Hij lag op de stoep van zijn zaak in een plas met bloed, en kon de toegesnelde politie nog net zien aankomen. Maar bij machte om te kunnen vertellen wat er in zijn coffeeshop aan de Oudezijds Voorburgwal was gebeurd, was hij niet meer. Korte tijd later stierf de 44-jarige Z., Glenn genoemd, aan de gevolgen van overmatig bloedverlies door een steekwond in zijn linkerlies. Zijn 54-jarige oom Mohamed was op dat moment bij hem, en werd in verband met zijn dood gearresteerd. Twee weken geleden verscheen hij voor de behandeling van zijn zaak.
Geen zekerheid
Er was niemand in de rechtszaal die met zekerheid kon vaststellen wat er in de ochtend van 3 januari van dit jaar in coffeeshop ‘City Hall’ op de Amsterdamse wallen was gebeurd. De camera registreerde wel wie er binnen waren gelopen die ochtend. Als eerste was dat Glenn Z., een half uur later gevolgd door Mohamed, die ook in de coffeeshop werkte.
Over wat er daarna gebeurde, liepen de meningen uiteen. Er was die van de verdediging, gevoerd door raadsvrouw Benedicte Ficq, die namens haar cliënt stelde dat Mohamed zijn neef per ongeluk stak toen hij van een kruk viel, terwijl hij net een mes in zijn handen had om de voorraad hasj mee te snijden. En die van de officier van Justitie, die niet begreep waarom Mohamed na dit ‘ongeluk’ buiten minutenlang had staan dralen voordat hij 112 belde. Ook zocht hij geen hulpd bij de aangrenzende coffeeshop. De officier wees erop dat Mohamed het mes dat hij in zijn handen had, ‘grondig’ had schoongemaakt: ‘Het NFI kon het bloed in eerste instantie zelfs maar moeilijk vinden.’
Mohamed Z. was volgens de officier ook al niet consistent geweest in zijn verklaringen: ‘U paste uw verklaringen steeds aan aan nieuwe informatie die aan het dossier werd toevoegd. U gedroeg zich leugenachtig.’
Diepe steekwond
De raadsvrouw van de verdachte verhoorde nog een wonddeskundige van het NFI (Nederlands Forensisch Instituut) over de twee scenario’s die hij voor mogelijk had gehouden. Dit aan de hand van de diepe steekwond in het bovenbeen van Glenn Z. De wonddeskundige had geconcludeerd dat de versie van het bewust toesteken door Mohamed bij zijn neef waarschijnlijker was dan de val waarover Mohamed zelf had verklaard. De deskundige: ‘Het viel ook op dat er geen andere verwondingen waren. Bij een val zou je dat verwachten.’
De officier van Justitie vond dat er genoeg aanwijzingen waren voor moord, hoewel zij geen motief voor een eventuele steekpartij had kunnen ontdekken. Advocaat Ficq pleitte voor vrijspraak voor haar cliënt. Ook drong zij nog aan op het horen van een traumatoloog, om erachter te komen hoe de steekwond in het been van Z. in het licht van deze zaak moet worden gezien.
De Amsterdamse rechtbank legde de verdachte vandaag drie jaar celstraf op, en veroordeelde hem tot betaling van een schadevergoeding aan de nabestaanden.
