Geschiedenislesje vooraf: de Amerikaanse politie heeft in 2016 ten minste 258 zwarten vermoord, volgens de krant The Guardian, die dat nauwgezet bijhoudt. 39 van die mensen waren ongewapend. Vier overleden door een taser en negen stierven in de gevangenis. Maar de meesten van hen overleden na één of meerdere pistoolschoten door de politie.
Op 5 juli 2016 bijvoorbeeld, liet Alton Sterling het leven. De 37-jarige vader van vijf werd door twee witte agenten in Baton Rouge, Louisiana met drie kogels doodgeschoten, nadat hij volgens diezelfde agenten tijdens zijn arrestatie zijn wapen wilde grijpen. Sterling was in 2016 de 135ste zwarte die werd doodgeschoten door de politie.
Een dag later werd Philando Castile in Falcon Heights, Minnesota de 136ste. Castile was samen met zijn verloofde aan de kant gezet vanwege een gebroken achterlicht. Castile werd door zeven kogels geraakt terwijl hij zijn rijbewijs pakte. Z’n verloofde streamde de nasleep op Facebook. Zo waren honderden online vrienden er live getuige van hoe Castile doodbloedde.
Enter Colin Kaepernick. Het waren incidenten als deze, politiegeweld tegen zwarten, die deze footballer van de San Francisco 49ers een maand later deden besluiten niet te gaan staan tijdens het volkslied, dat traditiegetrouw voor iedere sportwedstrijd in de VS wordt gespeeld. Tijdens het spelen van de Star Spangled Banner voor de oefenwedstrijd tegen de Green Bay Packers, besloot de quarterback te knielen. Bij wijze van protest.
Wie deze Kaepernick dan wel niet is?
Colin Kaepernick werd in 1987 geboren in Milwaukee, Wisconsin, uit een zwarte vader en een witte moeder. Voor zijn geboorte, was zijn vader echter al vertrokken. Zijn negentienjarige moeder gaf hem daarop op voor adoptie.
Kleine Colin werd opgevoed door Rick en Teresa Kaepernick, een wit echtpaar dat twee zoons had verloren aan hartfalen. Het gezin verhuisde naar Californië toen kleine Colin vier was. Hij bleek een getalenteerde atleet. Zowel honkbal als football ging hem erg goed af. Hij koos uiteindelijk voor football. Quaterback spelen – het spel verdelen – kon hij als de beste.
In 2011 kwam hij terecht bij de 49ers uit San Francisco. Na wat invalbeuren dat jaar, rees zijn ster in 2012 met een daverende knal richting het firmament. Hij leek namelijk één van de beste exponenten van de nieuwe quarterback-generatie: die was niet alleen gezegend met een heel behoorlijke werparm, maar bovendien bijzonder rap te voet.
In 2015 kwam de klad er wat in. Dat lag zeker niet alleen aan Kaepernick zelf. Zijn team San Francisco 49ers was in een paar jaar tijd namelijk afgezakt van titelpretendent tot één van de zwakste teams in de league. Toch werd de terugval ook Kaepernick aangerekend, want halverwege het seizoen verloor hij zijn positie als starter.
Tot het najaar van 2016, had nog niemand Kaepernick ooit op een politieke opinie kunnen betrappen. Maar uitgerekend híj nam in augustus van dat jaar een standpunt in tegen het politiegeweld tegen zwarten.
“Ik ga niet staan om trots te betuigen voor een vlag van een land dat zwarten en kleurlingen onderdrukt”, zo verklaarde hij zijn protest. “Dit is groter dan football voor mij. Het zou egoïstisch zijn om de andere kant op te kijken. Er liggen doden op straat, terwijl de daders gewoon krijgen doorbetaald en wegkomen met moord.”
Hij doelde daarbij op politiemannen, die in sommige gevallen met behoud van salaris werden geschorst.
