Doceren in een MOOC: met 45.000 taalliefhebbers in de virtuele collegezaal

De Universiteit Leiden maakt al een tijdje MOOCs (Massive Open Online Course), maar de beginnerscursus linguïstiek van afgelopen maand werd de grootste tot nu toe. Cursusleider Marc van Oostendorp blikt terug op een intensief experiment. En hij kijkt vooruit, want een crowdfunding-project voor een vervolgmodule is vorige week gestart.

De jongste deelnemer was een 11-jarig meisje uit India, de oudste een Amerikaanse dame van 87. In totaal registreerden ongeveer 45.000 mensen uit 190 landen zich voor de linguïstiek-MOOC (inclusief ondergetekende). Hoogleraar Marc van Oostendorp vond het geweldig mensen uit zoveel culturen te verwelkomen. 'Er waren zelfs deelnemers uit plaatsen als Aleppo en Donetsk. Die zaten daar misschien wel de laatste wifi uit de lucht te plukken om Chinese klinkers te beluisteren.' Van Oostendorp leidde cursisten gedurende vijf weken in online video’s langs de basis van de taalwetenschap; van taal op uitspraak- en woordniveau tot taal in interactie, veranderende taal en uitstervende talen.

Waarom een MOOC over taalwetenschap?

'De universiteit Leiden vindt MOOC’s heel belangrijk. Waarschijnlijk om de universiteit op de kaart te zetten, maar ook om te experimenteren met iets dat het onderwijs kan gaan beïnvloeden.

Ikzelf ben erg geïnteresseerd in het internet. En ook in onderwijs, en wat daarin kan veranderen. Dus voor mij persoonlijk was het ook een interessant experiment. Daarnaast staat mijn leven in het teken van taalwetenschap en de taal. Ik probeer mensen daar ook wel toe te bekeren. (lachend) Weg van de onzin waar ze nu mee bezig zijn, richting de syntactische analyse.'

'Mijn leven staat in het teken van taalwetenschap en taal. Ik probeer mensen daar ook wel toe te bekeren'

Hoe was het om via video’s les te geven aan duizenden mensen die je niet live zag?

'“Vooraf kun je je daar niet echt een beeld van vormen. Ik had toch een beetje het gevoel: we maken die filmpjes, zetten het online en dan is het klaar. Maar de weken die volgenden waren heel intens. Dat ligt ook aan mijzelf, ik vind sociale media interessant en volgde graag het discussieforum van de cursus of de speciale facebookgroep. Maar dat was dus veel intensiever dan ik vooraf dacht.'

Was het niet lastig voor zo’n grote, diverse doelgroep een MOOC te maken?

'Aan de ene kant wel, aan de andere kant is de taalkunde van oudsher al gericht op variatie. In Leiden gaat het ook heel erg om verschillende talen bestuderen. Gebruik je een taal als voorbeeld in een MOOC (zoals Baskisch en Chinees, red.), dan moet je ervan uitgaan dat cursisten die taal niet kennen. Kent iemand één van die talen wel, dan kent hij hooguit een stukje van de cursus beter dan anderen.

We hebben geprobeerd taalwetenschap in zo breed mogelijke zin te laten zien op beginnersniveau: verschillende soorten onderwerpen, heel diverse talen en verschillende inzichten binnen het vakgebied. Natuurlijk weet je nooit hoe het uitpakt, maar de meeste reacties waren heel positief. Als er klachten kwamen, dan was dat vooral van mensen die de toetsen moeilijk vonden. Dat lijkt me een goed teken. Wie de test te lastig vindt, kan gewoon de video’s kijken en pikt daaruit nog wel wat mee. En voor wie wel wat aankan, hebben we blijkbaar ook iets serieus te bieden. Als iedereen de toetsen simpel zou vinden, heb je een bepaalde groep niet bereikt.'

Naast de toetsen en lesvideo’s was er voor de liefhebbers sowieso allerlei extra lesmateriaal: leesvoer, video’s waarin sprekers van verschillende talen te horen waren en interviews. Eén van die interviews was met de wereldberoemde, inmiddels alweer 87-jarige Amerikaanse taalkundige Noam Chomsky.

Jullie waren vast blij Chomsky erbij te hebben?

