Dierenarts Frederieke komt op voor de varkens

Vandaag is het International Pig Day. In Nederland spreekt dierenarts Frederieke Schouten zich uit voor de varkens. "Bij Varkens in Nood is het elke dag Pig Day. Wij komen op voor deze fantastische dieren. Ik kon als dierenarts het leed in de stallen niet langer stilzwijgend aanzien."

Miljoenen varkens zitten samengepropt in overvolle, kale stallen. Moedervarkens liggen wekenlang vastgeklemd in kraamkooien. Ondanks Europees verbod worden staarten van biggen afgebrand zonder verdoving. In slachthuizen worden ze geslagen en mishandeld. Frederieke Schouten (42) werkte zeven jaar als dierenarts in varkensstallen. Nu probeert ze het lot van varkens te verbeteren als directeur van dierenrechtenorganisatie Varkens in Nood.

Ruim 11 miljoen varkens leven in Nederland verspreid over 3.400 bedrijven. Er zijn grofweg twee soorten varkensbedrijven: zeugenbedrijven die biggen ‘produceren’ en varkenshouders die varkens opfokken. We spreken over een megastal bij 7.500 vleesvarkens of 1.200 zeugen op één locatie. Een bedrijf met zoveel dieren heeft niet de ruimte om ze naar buiten te laten, laat staan ze in de aarde te laten wroeten. De ruimte is zo beperkt dat moederdieren hun jongen zogen in kleine stalen kooien. De biggen worden opgefokt in grote groepen in gesloten stallen.

Een big brengt gemiddeld 25,- euro op, een kilo varkensvlees 1,25 euro. Om lucratief te zijn met zulke lage prijzen, zagen boeren zich de afgelopen decennia genoodzaakt hun bedrijven steeds groter en efficiënter te maken. Dit proces werd gefinancierd door banken die alleen leningen verstrekten onder voorwaarde van schaalvergroting. Het leed van de varkens groeide mee. Frederieke wil hier een eind maken. Haar organisatie strijdt voor een beter leven voor varkens: meer ruimte, wroeten in de aarde, modderbaden bij warm weer, nestmateriaal en strengere regelgeving voor slachthuizen.

Wat heb jij met varkens en is dat altijd zo geweest?

‘Ik kom uit een dorp maar niet van het platteland. Ik leerde de veehouderij – en ook varkens – pas kennen tijdens mijn studie. In het eerste jaar van de opleiding bezochten we bedrijven en boerderijen en ontdekte ik dat varkens ontzettend leuke dieren zijn. Ze zijn nieuwsgierig, onderzoekend, intelligent, sociaal, speels… Ze communiceren echt met je. Koeien ook, maar ik verloor mijn hart aan de varkens. Ik heb zeven jaar als dierenarts gewerkt en grotendeels op de varkensboerderij.’

Wanneer kwam het omslagpunt?

‘Dat was een proces. Vrij snel na mijn kennismaking met de intensieve veehouderij werd ik vegetariër. In het begin kocht ik nog biologisch vlees. Ik vond vlees en zuivel toen nog nuttig. De boeren voorzagen in een product. Maar ik voelde al snel: dit klopt van geen kant. Ik weet nog dat we aan het begin van de opleiding op bezoek gingen in een kalverstal. Ik ben vrij nuchter en zakelijk, maar daar werd ik emotioneel van. Het vloog me aan. Toen ik zag hoe het er daadwerkelijk aan toe ging, wilde ik geen vlees meer eten.’

‘Toch werd ik varkensarts. Ik vond de varkenshouderij en varkensgeneeskunde interessant. Als je kijkt naar hoe de stal eruit ziet en hoe de dieren zich gedragen, kun je goede diagnoses stellen en ingrepen doen. Je kunt impact maken door de dieren de juiste behandeling te geven. Ik wilde als dierenarts bijdragen aan het welzijn van deze grote groep dieren. Na zeven jaar kon ik het niet meer. Ik had een grens bereikt.’

Werd de grootschalige veehouderij in de opleiding ter discussie gesteld?

‘Totaal niet. We bespraken hoe dieren gehouden worden, hoe snel ze groeien en wat ze eten en welke ziektes ze krijgen. Vleeskalveren krijgen bijvoorbeeld veel te lang te grote hoeveelheden melkpoeder gevoerd wat niet goed is voor de vertering en waardoor ze een kleiachtige mest produceren en maagzweren krijgen. We bespraken het ziektebeeld dat hierbij hoort. Niemand – ook ik niet – sprak over de omstandigheden van de dieren. Of het raar is dat varkens en kalveren voeding krijgen waar ze ziek van worden. Achteraf vind ik het op zijn minst opvallend dat dit in de opleiding geen onderwerp is. Waarom vinden wij het als dierenartsen normaal dat we dieren zo behandelen?’

