Ellen ten Damme: ‘Je kind zien sterven is het moeilijkste dat er is’

Tijdens The Passion speelt ze Maria, de moeder van Jezus. Een zware rol, vindt Ellen ten Damme. 'Want het gaat over het bieden van troost'. Juist in een tijd van triest wereldnieuws.

Bij een broodje gepocheerde eieren met zalm, vertelt Ellen ten Damme in het Amsterdamse Lloyd Hotel over haar Maria-rol. Ze kiest haar woorden zorgvuldig en bescheiden, aarzelend haast. “Het is spannend om live in zo’n groot evenement als The Passion te staan,” zegt ze. “Het gaat over het grote thema voor mensen over heel de wereld: het lijden van Jezus.” Het is niet de eerste keer dat Ten Damme een rol heeft in het lijdensverhaal. In 2010 deed ze mee met de Mattheüs Masterclass, waarin ze meezong met de Mattheüs Passion van Bach. “Ik wilde graag de klassieke zangtechniek onder de knie krijgen. Voor The Passion ben ik vooral bezig met de persoon Maria. Ze was een zondige vrouw, want ongetrouwd zwanger en bovendien nog maagd. Ze was een eenvoudige vrouw die uitverkoren was om iets bijzonders mee te maken met haar zoon Jezus. Maar Maria is ook een bezorgde moeder.”

Herken je iets van haar in je eigen moeder?
“Mijn moeder is 73 jaar en echt een moeder-moeder. Altijd overbezorgd. Dat je denkt: ‘dat hoeft niet!’ Ze zegt niet: ‘Wat leuk dat je met vakantie gaat’, maar: ‘Pas je goed op jezelf?’. Als ik in mijn ouderlijk huis kom, ben ik nog steeds kind. Ze zorgt ook heel goed voor mijn zusje, dat een lichte handicap heeft en begeleid woont. Moeders kunnen dus enorme zorgen hebben. Ik ben zelf geen moeder, misschien ook omdat ik denk: jeetje, wat een gedoe. Mijn vader van 81 heeft altijd de leuke dingen gedaan; dat wilde ik ook.”

In ‘De kinderen die ik nooit had’ zing je over kinderen die je had kúnnen hebben, maar die niet kwamen. Klinkt daar verdriet in door?
“Ja. Een gynaecoloog vertelde me eens dat vrouwen met een kinderwens dit zo’n mooi lied vinden. Ik vind het zelf ook jammer dat ik geen kinderen heb, het leek me wel leuk. Maar ik had lang verkering met iemand die het per se niet wilde. Dat had ik er voor over. Maar toen de relatie voorbij was, kon het niet meer. Dat is jammer.”
Maar, haast ze zich te zeggen, ze lijdt er niet onder: “Ik heb nu wel heel veel vrijheid en kunnen doen wat ik wilde. Dat had ik niet willen missen.”

Is het dan extra bijzonder om de moederrol – je noemde Maria eens de ‘moeder aller moeders’ – te spelen?
“Tja, als je een bad guy speelt, dan hoef je dat toch niet te zijn in je eigen leven? Weet je, je bént nooit je rol. Maar het publiek vereenzelvigt je er wel mee. Ik ben liever mezelf. Maar het spelen van de moeder van Jezus is een grote eer én een zware rol. Want het gaat over het bieden van troost. Over loslaten en accepteren. Je kind zien sterven, is het moeilijkste dat er is. Om de juiste emoties te kunnen spelen, denk ik aan mensen uit mijn omgeving die een kind hebben verloren. Maar het gaat uiteindelijk om de gevoelens van het publiek. Want op het Eemplein staan ook mensen die een geliefde verloren hebben. Een lied kan troost bieden als het je gevoel verwoordt; je voelt je dan minder alleen met je verdriet. Maria is een troostende moeder omdat iedereen haar kent; ze verbindt mensen. Bovendien denk je bij haar meteen aan Jezus en God; met hen kun je praten en je kunt je sores kwijt.”