Op het moment van Kaepernicks eerste protest, waren de campagnes voor de presidentsverkiezingen van 2016 in volle gang. De quarterback was van geen van beide kandidaten onder de indruk. Van zowel Donald Trump als Hillary Clinton kreeg hij braakneigingen.
“Ik bekijk deze twee kandidaten met plaatsvervangende schaamte”, liet hij weten. “Beiden zijn bewezen leugenaars, en het lijkt er bijna op dat ze proberen uit te maken wie van de twee het minst racistisch is. Het wordt straks een keuze tussen twee kwaden. Je moet gaan voor ’t minst kwade, maar wat je ook kiest: het blijft kwaad.”
Over Trump was Kaepernick van meet af aan duidelijk. “Openly racist”, schetste hij. Een racist die er geen doekjes om windt.
Het was die uitspraak die (toen nog) presidentskandidaat Donald Trump voor de eerste keer triggerde zich te mengen in de discussie rond protesterende en knielende footballers. “Een slechte zaak”, vond Trump, voor zijn doen nog redelijk gematigd. “Misschien moet Kaepernick maar op zoek gaan naar een land waar hij het beter naar z’n zin heeft. Gaat hem niet lukken.”
Wat Donald Trump vervolgens deed, was razendknap. Hij reframede hoogstpersoonlijk de achterliggende gedachte van de vlag-protesten die begonnen met Kaepernick, maar die al spoedig her en der navolging kregen bij collega footballers. Middels enkele tweets en een speech bespeelde Trump de publieke opinie. Dankzij Trump en z’n social media skills denkt intussen het gros van de Amerikanen dat het knielen vooral een gebrek aan vaderlandsliefde is. Dat het een aanklacht tegen racisme was en is, weten nog maar weinigen.
“Het getuigt van weinig respect tegenover onze vlag en ons land”, begon Trump. Vervolgens: “Knielen heeft helemaal niks met ras te maken. Het gaat om respect voor ons land, vlag en volkslied. De NFL moet dat respecteren.” En tenslotte: “De toeschouwersaantallen HOLLEN ACHTERUIT. De wedstrijden zijn saai, ook dat, maar velen stoppen met kijken omdat ze van ons land houden.”
Als Trump merkt dat z’n opmerkingen over de NFL hem talloze open doekjes opleveren, besluit hij er nog een schepje bovenop te doen. Als er een vrouw tijdens één van zijn verkiezingsbijeenkomsten flauwvalt, weer bijkomt en vervolgens weer van de partij is, gebruikt hij het incident onmiddellijk om de NFL andermaal ’n sneer te geven.
“Wij houden ons niet aan die softe NFL-regels. (met een huilhoofd en een jammerend stemmetje:) ‘Hersenschuddingen, Oh oh! Je hebt een klein klapje op je hoofd gekregen. Nee, nee, jij kunt de rest van het seizoen niet spelen’. Neem dan onze mensen. Die zijn tough! Football niet. Football is soft geworden. Kijk naar de scheidsrechters, die voor elk wissewasje fluiten.”
•
Overigens komt Colin Kaepernick de klap van zijn principes vooralsnog niet te boven. Op 3 maart 2017 gaan hij en de 49ers uit elkaar. Een nieuw team vinden gaat hem niet goed af. Teameigenaren zijn huiverig. Kwalitatief zou Kaepernick, als starter dan wel als reserve quarterback, voor alle teams een versterking zijn, maar vanwege zijn politieke opvattingen durven de clubs het niet aan. Richard Sherman, op dat moment nog verdediger van de Seattle Seahawks, oppert als eerste dat Kaepernick wordt geblackballed. Roger Goodell, opperbaas van de NFL, spreekt echter met klem tegen dat er sprake is van een Berufsverbot.
Donald Trump volgt het allemaal met een grote grijns op zijn gezicht. Tijdens een rally in Kentucky kan hij zich niet langer beheersen. “Ik las vandaag dat NFL-eigenaren Kaepernick niet durven op te pikken, omdat ze bang zijn voor een vervelende tweet van Donald Trump”, laat hij zijn toehoorders weten. “Ik dacht meteen: die moet ik onthouden voor de mensen in Kentucky. Die houden namelijk van mensen die staan voor hun vlag.”
