Deze Boxtelaren huren zelf een boer in

Baas worden op eigen bord? Honderd Boxtelaren verbouwen hun eten voortaan op hun eigen duurzame Herenboerderij. Dat doen ze niet zelf: boer Geert is in loondienst.

Het licht speelt met de rijen bomen langs de laan op landgoed Wilhelminapark bij Boxtel. Kleine akkers tussen houtwallen, twintig varkens wroeten in een zee van ruimte. Verderop, verscholen in het groen, ligt de ruïne van een oude kloosterboerderij. Het land van de coöperatie Herenboeren Boxtel doet denken aan vervlogen tijden.

Duurzaam en dichtbij

In de achttiende eeuw waren herenboeren rijke eenlingen die anderen voor zich lieten werken op het land. Op deze hedendaagse Brabantse variant voert een groep van honderd consumenten de scepter. Ze pachten 20 hectare van het landgoed. Een boer in loondienst doet het werk, op de manier waarop zij het graag zien: dichtbij, duurzaam en diervriendelijk.

Iedere zaterdag bezoeken de moderne herenboeren hun land, een boodschappentas in de hand, de auto op de carpoolplaats langs de A2. Bij de kraam voor de boomgaard haalt Manon Huijbregts haar weekoogst op. ‘Prachtig dat je uit je eigen achtertuin eet, dat je zelfvoorzienend bent’, vindt ze. In haar tas liggen een koolrabi, een spitskool en vier bietjes. ‘Nou ja, we kunnen hier niet de hele week van eten. En de koolrabi komt de kinderen inmiddels de neus uit, dus deze ga ik invriezen.’

De koolrabi komt de kinderen inmiddels de neus uit, dus deze ga ik invriezen

Baas zijn op eigen bord: dat is de herenboeren wat waard. Ze investeren ieder 2000 euro in de boerderij. ‘Ach, als je dat geld op de bank zet, levert het toch niks op’, zegt Huijbregts. ‘Je bent nauw betrokken bij je voedsel, de kwaliteit is beter, er is meer aandacht voor’, zegt Sjaak Beirnaert, een andere herenboer. ‘Dit wordt de nieuwe economie. Het kapitalisme is failliet, we gaan het met elkaar doen.’

Het kapitalisme is failliet, we gaan het met elkaar doen

De boerderij in Boxtel is vorig jaar begonnen, en wil dit jaar groeien naar tweehonderd leden. Om het idee te verspreiden, is de Stichting Herenboeren opgericht. Op veertien plekken in het hele land (onder andere in de buurt van Weert, Dordrecht en Bussum) zijn initiatiefnemers bezig leden te werven voor boerderijen die nog moeten worden opgericht.

Supermarktprijzen

Naast hun startinvestering, betalen de leden voor hun wekelijkse aankopen. ‘Daaruit bekostigen we de exploitatie’, vertelt Boudewijn Tooren, voorzitter van Herenboeren Boxtel. De leden rekenen hetzelfde af als voor dezelfde producten uit de gangbare landbouw in de supermarkt. ‘We hoeven geen hogere prijzen te rekenen, want we hebben geen logistiek, geen overhead. We kunnen het ons ook veroorloven om minder efficiënt te produceren’, zegt Tooren. Hij stopt met gebaren, en lacht zijn tanden bloot. ‘Dat is het idee. Kom over drie jaar nog eens vragen of het gelukt is.’ Voor Tooren, in het dagelijks leven adviseur groene gebiedsontwikkeling, is Herenboeren een experiment, ‘een avontuur’.

Dat is het idee. Kom over drie jaar nog maar eens vragen of het gelukt is

Dat is het ook voor Geert van der Bruggen, telg uit een melkveehoudersgeslacht. Naast het werk op de boerderij thuis is hij nu ‘loonwerker’ voor honderd eigenwijze burgerboeren. Ja, die komen wel eens met onpraktische suggesties.’Een vrouwke vertelde dat ze thuis allerlei planten had groeien onder de fruitbomen. Als het te hoog werd, plukte ze het af. Ja, dat gaat niet als je drieduizend fruitbomen hebt staan’, zegt Van der Bruggen.

Varkens

Langs de rijen bloemkool, boerenkool en koolrabi banjert Maarten van Beugen door de modder, met zoontje Charlie (1) op de arm. Mats (4) trekt ergens een knop uit de grond. Samen kijken ze naar de varkens. De eerste groep wordt binnenkort geslacht. Met de kippen is dat al gebeurd. ‘De jongens moeten leren waar het vlees vandaan komt’, vindt Van Beugen. ‘We besteden veel te weinig aandacht aan ons eten. Met het bord op schoot voor de tv: dat vind ik verschrikkelijk. Hier praat Mats met Geert. Hij weet dan later te vertellen dat Geert de kop van de kip haalt. ‘En wat gebeurt er met de ?’, wou Mats weten. Geert vertelde dat hij die eruit haalt. Mats kent nu het verhaal.’

De jongens moeten leren waar hun vlees vandaan komt

Bij het besturen van een boerderij horen ook lastige keuzes, maakt Van der Bruggen duidelijk. Dit jaar was er een rupsenplaag. De schade bleef beperkt. ‘Als het volgend jaar weer raak is, moeten we misschien chemisch behandelen, of laten uitwoeden – met het risico dat we alles kwijt zijn’, zegt Van der Bruggen. ‘Die keuze is zo principieel: die zou ik aan de leden voorleggen’, reageert Tooren. ‘Mijn gevoel zegt dat ze niet voor chemisch bestrijden kiezen. Het zijn dilemma’s. We hebben hier vijf buizerds, die af en toe een kip pakken. Laten we de natuur zijn gang gaan? Of gaan we de kippen afdekken met een gaas?’

Luxe

Van der Bruggen, wiens familie een gangbaar melkveebedrijf heeft, ziet in Herenboeren niet de toekomst van de landbouw. Lid zijn van een Herenboerderij is een luxe. ‘Dit is super, maar het is niet voor iedereen weggelegd. Dat kan ook niet. Stel je voor dat we heel Boxtel zouden moeten voeden: 25.000 man. Daar zou je teveel ruimte voor nodig hebben’, zegt Van der Bruggen.
Tooren denkt daar anders over. ‘Als we niet meer zouden exporteren, hebben we in Nederland de ruimte om alle monden op deze manier te voeden’, zegt hij. ‘Maar: dat hoeft niet, want niet iedere mond denkt er hetzelfde over. Uiteindelijk zijn we niets anders dan een groep mensen die grip wil op het eigen eten. En we willen een bijdrage leveren aan de discussie.’

Dit artikel verscheen eerder in Trouw.

Mijn gekozen waardering € -

Marten van de Wier is zelfstandig journalist en communicatieprofessional. Hij heeft speciale aandacht voor duurzaamheid, natuur en onderwijs, en is daarnaast specialist Zuid-Nederland.