'Noam Chomsky was duidelijk teleurgesteld toen het interview werd afgesloten'

'Ja, zeker. Dat was natuurlijk een van de kersen op de taart. Chomsky is ook heel aardig. De studenten (Marten en Inge, die ook in andere video’s een bijdrage leverden, red.) deden die interviews en ik heb hen ook alles laten regelen. Dus Chomsky kreeg een e-mail van een student met een interviewverzoek, en binnen een uur reageerde hij al positief. Hij was ook de enige geïnterviewde die duidelijk teleurgesteld was toen het interview werd afgesloten.'

Inmiddels loopt een crowdfunding-actie. Waarom zijn jullie daarmee gestart?

'Er kwamen veel verzoeken van mensen die een vervolg wilden. Maar het maken van een MOOC kost geld. Denk bijvoorbeeld aan de videoproductie en de studentassistenten. De universiteit van Leiden wil wel in MOOCs blijven investeren, maar ook graag andere onderwerpen aan bod laten komen. Dus toen ontstond een paar weken geleden vrij spontaan het idee van crowdfunding. Ook dit is weer een experiment.'

Hoe kijkt u terug op de MOOC?

'Wat ik het leukst vond, en waaraan het succes van deze MOOC volgens mij mede te danken is, is het sociale aspect. Mensen uit 190 landen bestudeerden tegelijkertijd de stof. Zij praatten via allerlei kanalen met elkaar,  en wij konden zelf ook aanwezig zijn en vragen beantwoorden.'

'Het succes van deze MOOC is mede te danken aan het sociale aspect'

Dat sociale betrof niet alleen betrokkenheid bij de stof, maar ook bij elkaar. Dat bleek toen een Iraanse cursist via de facebookgroep liet weten dat hij op een probleem stuitte. Naast gratis deelname konden cursisten tegen betaling van 43 euro een Verified Certificate krijgen van cursusplatform Coursera. De Iraanse man had zich daarvoor aangemeld. Halverwege de cursus kwam Coursera, een Amerikaanse bedrijf, erachter dat een certificaat uitreiken niet kon vanwege het handelsembargo tegen Iran. Dit zou handel zijn, vanwege die 43 euro. Toen ontstond online wat Van Oostendorp noemt “een soort opstand”. Medecursisten waren verontwaardigd, dachten mee, er werd zelfs geopperd een petitie te starten. Uiteindelijk was de oplossing simpel: de Iraniër kreeg een bewijsbrief vanuit Leiden. Maar het medeleven van medecursisten is voor Van Oostendorp wel een mooi voorbeeld van de gemeenschapszin.

'Zulk soort reacties, dat vind ik het leukste van internet. Ik heb door deze MOOC ontdekt dat je echt onderwijs en internet met elkaar kunt combineren. Een MOOC vervangt niet het gewone onderwijs, daar ben ik vrij zeker van. De echte menselijke interactie, samen in dezelfde ruimte zijn, blijft belangrijk. Wat een MOOC wel doet, is het boek vervangen. Ik denk dat het veel beter is dan een boek. Allereerst omdat je voorbeelden kunt laten zien en horen in video’s, maar vooral vanwege het sociale aspect. Hoe groot de groep ook is, je krijgt echt het gevoel dat er een gemeenschap is van studenten die samen iets doen. Ik denk dat ik daar echt een beetje van moet afkicken.'

Meer info

Voor wie zich inhoudelijk nog in de MOOC wil verdiepen: de toetsdeadlines zijn verstreken, maar het materiaal is nog wel online beschikbaar voor wie zich aanmeldt bij de Coursera. Ook is er een speciale Facebookpagina waarop afgelopen tijd levendige discussies plaatsvonden, en een youtube-kanaal waar Marc Van Oostendorp inzendingen van cursisten plaatste (waarin ze bijvoorbeeld lettergrepen of zinsvolgorde in hun eigen taal laten horen). Meer informatie over het crowdfundingproject voor een vervolgmodule is te vinden op deze pagina.

Mijn gekozen waardering € -

Anouk Broersma wilde geen onderzoeker worden, maar vond de wetenschapswereld wel fascinerend. Dus besloot ze erover te schrijven. Als freelance wetenschapsjournalist verdiept ze zich in uiteenlopende onderwerpen. Ze schrijft vooral over communicatie, taal, psychologie en antropologie.