Luidt gejuich en een open doekje voor The Donald.
Najaar 2017. De NFL is zojuist begonnen aan een seizoen zonder Colin Kaepernick, en Donald Trump heeft de messen geslepen. Hij heeft in de voorbereiding op de competitie her en der spelers zien knielen voor het volkslied, en in Alabama moet één en ander hem maar ‘ns van het hart. En hij heeft er zin an. Zegt dat de toeschouwers het stadion zouden moeten verlaten als er weer wordt geknield. “Ik garandeer je, dan stopt dat gedoe wel.” Ook spoort hij de NFL aan maatregelen te nemen. Trump roept op tot ontslag voor knielende spelers. “Get that son of a bitch off the field right now, he’s fired. He’s fired! De eigenaar die dat doet zou een week lang de populairste figuur van het land zijn.”
•
De (vooral) haat en (een klein beetje) liefde-verhouding tussen Donald Trump en de National Football League, dateert overigens al van 1986. Trump was drie jaar eerder, in 1983, voor een bedrag van negen miljoen dollar, eigenaar geworden van New Jersey Generals. Dat team kwam uit in de USFL (United States Football League), een competitie die in de zomer werd afgewerkt, wanneer de NFL en het college football stil lagen.
Trump wilde echter meer en groter. Samen met andere USFL-eigenaren, wilde hij de NFL tot een ultieme fusie dwingen. Toen de NFL daar niet in aan wilde, volgde een lawsuit van 1,7 miljard dollar, met kartelvorming als aanklacht.
Trump c.s. werden weliswaar in het gelijk gesteld, maar kregen van de jury niet meer dan een schamele dollar toegewezen. Het hoger beroep, dat vier jaar later eindelijk werd afgerond, kende dezelfde uitslag. Zij het dat die ene dollar dankzij rente inmiddels 3,76 dollar was geworden. Het betekende overigens wél het einde van de USFL. En dus zag Trump miljoenen geïnvesteerde dollars verdampen.
Wie Donald Trump ooit ’n keer te kijk heeft gezet, zal dat later bezuren. Vraag dat maar aan Barack Obama. Hele volksstammen zijn er van overtuigd dat de kiem van Trumps presidentschap gelegd werd tijdens het White House Correspondents’ Dinner van 2011. Obama zette Trump destijds te kakken, waarna de laatste wraak zwoer.
En Trump en rancune zijn prima maatjes. De vastgoedmagnaat liet in de loop der jaren in ieder geval geen kans onbenut om de NFL te attaqueren. Telkens als de league stappen zette om de zwakke plekken in z’n organisatie aan te pakken, was Trump er als de kippen bij om al die maatregelen belachelijk te maken.
In 2013, bijvoorbeeld. Helm-tegen-helm contact verbieden om het aantal hersenschuddingen terug te dringen? “Wat is er aan de hand met deze sport? Dit is het begin van het einde”, aldus Trump.
De druk opvoeren – met behulp van toen nog president Obama – op Washington Redskins, om z’n racistische bijnaam en logo te veranderen? “Daar moet de president zich niet mee bemoeien. Dit land heeft veel grotere problemen. Focus je daar op, niet op onzin.”
In 2014, toen de eigenaar van de Buffalo Bills overleed, deed ook Trump een poging om deze NFL-ploeg over te nemen. Na een biedingsproces van een half jaar, ging het team hem echter aan de neus voorbij. Dat zinde hem allerminst, zo bewees een serie van tweets: “Hoewel ik heb geweigerd een belachelijke prijs voor de Bills te betalen, zou ik een winnaar hebben geproduceerd. Dat gaat nu niet meer gebeuren.” En: “Wow, ongelooflijk hoe de kijkcijfers van de NFL dalen. Blij dat ik de Bills niet heb gekregen. Rather be lucky than good.”
