COP29 organiseerde), een alternatieve benadering voor inheemse volkeren om toegang te krijgen tot klimaatfinanciering zonder de bureaucratische hindernissen die doorgaans worden geassocieerd met VN-klimaatgeld. De mechanismen worden gebouwd door en voor inheemse volkeren en lokale gemeenschappen, en ze kunnen in verschillende sociaal-culturele regio’s en contexten opereren.
Deze door inheemse volkeren geleide fondsen (ILF’s) bieden een mechanisme waarmee middelen rechtstreeks bij inheemse gemeenschappen terechtkomen, waarbij complexe bureaucratische processen worden omzeild, met cultureel passende subsidieverstrekking. Ze gebruiken benaderingen die aansluiten bij inheemse kennis, prioriteiten en wereldbeelden.
Sommige ILF’s werken internationaal in meerdere landen, terwijl andere zich richten op nationale of gemeenschapsgerichte initiatieven, wat flexibele en contextspecifieke ondersteuning mogelijk maakt.
Uiteindelijk versterken alle verschillende vormen van ILF’s het vermogen van inheemse volkeren om beslissingen te nemen over toewijzing van middelen en implementatie van projecten. En ze fungeren als tussenpersoon tussen inheemse gemeenschappen en externe middelen, waardoor partnerschappen en kennisuitwisseling worden gefaciliteerd. Kortom: ILF’s stroomlijnen klimaatoplossingen.
Gurung is duidelijk dat klimaatfinanciering beschikbaar moet zijn via een eenvoudig en toegankelijk proces zonder al te veel vertraging om klimaatoplossingen te laten slagen. Kortom, zegt ze, “Het moet inheemsvriendelijk zijn.”
© Marc van der Sterren / Yes! Magazine
Dit is een vertaling van het oorspronkelijke verhaal dat verscheen in Yes! Magazine. A nonprofit, independent media organization dedicated to telling stories of … Learn more at Yes! Magazine.