Die publieke opinie is belangrijk als het gaat om dierenrechten. Dat zie je bij de plofkip, dat vinden we niet langer acceptabel. Ook de Partij voor de Dieren groeit. Merk je dat er iets verandert in de maatschappij?

‘We merken inderdaad uit de reacties van het publiek dat de opinie langzaam begint te veranderen. Steeds meer mensen worden flexitariër. Het veganisme groeit. Ook de klimaatcrisis en de biodiversiteitscrisis laten heel duidelijk zien dat onze landbouw moet hervormen. Helaas staat er angstaanjagend weinig over dierenwelzijn in het nieuwe regeerakkoord. Maar op Europees niveau laat de Farm to Fork strategie wel ook duidelijk zien dat het anders moet. De woorden zijn er. Dat geeft hoop.’

‘De focus ligt nu teveel op productie opschroeven. Varkens krijgen voer waarop ze zo hard mogelijk groeien en er wordt continue genetisch geselecteerd op groei. Ondertussen hebben de dieren gewrichtsproblemen omdat ze harder groeien dan ze aankunnen. Ze hebben darmproblemen – diarree en allerlei infecties – omdat ze te veel en onnatuurlijk voer krijgen. Een varken in de industrie is goed vergelijkbaar met een plofkip.’

Hoe komt het dat boeren – en eigenlijk wij allemaal – deze situatie hebben laten ontstaan?

‘Ik vind dat een lastige kwestie. Boeren zijn meegegaan in de druk om op te schalen. Een kwestie van u vraagt, wij draaien. De banken willen geld verdienen. De consument wil goedkoop vlees. Toch zijn er altijd boeren geweest die zich tegen de vergroting hebben verzet, die zeiden: ik wil gewoon rustig met mijn dieren om kunnen gaan. Dat zijn de scharrelboeren. Vroeger boerden alle boeren zo. Nu zijn zij in de minderheid en is het een speciaal keurmerk geworden.’

‘De meeste dierhouders zeggen het leuk of interessant te vinden om met levende dieren te werken. Maar een gemiddelde varkenshouder met 6.000 varkens kijkt vooral naar: zijn de ruggen wel gelijk, vreten ze genoeg, worden ze niet ziek? Ze zijn veel meer met productie bezig dan met de dieren. Een boer is niet sentimenteel. Elk varken eindigt aan de slachthaak. Dat is altijd zo geweest. Maar ik denk wel dat een boer 100 jaar geleden meer wist van het natuurlijke gedrag van een varken dan een boer van nu in de stal.’

‘Wat ik vreemd vind, is dat de dierenartsen nooit protest hebben gemaakt tegen de situatie in megastallen. Ze stonden erbij en keken ernaar… Neem de legkippen. Meer dan tachtig procent van de kippen in legstallen krijgt een borstbeenbreuk. Ze zijn genetisch doorgefokt om veel meer eieren te leggen dan goed voor ze is. Dat kost kalk en veroorzaakt broze botten. Een legkip is te vergelijken met een melkkoe: een scharminkel dat alleen maar eieren dan wel melk moet produceren. Door de enorme focus op productie, zijn we onderweg het dier kwijtgeraakt.’

Wat kunnen we doen om het dier weer terug te vinden?  

‘Op één staat: geen of minder dierlijke producten eten. We hebben dierlijke producten niet nodig. Als je er zo in zit als ik, zie je dat elk dier een individu is en recht heeft op een goed leven. Wij maken dieren ondergeschikt en fokken ze puur en alleen om ze op te eten. Het enige argument is dat vlees lekker is. Wij mensen hebben het vermogen om morele keuzes te maken. Er zijn vleesvervangers en we kunnen kweekvlees maken in het laboratorium. Wat mij betreft kunnen we stoppen met het eten van varkens.’

