Dat de wolf (een deel van) Nederland in zijn greep houdt, is geen nieuws. Dat dat niet nieuw is, misschien wel. Want de grijze wolf mag anno 2023 op steeds meer plekken en met steeds meer soortgenoten in Nederland opduiken, dat deed hij twee eeuwen geleden ook. En nog weer eerder, rond de middeleeuwen, was er ook al sprake van heuse wolvenplagen. Zo bezien is er dus niets nieuws onder de zon – al helpt dat niet per se in het gepolariseerde en emotionele debat over de wolf van dit moment.
Wat wél helpt, is historische kennis. Over wat de wolf nu precies voor dier is, hoe hij door de eeuwen heen mensenlevens en herinneringen domineerde, welke schade hij aanrichtte en hoe mensen daarop reageerden, en hoe hij een mythische (of juist kwaadaardige) status bereikte. Die kennis rijkt Wim van Heugten de lezer aan in het recent verschenen boek ‘De wolf in de Lage Landen’. Op basis van jarenlang archiefonderzoek stelde hij een lezenswaardig en rijk gedocumenteerd boek samen over de grootste predator die sinds mensenheugenis paniek zaait op Hollandse bodem. Dat levert verrassende informatie op. Over de vele leefgebieden van de wolf in midden- en Zuid-Nederland bijvoorbeeld, en over de pogingen van hele volksstammen om het roofdier uit te bannen. Of over de welstand van de dieren en hoe ze werden gedoogd als natuurlijke vijand van de wilde zwijnen.
Je kunt niet zonder meer concluderen dat de wolf uit Nederland vertrok omdat het hem te heet onder de voeten werd.
Uiteindelijk zou de wolf voor lange tijd uit Nederland verdwijnen, al kan zijn vertrek niet zonder meer aan de wolvenjacht worden toegeschreven. Want, constateert de auteur, door de aanwezigheid van de wolf verdween zijn voedselaanbod. Bij gebrek aan vers vlees was hij op zeker moment genoodzaakt om elders op prooidieren te jagen. Hij wijst ook op golfbewegingen in de wolventrek: de wolf was in meer landen afwisselend aan- en afwezig. Je kunt, stelt Van Heugten, daarom ook niet zonder meer concluderen dat de wolf uit Nederland vertrok omdat het hem te heet onder de voeten werd.
Goed onderbouwde conclusies
Dieren waren zeker niet de enige slachtoffers die de wolf maakte, blijkt ook uit het informatieve boek. Van Heugten trof in diverse archieven verslagen aan van kinderen die door de predator werden gedood – en van opgeschoten jongeren en volwassenen die ternauwernood het vege lijf konden redden. Alleen al in de regio Roermond werden in de vorige eeuw in nog geen jaar tijd 13 kinderen gedood. De bewering van ecologen dat de wolf geen gevaar vormt voor mensen is voor de auteur dan ook te gemakkelijk.
Dat maakt van ‘De wolf in de Lage Landen’ overigens bepaald geen eenzijdig boek, maar een met goed onderbouwde conclusies. Die worden nog eens extra ondersteund door een schat aan archiefmaterialen. De vele illustraties, foto’s, kaartjes en diagrammen maken de geschiedenis van de canis lupus in Nederland inzichtelijk. Het boek heeft daarmee alles in zich om een nieuw gezaghebbend werk in de publieke discussie over de nieuwe koning van de Nederlandse dierenketen te worden.
Wim van Heugten, De wolf in de Lage Landen, uitgeverij Matrijs, 288 pagina’s, € 39,95