Door Europese regels staat het water in de Bollenstreek aan de lippen

Dat de stikstofuitstoot in 2030 in Nederland drastisch teruggebracht moet zijn, zullen de meeste mensen wel weten. Dat ook de waterkwaliteit in heel Nederland op orde moet zijn en dat al in 2027, is een stuk minder bekend. Is deze deadline voor onze Bollenstreek realistisch? Hoe is de waterkwaliteit daar nu en wat zijn de gevolgen wanneer 2027 niet gehaald wordt? Onderzoeksjournalist Bas Vermond dook in dit complexe vraagstuk voor de Bollenstreek.

De waterkwaliteit in Nederland is volgens de Universiteit Wageningen de slechtste van alle EU-landen. Slechts één procent van de Nederlandse wateren krijgt de aanduiding ‘goed’. Europese regels moeten hier verandering in brengen. Uiterlijk over vier jaar (eind 2027) moet al het water in Nederland een goed leefgebied vormen voor planten en dieren. De Bollenstreek heeft ook met deze regels te maken. De Europese regels om de waterkwaliteit te verbeteren zijn niet nieuw. In 2000 werd de ‘Kaderrichtlijn Water’ al van kracht. Eigenlijk moest het water al in 2015 aan de kwaliteitseisen voldoen. Maar de regels werden door de overheid twee keer met zes jaar uitgesteld. Nu is de uiterste deadline van 2027 toch echt in zicht gekomen. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en bemesting door bollentelers geven een extra uitdaging om de waterkwaliteit volgens Europese regels op orde te krijgen.

Meten is weten

Meetpunten Hoogheemraadschap van Rijnland

 

Om de waterkwaliteit te kunnen beoordelen, worden er al jaren metingen door Hoogheemraadschap van Rijnland verricht. In de Bollenstreek zijn zes meetpunten geïnstalleerd, die representatief zijn voor de bollensector. Om toch zoveel mogelijk water binnen het gehele gebied te meten, zijn de meetpunten in verzamelsloten en gemalen geplaatst, waar meerdere sloten en wateren samenkomen. De meetpunten analyseren het water op 300 stoffen. Zo kan het Hoogheemraadschap zien hoeveel verontreinigende stoffen, gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen in het water aanwezig zijn.

Waterstromen Bollenstreek

Het Hoogheemraadschap meet de kwaliteit van het water vóórdat het de Bollenstreek in gaat. Het water wordt daarna halverwege het gebied én wanneer het water de Bollenstreek uitgaat weer gemeten. Zo kan worden bekeken wat het aandeel van de Bollenstreek is aan de kwaliteit van het water. De metingen laten zien dat het de goede kant op gaat om de waterdoelen van 2027 in de Bollenstreek te halen, maar makkelijk wordt het niet.

Het gaat de goede kant op…
Dat er steeds minder chemische gewasbeschermingsmiddelen in de bollenteelt worden gebruikt, is te zien aan de data van het Hoogheemraadschap. Er is de afgelopen jaren een dalende trend te zien als het gaat om ‘normoverschrijdingen’. Van een normoverschrijding is sprake als er van een bepaald middel teveel in het water wordt gevonden.
Ook het bemesten van het land gaat tegenwoordig anders dan vroeger. Om te voorkomen dat er teveel meststoffen in het water komen, houden veel telers speciale bufferstroken bij sloten aan. Bij die stroken wordt niet bemest, maar in veel gevallen ook geen gewasbeschermingsmiddelen gebruikt. Het nadeel van mest is namelijk dat er onder andere fosfaat in zit. Teveel van deze stof is schadelijk voor het milieu.

Economische risico’s
Hoewel alles de goede kant op lijkt te gaan om de waterkwaliteit op orde te krijgen, lijkt de periode om de gestelde waterdoelen binnen vier jaar te bereiken, toch te kort. Het aantal overschrijdingen van gewasbeschermingsmiddelen in het water is aan het dalen. Volgens de Europese regels mogen er echter na 2027 geen (nul) overschrijdingen van chemische stoffen in het water zijn. In het huidige tempo zou de Bollenstreek dit rond 2029 kunnen behalen, mits iedereen in de Bollenstreek zijn of haar steentje consequent blijft bijdragen. Elke overschrijding is de komende jaren er één te veel.