‘Tegelijkertijd snap ik dat de maatschappij nog anders in elkaar zit. De meeste mensen willen niet helemaal vegetarisch of plantaardig eten. Als dierenrechtenorganisatie zijn we daarom pragmatisch. We zetten in op verbetering van de situatie en het vergroten van bewustzijn. We willen zichtbaar maken hoe het eraan toe gaat in de varkenshouderij. Onlangs voerden we campagne tegen het afbranden van biggenstaarten. Nu vragen we aandacht voor misstanden in de slachterijen. Ook organiseren we Weekenden van het Varken om mensen dichter bij het dier te brengen.’

Wat houdt zo’n weekend in?  

‘Tijdens die weekenden kun je op bezoek bij een 5-sterren varkensboer. Bij deze boeren hebben varkens een beter leven. Ze kunnen bijvoorbeeld buiten in de grond wroeten. Als je op de Veluwe ziet hoe diep zwijnen de aarde omwroeten, dan snap je dat dit een basisvoorwaarde is voor hun welzijn. Bij een 5-sterren varkensboer kun je vlees kopen direct van de boer. Maar ook mensen die geen vlees eten zijn welkom. Iedereen die eens een varken wil ontmoeten is uitgenodigd! Je kunt dan ervaren hoe leuk een varken is, wat hun gedrag is en hoe sociaal ze zijn. Dat zie je pas als je ze uit hun betonnen stal haalt…’

Eerder maakte Varkens in Nood zich hard voor nestmateriaal voor moedervarkens. Waarom is dat belangrijk en wat hebben jullie bereikt?

‘Een varken wil graag een nest maken met stro, takken en bladeren. In het wild zijn zwijnen uren bezig met het perfectioneren van hun nest. Ze bouwen uitgebreid aan het nest en gaan er meerdere malen in liggen tot het helemaal goed is. Zeugen in de industrie hadden tot voor kort geen enkele mogelijkheid om een nest te maken. Ze bevallen in een ijzeren kooi waarin ze amper kunnen bewegen. Tegenwoordig krijgen ze een jutenzak om een nest mee te maken.’

‘Vijf jaar geleden zijn we hierover gaan praten met de overheid. We hadden de wet aan onze kant. In de wet staat dat een zeug recht heeft op nestmateriaal. Er was geen reden om die wet niet na te leven. We hebben steeds weer handhavingsverzoeken ingediend en zijn blijven pushen. Tegelijkertijd hebben we campagne gevoerd om boeren bereid te krijgen om een jutenzak aan hun zeugen te geven. We gaven ze gratis jutenzakken, doen we nog steeds.’

Een jutenzak in de kraamkooi. Het klinkt als een hele kleine verbetering. Is dat niet frustrerend als je zoveel meer wil bereiken?

‘Het is om buikpijn van te krijgen. Maar toch is het een verbetering voor een heleboel dieren. Voor mij is zo’n kleine overwinning het bewijs dat als je doorzet, je uiteindelijk iets van vooruitgang boekt. Dat zeugen nu in ieder geval íets krijgen om hun natuurlijke nestgedrag te kunnen vertonen, is beter dan dat ze helemaal niks krijgen…’

´Hetzelfde geldt voor kraamkooien. In 2013 werd groepshuisvesting verplicht voor zeugen. Sindsdien worden zeugen ´nog maar´ 2,3 keer per jaar vijf weken vastgezet. Daarvoor stonden ze hun hele leven vast. Het is een verbetering. Maar ze lijden nog steeds en de levensomstandigheden in de stallen voldoen absoluut niet aan de behoeftes van het dier.´

Wat is een kraamkooi eigenlijk precies?

‘Een kraamkooi is een stalen kooi waarin een moedervarken (zeug) wordt vastgezet kort voordat ze gaat bevallen. Een zeug bevalt iets meer dan twee keer per jaar van gemiddeld 18 biggen. Ze ligt dan vijf weken in zo´n kooi. De kooi is zo krap dat ze zich niet kan omdraaien, ze kan alleen staan of liggen. De ondergrond is vaak hard en voorzien van afvoergaten voor ontlasting en urine. In vrijwel alle grote stallen bevallen varkens in kraamkooien. Dit gebeurt ook bij het 1-ster beter leven keurmerk. De kraamkooi is in strijd met de wet. De wet schrijft voor dat dieren vrij moeten zijn om te bewegen en hun natuurlijke gedrag te vertonen. Helaas is de wetgeving rondom dieren dubbelzinnig.’