Bij Maria denk je meteen aan Jezus en God; met hen kun je praten en je kunt je sores kwijt

Doe je dat zelf ook, praten met Jezus en God?
“Ik heb niet geleerd hoe het moet, geloven. Ik ben niet kerkelijk opgegroeid. Maar als meisje van tien ging ik in mijn eentje naar een kerkdienst op zondagochtend; ik vond vooral de muziek mooi.”
Lacht: “Ik heb vroeger ook weleens gebeden voor een turnwedstrijd; niet voor de eerste plaats – dat vond ik een beetje brutaal – maar voor de derde plaats. Nu bid ik niet meer. Ik geloof in alles en ik geloof niets. Alles is een, alles is God. Jezus zei: ‘Heb uw naaste lief als uzelf en zorg voor de wereld om je heen.’ Je doet de ander toch geen pijn als je allebei uit dezelfde bron komt? Dan doe je jezelf óók pijn. Dat thema komt terug in The Passion. De boodschap van Jezus is liefde. Maar de gedragsregels van het instituut kerk bevallen me niet. Ik vind dat iedereen moet doen waar hij zin in heeft. Of het Bijbelverhaal over Jezus’ sterven en opstanding historisch waar is? De strekking zal wel waar zijn; het zal wel… Dat vind ik niet zo relevant voor het spelen van mijn rol.”

Bij triest nieuws moet je niet de wereld willen redden, je moet niet denken dat je Jezus bent

Een paar jaar geleden werd borstkanker geconstateerd, waarvan je bent genezen. Waren de thema’s van The Passion – lijden, sterven, wanhoop, hoop – toen belangrijke thema’s voor je?
“Ik ben er gelukkig goed doorheen gekomen en had er eigenlijk weinig last van. Maar ik was wel overgeleverd en moest leren loslaten en accepteren. Natuurlijk hou je altijd hoop op de goede afloop. Zonder hoop geef je het op. Het leven is nooit alleen maar rozengeur en maneschijn. Ieder mens heeft een strijd te leveren; het gaat erom hoe jij ermee om gaat.”

In je lied ‘Alles draait’ noem je het leven een circus waarin we lachen en huilen.
Het liedje gaat erover dat de wereld ondanks rampspoed toch gewoon doordraait. Alles gaat wel door, met of zonder jou, wat er ook gebeurt. Dat geeft hoop. Als ik alle ellende in het nieuws zie, word ik ook wel triest. Maar je moet de wereld niet willen redden, je moet niet denken dat je Jezus bent. Wees blij met de kleine, lieve dingen van familie, vrienden, een vreemdeling op straat en lekker eten. Maar als je kunt helpen, doe dat dan. Ik voel me soms ook schuldig, moet ik niet meer helpen?”

In The Passion is dit jaar speciale aandacht voor vluchtelingen. Jij organiseerde in Zaandam een concert voor hen. Is dat jouw manier om te helpen?
“Ik wilde hun een onbezorgde avond bezorgen. Het is erg dankbaar publiek en hun kinderen dansten tot ’s avonds laat op het podium. Zo leuk! Maar ik hoorde ook verschrikkelijke verhalen. Ik sprak Syrische mannen die moesten kiezen: vechten voor Assad of voor IS. Als je dat allebei niet wilt, ben je een landverrader. Ze werden gemarteld, konden hun werk niet meer doen. Een uitzichtloze, hopeloze situatie! Op die avond zou een koor van Syrische vluchtelingen optreden. Dat ging niet door omdat ze net gehoord hadden dat hun hele familie was omgekomen. Ik hoorde ook hoopvolle verhalen! Veel vluchtelingen zijn vol goede moed en willen gaan werken. Dat is mooi. Want zonder hoop en goede moed kom je nergens.”

Hoe hoop jij dat jouw Maria-rol onthouden wordt?
“Ik hoop dat mensen genieten van een waardige Maria.” Lachend: “En ik hoop dat ze het ‘geloven’.”

Dit artikel van freelance journalist Sjoerd Wielenga staat in het magazine ‘Passie in Amersfoort’ van de Raad van Kerken Amersfoort.

Mijn gekozen waardering € -

Sjoerd Wielenga (Rotterdam, 1980) is zelfstandig journalist, tekstschrijver, eindredacteur en bladenmaker. Hij werkt(e) onder meer voor de EO, NRC Handelsblad, Trouw, de Volkskrant en opinieblad De Nieuwe Koers.