“Er komen nog steeds jonge vrouwen vragen naar de demonenuitdrijvingen,” zegt Othman op het bankje voor de Haibat Khatoon Moskee in Mosul. Voor zijn neus bewegen mannen in gebed op en neer op een kleed in het kleine tuintje. De drukke stadsmoskee op de hoek van de straat vlak bij de Universiteit van Mosul wordt buiten gebedstijden gebruikt door handelaren, studenten en anderen die het gebed gemist hebben.
Vlak voor de poort worden de namen afgeroepen van de bestemmingen van minibusjes die hier stoppen. Het lijkt een veel te drukke plek voor de omstreden demonenuitdrijvingen die hier tijdens de bezetting van de islamitische terreurgroep ISIS plaatsvonden. Speciaal voor vrouwen: ze werden bijgewoond door zowel buitenlandse ISIS-vrouwen als lokale. Middenin de binnenstad, en in een moskee waar het de hele dag druk is. Terwijl toch weinigen ervan afwisten. Navraag bij imams die na het vertrek van ISIS terugkeerden naar hun moskeeën in Mosul leidt tot niets. Bevestiging van wat meest anonieme bronnen me meldden, kwam pas bij een bezoek aan de drukke moskee.
“De meeste mensen in Mosul hadden geen idee dat het gebeurde,” erkent Othman. “Alleen mensen die hier regelmatig in de moskee kwamen.” Want het gebeurde tussen twee gebeden in, tussen twaalf en drie uur ’s middags, in de vrouwenafdeling van de moskee. “En de vrouwen gebruikten de zijingang.”
Laura H
Othman is de gebedsoproeper, en was dat ook tijdens ISIS – de belangrijkste reden waarom hij alleen zijn voornaam wil noemen. Want lidmaatschap van ISIS leidt onder de Iraakse terreurwetgeving zeker tot levenslange celstraf. Omdat hij vijf keer daags de moskee in moest voor de oproep, had hij de sleutel. Daarom weet hij ook dat steeds tientallen vrouwen afkwamen op de uitdrijvingen van de demonen, of djins zoals de Koran ze noemt. Een van hen was de Nederlandse Laura H, die met haar man en twee kinderen om de hoek van de moskee woonde.
Dit artikel lees je gratis. Als het bevalt kun je onderaan een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven schrijven
Tegenover schrijver Thomas Rueb deed ze verslag van zo’n bijeenkomst, een rukyah. Ze ging er naartoe omdat haar man haar sloeg en ze de schuld daarvan bij zichzelf zocht. “Het zijn de djins die haar geloof blokkeren, die haar vergiftigen met twijfel en heimwee en maken dat ze fouten begaat. Die duivels moeten eruit!”, schrijft Rueb in ‘Laura H, het Kalifaatmeisje uit Zoetermeer’.
Ze beschreef hem hoe in een small vertrek de vrouwen hun handschoenen uitdeden en hun handen met de palmen naar boven legden. Ze sloten hun ogen, en de man die de sessie leidde begon steeds harder te zingen met een geknepen stem. Hij sloeg vrouwen op de handpalmen. Dat is ongekend, want bij ISIS is ieder lichamelijk contact verboden tussen een man en vrouw die geen familie zijn.
Een jonge vrouw raakte in trance en trok haar hoofddoek af. Toen begonnen vrouwen te kotsen, en zakten in elkaar op de vloer alsof ze de controle over hun spieren kwijt waren. Ze brulden, huilden en lachten. Na een minuut of twintig was de sessie voorbij, fatsoeneerden de vrouwen hun hoofddoeken en liepen zwijgend naar buiten. Hen was verteld dat djins de oorzaak waren van hun verzet tegen hun man of de strenge ISIS-regels. Na het uurtje in de moskee konden ze er weer even tegen.
Kleermaker
Meer dan een jaar later vertelt Othman dat Abu Younis de bijeenkomsten leidde, een 55-jarige kleermaker. Die geen islamitische opleiding had, en zelfs geen banden met ISIS. Maar vanwege zijn kundigheid en populariteit stond de groep hem toe in de moskee te praktiseren. Opvallend, gezien het feit dat ISIS veel vergelijkbare soennitische gewoonten als shirk (zondig, afgoderij) bestempelde en verbood. Naar een gebedsgenezer gaan voor een amulet met een Korantekst kon niet meer. Verschillende gebedsgenezers zijn zelfs terechtgesteld voor het uitoefenen van zwarte magie.