•
Juli 2018. Opnieuw loopt een zomer op z’n einde. Colin Kaepernick krijgt her en der een award uitgereikt, als dank voor het vasthouden aan zijn principes, maar een club heeft hij nog altijd niet gevonden. Toch kreeg zijn protest het vorige seizoen al meer en meer navolging. Bij bijna ieder team waren er meerdere spelers die verkozen het Amerikaanse volkslied knielend te beluisteren.
Dit tot onvrede van Trump en zijn gevolg. Vandaar dat de president half juli nog maar weer eens een voorschot nam op het aanstaande seizoen.
“Staat het niet in het contract van de spelers dat ze moeten staan, met de hand op het hart?”, vroeg hij zich op 21 juli retorisch af op Twitter. “De baas van de NFL, die 40 miljoen dollar per jaar verdient, moet nu maar eens een daad stellen. De eerste keer knielen, geschorst voor de wedstrijd. De tweede keer knielen, einde seizoen, zonder salaris!”
De verhoudingen staan dus weer op scherp. Met dank aan meester polarisator Donald Trump. •
‘Op bezoek in het witte huis wás een grote eer, totdat jij opdook’
Trump en professionele atleten. Het was nooit een gelukkig huwelijk. En dat is best pijnlijk, omdat volgens goed Amerikaans gebruik de kampioenen van de vier grootste competities een paar maanden na het behalen van hun titels op bezoek gaan bij het witte huis.
De eersten die aan de beurt waren, waren de honkballers van de Chicago Cubs. Die werden een week voordat Trump de verkiezing won winnaar van de World Series. Een Witte Huis-bezoek zou normaliter pas in februari of maart volgen, maar zowel de Cubs als Barack Obama deden er alles aan om de visite nog voor het afzwaaien van de laatste te laten plaatsvinden. En zo geschiedde.
Het gesodemieter begon pas écht toen Golden State Warriors in 2017 opnieuw kampioen werd. Sterspeler Kevin Durant liet meteen weten niet naar de hoofdstad te komen. “Ik respecteer degene die er nu zit niet”, liet hij weten. Durant werd even later bijgevallen door collega-sterspeler Steph Curry. “Ik heb ook geen zin om te gaan.”
Waarop Trump meteen achter z’n toetsenbord kroop, en tweette dat een “bezoek aan het Witte Huis als een enorme eer voor een kampioenschapsteam wordt beschouwd. Maar omdat Stephen Curry aarzelt, wordt de uitnodiging ingetrokken!”
Dat was het moment dat óók Lebron James zich in de Twitter-ruzie besloot te mengen. “Jij nietsnut”, voegde hij de president toe. “Steph Curry zei toch al dat ie niet ging! Daardoor is er van een uitnodiging geen sprake meer. Op bezoek in het Witte Huis was inderdaad een grote eer, totdat jij er opdook.”
Het duurde even, maar op 3 augustus van dit jaar sloeg Trump dan eindelijk terug. “LeBron James werd net geïnterviewd door de domste man op televisie, Don Lemon”, aldus Trump op Twitter. “Door hem kwam LeBron slim over, wat geen gemakkelijke opgave is.” Trump sloot af met een “I like Mike!”, een verwijzing naar Michael Jordan, en zijn ‘strijd’ met LeBron over wie de beste basketballer aller tijden is.
Toen Philadelphia Eagles begin februari 2018 de Super Bowl won, leek er opnieuw een fiasco in de maak. Het Witte Huis blies de huldiging op het laatste moment af, omdat niet meer dan tien leden van de selectie en begeleiding van de Eagles op zouden komen dagen. In een verklaring hield Trump zich dit keer op de vlakte: de ceremonie gaat door, alleen in iets aangepaste vorm. Aldus werd een al te grote afgang in de kiem gesmoord.
De eerlijkheid gebied te zeggen dat de Patriots, Astros, Penguins en Capitals – een enkele afzegging daargelaten – wél gewoon hun fuifje vierden met Trump.