Trendlijn normoverschrijdingen

Wel op land, niet in het water
De gewasbeschermingsmiddelen die worden gebruikt in de Bollenteelt zijn goedgekeurd door de Europese Unie. Volgens de Europese regels voor de waterkwaliteit mogen dezelfde middelen niet in het water voorkomen. Van wat dus op land gebruikt mag worden, mag geen druppel in het water terechtkomen. Daarnaast zijn er nog te weinig biologische middelen op de markt om de bollen goed te beschermen, zodat er helemaal gestopt kan worden met de chemische middelen. De goedkeuring van een aantal (biologische) middelen laat al jaren op zich wachten. Helemaal stoppen met gewasbeschermingsmiddelen zonder goede vervangers zou grote economische risico’s voor telers met zich mee kunnen brengen. Want wie dan betaalt de rekening van een eventuele mislukte oogst?

Oude bemestingen beïnvloeden waterdoelen
Naast de uitdagingen rondom het uitfaseren van chemische gewasbeschermingsmiddelen, is ook het bemestingsprobleem niet op korte termijn op te lossen. Metingen van het Hoogheemraadschap over het bemesten (dat zorgt voor teveel fosfaat in het water) laten zien dat de waterkwaliteit voornamelijk negatief wordt beïnvloedt door historische bemestingen. Circa twee derde van het teveel aan fosfaat in het water is afkomstig van oude bemestingen van het land. Het zand van de bollenbodems is volgens het Hoogheemraadschap door decennialang bemesten verzadigd geraakt met fosfaat. Al zouden bollentelers per vandaag stoppen met het bemesten, dan wordt er de komende jaren nog steeds teveel fosfaat in het water gevonden, zo is de verwachting van het Hoogheemraadschap.

Metingen binnen de Bollenstreek

De mogelijkheid dat de waterkwaliteit door andere partijen buiten de Bollenstreek wordt beïnvloed, wordt door het Hoogheemraadschap uitgesloten. Het water dat richting de Bollenstreek stroomt bevat vijf tot tien keer minder fosfaat dan het water dat wordt gemeten in de Bollenstreek zelf. Dit betekent dat de watervervuiling nog niet in die mate aanwezig was, toen het de Bollenstreek bereikte. De meetpunten meten pas de hogere watervervuiling in de Bollenstreek zelf.

Wie betaalt de rekening?
Als de waterdoelen van 2027, ondanks alle inspanningen, niet gehaald worden, bestaat de kans dat de Europese Commissie Nederland voor het Europese Hof van Justitie daagt. Dit kan leiden tot dwangsommen van miljoenen euro’s. Niet alleen de Europese Commissie kan Nederland voor de rechter dagen. Verschillende milieuorganisaties hebben in het verleden laten zien dat ook zij de overheid voor de rechter kunnen slepen om bepaalde (internationale) afspraken na te komen.
Om de waterdoelen te halen en dus forse boetes te voorkomen, zijn er mogelijkheden om het tempo te versnellen. Zo kan het Hoogheemraadschap bollentelers vragen om het bemesten van het land drastisch terug te dringen, verbieden kunnen ze het niet. Ook het verplicht verminderen van bepaalde chemische gewasbeschermingsmiddelen behoort tot de mogelijkheden van de overheid. Het is dan nog steeds de vraag of de deadline van 2027 gehaald wordt.

Tempo opschroeven
De Europese milieuregels, zoals die voor de waterkwaliteit, gaan de nabije en verre toekomst voor bollentelers en dus voor de Bollenstreek bepalen. Tijd is de grootste tegenstander geworden. De stappen die alle betrokken partijen in de Bollenstreek de afgelopen decennia hebben genomen, zijn te klein gebleken. De grootste winst lijkt te zitten in het verminderen van bepaalde chemische gewasbeschermingsmiddelen. Voor het terugdringen van fosfaat in het water ligt dit lastiger vanwege de grote invloed van oude bemestingen. De vraag is wat er gebeurt wanneer het tempo door de overheid wordt opgeschroefd om de doelen toch te behalen. En vooral welke maatregelen hierbij horen. Wie straks een eventuele boete moet betalen of wie opdraait voor de economische gevolgen van nieuwe maatregelen, blijft echter nog steeds onduidelijk.

Deze longread is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het Zuid-Hollands Mediafonds. Door gesprekken met experts, betrokkenen uit de bollenteelt en overheidsinstanties en op basis van data en documenten is deze longread tot stand gekomen.

Mijn gekozen waardering € -

Ik eet jaarverslagen als ontbijt en neem financiële verantwoordingen als toetje. Ik probeer lastige of ingewikkelde onderwerpen voor een groter publiek te duiden. Volledig onafhankelijk, nooit in opdracht en altijd vanuit een knagende nieuwsgierigheid.