Toch waren dit normale praktijken in het Mosul van voor ISIS, net als elders onder soennieten. Als je steeds maar geen zoon kreeg, of een ziekte wilde niet overgaan, dan ging je naar de gebedsgenezer voor een amulet. Je kon ook gaan bidden bij het graf van een heilige. Volgens ingewijden vonden in Mosul ook veel uitdrijvingssessies voor djins plaats. Met name in de soefi-islam zijn ze populair. Maar het soefisme, een stroming binnen de soennitische islam die meer openstaat voor het occulte, was taboe onder ISIS. Net als alle andere geloven en gewoonten die niet strookten met haar interpretatie van de islam.
Dat de djins daar wel in passen, komt doordat die onderdeel zijn van de Koran, zegt Jamal Hussein, een Iraaks-Koerdische expert en schrijver op het gebied van de salafistische islam. Hoewel de verschillende stromingen in de islam verschillend tegen de djins aankijken, zijn ze het erover eens dat ze het menselijk lichaam kunnen binnendringen en het overnemen, aldus Hussein. “Volgens de salafistische doctrine hebben vrouwen meer kans om geïnfecteerd te worden door een duivelse djin, omdat hun zwakte en gebrek aan intelligentie de duivel uitnodigen.”
Verborgen geesten
Djins komen in de Koran als een derde levensvorm naar voren, naast mensen en engelen. De laatsten zijn Gods boodschappers en gecreëerd uit het licht. Djins zijn verborgen geesten, die gecreëerd zijn uit een vlam, vertelt Hussein. Maar niets menselijks is hen vreemd: ze trouwen en krijgen kinderen, en zijn zowel goed als slecht.
“Er is een complete soera in de Koran over de djins,” zegt hij, en daarom zijn ze voor groepen als ISIS onlosmakelijk met het geloof verbonden. Zo verklaarde ISIS tijdens de gevechten in Syrië herhaaldelijk dat engelen en djins meevochten tegen de ongelovigen.
De symptomen die iemand toont die van djins bezeten heet te zijn, lijken veel op wat de reguliere geneeskunde als psychische aandoeningen classificeert. Maar in plaats van een medische behandeling, onderwerpen salafisten de patiënt aan sessies waarbij de Koran wordt voorgelezen en de djin opgedragen het lichaam te verlaten. “Vaak krijgt de patiënt hallucinaties en epileptische aanvallen die zelfs tot de dood kunnen leiden. Dat komt doordat de djin weigerde het lichaam te verlaten, wordt er dan gezegd,” aldus Hussein.
Streng gescheiden
De persoon die de uitdrijvingen uitvoert is een man, liefst een die oud is en bekend om zijn gelovigheid, zegt Hussein. Hij beaamt dat het vreemd is dat in een samenleving waarin de vrouwen- en mannenwerelden zo streng gescheiden zijn als bij salafisten zoals ISIS, een man in de Haibat Khatoon Moskee in Mosul bij vrouwen demonen kon uitdrijven. “Het is bekend dat mannen misbruik hebben gemaakt van die situatie en vrouwen hebben lastiggevallen,” meldt hij. Daarom zeggen voorgangers van Al-Azhar, de invloedrijkste religieuze universiteit voor de soennitische islam in Cairo, “dat deze methode bestaat uit trucs en corrupt is.”
Uit de aanhoudende belangstelling voor de demonenuitdrijvingen in Mosul, valt op te maken dat er na het verjagen van ISIS ruim een jaar geleden, toch nog vrouwen wonen die salafistisch zijn. Maar bij de Haibat Khatoon Moskee in Mosul kloppen vrouwen nu vergeefs aan. Pseudo-imam Abu Younis is door de politie opgepakt, vertelt Othman. Even later zegt hij dat contact met hem onmogelijk is omdat hij ondergedoken zit. En dan wil de oproeper zijn bezoekers erg graag kwijt, opeens doodsbang voor de consequentie van zijn loslippigheid.