‘Er is een algemene wet dieren die richtlijnen geeft voor alle dieren. Daarbinnen heb je specifieke wetgeving, ook voor varkens. Varkens moeten bijvoorbeeld 28 dagen bij de moeder blijven, plus of min een week. In de varkensstallen worden biggen na drie of vier weken weggehaald bij de moeder, wat veel te vroeg is. In de wet staat ook dat het routinematig afbranden van staarten is verboden. De wet geeft alleen zoveel grijsgebied, vaagheid rondom de uitvoering ervan, dat dit al dertig jaar gedoogd wordt.’

‘Nog een voorbeeld. In de wet staat dat de luchtkwaliteit in de stallen niet schadelijk mag zijn. Ondertussen krijgt meer dan de helft van de varkens een longontsteking door de hoge amoniakwaarden en fijnstof in de lucht. Maar hoe toon je oorzakelijk verband aan als er geen onderzoek wordt gedaan? In de praktijk komt het erop neer dat de wet nauwelijks bescherming biedt aan varkens.’

Wat gaat er mis in de slachthuizen?

‘Onderzoek van Varkens in Nood toont steeds weer aan dat grove overtredingen plaatsvinden in Nederlandse slachthuizen. Varkens worden geslagen, hangend levend en bewust ondersteboven aan de slachthaak en belanden levend in het loeihete water van de broeibak. Deze misstanden komen voor in álle slachthuizen. Ook in slachthuizen met vrijwillig cameratoezicht en zelfs wanneer er inspecteurs van de overheid aanwezig zijn.’

Hoe kan dat?

‘Bij het huidige – vrijwillige – cameratoezicht blijven de opnames in bezit van het slachthuis en wordt het beeldmateriaal na aan aantal weken vernietigd. Om de beelden te controleren moeten inspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit persoonlijk naar een slachthuis toe om daar de beelden te bekijken. Dat steekproefsgewijs controleren van willekeurige opnames is omslachtig en weinig effectief. De meeste overtredingen blijven onopgemerkt.’

Wat moet er gebeuren om de situatie te verbeteren?

‘De politiek moet ingrijpen. De politiek maakt de regels en wetten. Wij pleiten voor verplicht en onafhankelijk toezicht waarbij de NVWA vanaf een externe locatie rechtstreeks kan meekijken op de camera’s. Alle dieren moeten continu in beeld zijn zodat dierenmishandeling nergens ongezien blijft. Wij proberen vanuit Varkens in Nood het publiek te informeren en de politiek aan te jagen tot actie. Ik werk ook voor stichting Dier & Recht, een organisatie die veel overlap heeft met Varkens in Nood. We werken vanuit hetzelfde gebouw.’

Je hebt nu een drukke kantoorbaan. Mis je het werk van dierenarts niet?

‘Ja, ik mis dat soms wel. Er zijn bedrijven waar het als dierenarts leuk is om te werken. De buitenboeren, de biologisch dynamische boeren, de natuurlijke boeren… Op deze boerderijen kunnen dieren hun natuurlijke gedrag vertonen. Het ‘probleem’ is dat er relatief weinig varkens op dit soort bedrijven leven. Er zijn helaas nog maar weinig scharrel-bedrijven. Vrijwel alle varkens in Nederland leven in  grote stallen en hebben een vreselijk leven. Ze lijden. Elke verbetering die we kunnen bewerkstelligen met onze acties, is winst. Ik krijg het meest voor elkaar vanuit een kantoor. Dit werk is mijn missie.’

Varkens in Nood werd opgericht door jurist Hans Baaij en wijlen schrijver Han Voskuil in 1997 toen 11 miljoen varkens werden geruimd (gedood) wegens een uitbraak van de varkenspest, een dodelijk virus dat zich snel verspreide door de varkensstallen.

Meer info over  Varkens in Nood vind je op www.varkensinnood.nl

Save the date: Weekend van het Varken 2022 is op 10 & 11 september.

Wil jij ook een einde aan de vele misstanden en overtredingen in slachthuizen? Teken nu de petitie voor verplicht én onafhankelijk cameratoezicht!

National Pig Day begon in 1972 toen de Amerikaanse zusters Ellen Stanley en Mary Lynne Rave besloten dat het tijd was ‘to accord to the pig its rightful, though generally unrecognized, place as one of man’s most intellectual and domesticated animals’.

 Foto: Sabine Grootendorst

 

 

Mijn gekozen waardering € -

De artikelen van Anne verschenen eerder in tijdschriften en kranten waaronder Fabulous Mama, Viva, Margriet, Linda en NRC Next. Anne is cultureel antropoloog en eigenaar van Uitgeverij 11